Gedicht
Zo plots'ling kan de dood ons overvallen
en maakt een einde aan de tijd.
En hij komt vroeg of laat voor allen
wees daarom steeds bereid.
Het is zo'n grote stap naar d'eeuwigheid
zouden wij dan niet haasten en niet vrezen.
Als God ons roept, zijn wij dan voorbereid?
Een morgen kan er zijn, maar zal er avond wezen?
Het leven is een damp, de tijd is kort.
Hoeveel gebeden hebben wij steeds weer gebeden?
Hoe groot was d'overmacht waarmee we streden?
Welzalig is Gods kind dat kleiner wordt
die onder Zijn beproevingen niet mort
die onder Zijn bestraffingen niet gaat beven.
God geeft hem eens het zalig leven
waar alles tot Zijn eer verheven wordt.
Bespreek in groepjes de volgende vragen
* Waarom heet dit gedicht "Tijd en eeuwigheid"?
* De dood maakt een einde aan de tijd. Welke tijd? Gaat de tijd na de dood niet verder?
* Als God ons roept waarop moeten wij dan voorbereid zijn?
* Gods kind moet kleiner worden. Wat betekent dat?
* Waarom zou Mies Vreugdenhil dit gedicht geschreven hebben?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989
Mivo +12 | 28 Pagina's
