Haggaï

Bladzij 3

Oppervlakkig gezien zijn de argumenten (van toen èn nu) gegrond. Maar als we bedenken dat er toén wèl geld was om het éigen huis te bouwen, en wij ook nu tijd en geld beschikbaar hebben voor allerlei dingen, dan blijkt daaruit meer ongeloof en onwil, dan onmacht. Toen de Heere, door middel van Haggaï's prediking het hart van het volk gewillig maakte om Hem te gehoorzamen, was er immers opeens wèl geld om de tempel te bouwen.

Bladzij 4

Spr. 10: 22. Voorspoed in het maatschappelijke leven is EEN zegen des Heeren. Maar DE zegen des Heeren is genade vinden in Gods ogen, door Jezus Christus. Asaf was -in Ps. 73- afgunstig op de voorspoed van de goddelozen, terwijl zijn bestraffing er elke morgen was. Dit duurde totdat de Heere hem toonde welke rijkdom hijzelf in God bezat, en hoe betrekkelijk tijdelijke voorspoed is.

Bladzij 5

Vrucht op de prediking. Het woord van Haggaï had tot vrucht: schuldbesef en gehoorzaamheid. Het woord des Heeren sloeg in naar binnen en uitte zich in hartelijk berouw en daadwerkelijke levensvernieuwing. Vrucht is: bekering. Volgens de Heid. Cat. houdt dat in: afsterving van de oude mens (vraag 89) en opstanding van de nieuwe mens (vraag 90).

Bladzij 6

Oplossing van de puzzel:

             h uis
         g e eft
             b emint
             g ezweet
          z o
             d e
         ze 1 f
            1 i ef de
              e n
vergee f s
              b rood
           r o eit
             v ertrouw
         H e er
        zij n
     eerl a ng
      ges l aafd
          V l ijt
   trots e n
     ang s tig

Bladzij 7

Abraham: geloofsbeproeving
Jozef: beproeving
Mozes: onderwijs. Hij heeft geduld leren oefenen en wachten op Gods tijd. 
David: geloofsbeproeving
David: straf. De profeet Nathan heeft geprofeteerd (in de geschiedenis met Bathseba) "het zwaard zal van uw huis niet wijken". 
In bovenstaande voorbeelden kan men soms ook nog een ander doel aanwijzen.

Bladzij 8

Het volk let teveel op de omstandigheden. Dan komt twijfel en ongeloof in hun hart op. De Heere bemoedigt hen echter opnieuw en verzekert hen van Zijn hulp.
Een duidelijk voorbeeld van een herhaalde belofte zien we bij Abraham, als hem een zoon beloofd is.
De Heere spreekt ook nu nog persoonlijk tot een mens. "Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft". Zolang de belofte niet vervuld is, rijst er in het hart vaak ongeloof en twijfel op. Als het geloof niet in oefening is, kijkt men soms meer naar de omstandigheden, en let men meer op eigen zonde, schuld en onwaardigheid, dan op Gods genade en trouw. Daarom herhaalt de Heere ook nu nog wel Zijn beloften.

Bladzij 9

Vraag 4 en 5.
Een ernstig en trouw meelevend (doop)lid van de kerk, kan zich soms, door Gods genade, een groter zondaar voelen dan iemand die zich uitleeft in de zonde. Hij heeft zich misschien jarenlang in afkerigheid, vijandschap of onverschilligheid tegen de boodschap van Gods genade verzet, terwijl die ander misschien nooit het evangelie heeft gehoord. Hoe meer er wordt ingeleefd dat "het bedenken des vleses" vijandschap is tegen God, hoe groter het verlangen zal zijn naar de vrede met God.
Vergelijk: iemand die oorlog meemaakt, of meegemaakt heeft, zal een tijd van vrede méér waarderen dan een ander.

Bladzij 11

Voorspoed kan een vloek zijn, als men daardoor de Heere niet meer denkt nodig te hebben. Naar tegenspoed behoeft men niet te verlangen. Al leert tegenspoed soms bidden (door Gods genade!) het leert ook vaak vloeken.
Haggaï 2: 15: een offer, gebracht met een onoprecht hart, is de Heere niet aangenaam, het "onreine" hart maakt het reine offer onrein, want onreinheid is besmettelijk, zoals uit het voorbeeld erboven blijkt.

Bladzij 12

1. Denk aan het offeren van Kaïn en Abel.
2. Iemand met een klein inkomen kan er soms meer mee doen dan iemand met een ruim inkomen. Voordelige aanbiedingen komen soms juist te pas, uitverkoopjes blijven soms precies voor hén liggen. Hierin kan ook Gods zegen uitkomen.

Uit deze argumenten blijkt dat de gulden middenweg vaak moeilijk is te vinden. Bij alle argumenten moet men zich echter afvragen of zij voortkomen uit egoïsme of uit liefde tot de dienst des Heeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen