JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Leesstukken (bijlage)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leesstukken (bijlage)

Spiritisme

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nevenstaande bijdrage is overgenomen uit „Bouwstof" een uitgave van de H.G.J.B.

Een bericht uit een duits weekblad

Het was 3 september 1972. Ik speelde toentertijd in een meisjeshandbalploeg van onze school en onze vereniging organiseerde op die dag een sporttoernooi. Toen wij voor de beslissende wedstrijd het veld opkwamen, zag ik plotseling onder de toeschouwers langs het veld mijn vader staan kijken.

Trots wilde ik na de prijsuitreiking vlug naar mijn vader gaan, maar op de plaats, waar ik hem gezien had, stond hij niet meer. Ik was enigszins teleurgesteld, want ik had hem toch duidelijk in zijn lichte jas met een groene wildieren hoed en zijn wandelstok gezien! Ik reed op de fiets naar huis en daar hoorde ik, dat mijn vader ongeveer een uur geleden geheel onverwachts, tengevolge van een hartaanval overleden was, juist op het tijdstip, toen ik hem duidelijk op het sportveld had gezien!

Friedericke Frank

Als we zo'n bericht lezen, vragen we ons af: wat gebeurt hier? Wat zag dit meisje? Was dat werkelijk haar overleden vader? Of was het verbeelding? Maar waarom speelde die verbeelding haar parten op het moment waarop haar vader overleed?

Nu zijn er mensen die voor dergelijke gevallen de verklaring aanvoeren van de „geest". Met „geest" bedoelen ze dan: de vorm waarin mensen voortbestaan na hun dood. (Wij schrijven dit woord tussen aanhalingstekens, omdat we verschil willen maken tussen „geest" en geest. Met dit laatste bedoelen we dan het verstand, het gevoel, de wil enz. van de levende mens.) De mensen, die geloven in het bestaan van „geesten", die in kontakt komen met levenden, noemen we: spiritisten. Spiritus is het Latijnse woord voor geest.

Spiritisten

Dit in kontakt komen met „geesten" (van overleden personen dus) gebeurt meestal tijdens zgn. scéances (zittingen, bijeenkomsten). Tijdens zo'n bijeenkomst gaat één van de aanwezigen, het zgn. medium (middel) in trance. Dit is een toestand, waarin het bewustzijn verminderd is. Je kunt het vergelijken met de slaap, waarin ook ons bewustzijn vermindert. Maar de slaap is natuurlijk, in de trance-toestand brengt men zichzelf in „slaap", zoals dat in de hypnose-toestand wordt gedaan door iemand anders. De bewustzijnsvermindering betekent dat bepaalde vermogens van net meuiuin, die zij (meestal is het. een vrouwj in naar normale toestand niet Kan gebruiKen, nu wel bruiKnaar woraen.

De spiritisten geloven nu dat ze met deze vermogens benemen Kan opvangen van „geesten".

Lieze üoodschappen geeft de vrouw dan door op verscnulenue manieren, bijv.

- door te sprenen;

- met naar nanoen, die automatisch leners senrijven, of die op een oord met oe letters van net aiiaoet Bepaalde letters aanwijzen;

- met benulp van een tafel, die gaat „kloppen" of „dansen".

Deze boooscnappen woraen door de spiritisten uitgebreid bestudeerd en er wordt veel tijd besteed aan het onderzoek of de „geesten" de waarheid hebben gesproken Ook bestuderen de spiritisten allerlei andere verschijnselen, die te maken hebben met „geesten" en hun boodschappen of verschijningen. Er bestaat een uitgebreide literatuur over deze dingen.

De spiritisten hebben een eigen theorie gevormd over het menselijk leven en het leven na de dood, waarvan de voornaamste punten zijn:

1. Naast een stoffelijk lichaam hebben we een zgn. geestelijk lichaam of astraal-lichaam, dat bestaat uit een apart soort fijne stof. Men experimenteert in deze kringen ook we! met het zgn. „uittreden", d.w.z. dat men bijv. in de slaap het astrale lichaam laat uitgaan uit het stoffelijk lichaam en daarmee dan allerlei dingen ziet en plaatsen bezoekt, waar het gewone lichaam niet is geweest.

2. Bij de dood worden stoffelijk en astraal-lichaam van elkaar gescheiden. Het astrale lichaam leeft bewust en persoonlijk verder.

3. Zo'n geestelijk lichaam van een overledene kan kontakt zoeken en tot stand brengen met de levenden.

Hoewel in alle tijden en kuituren sprake is geweest van spiritistische verschijnselen is het spiritisme als georganiseerde beweging begonnen in Amerika in de vorige eeuw. Toen hoorde men in een huis in het stadje Hydesville (staat New York) steeds onverklaarbare klopsignalen. Velen werden door deze berichten gepakt en gingen ook op zoek naar kontakt met gestorvenen. De beweging kreeg enorme aanhang en sloeg over naar andere landen zoals Engeland en Brazilië. Men schat dat er nu in de wereld wel vijftig miljoen spiritisten zijn.

In Nederland begon in 1888 de beweging, die nu heet: Nederlandse Vereniging van Spiritisten „Harmonia". De vereniging telt ongeveer duizend leden in verschillende afdelingen. Men geeft een blad uit en houdt lezingen en vooral . . . scéances.

Wetenschappelijk onderzoek

In onze tijd heeft het spiritisme veel aan invloed verloren door de opkomst van de wetenschap der parapsychologie. Deze wetenschap houdt zich bezig met het bestuderen van paranormale (buitengewone) verschijnselen, zoals bijv.

- hallucinaties (dingen zien, die er niet echt zijn, maar die je alleen maar denkt);

- helderziendheid (waarnemingen zonder gebruik van onze bekende zintuigen: oren, ogen, tastzin e.d.);

- telepathie (gedachtenoverbrenging tussen mensen);

- parergie (mensen of dingen beïnvloeden met abnormale middelen, zoals bezwering of via de invloed van gedachten).

Een bekend parapsycholoog is de Nederlandse professor dr. W. H. C. Tenhaeff.

Parapsychologen gaan er niet zomaar vanuit, dat er „geesten" zijn, maar proberen allerlei verschijnselen te verklaren vanuit de levende mensen en hun geest. Enkele voorbeelden hiervan:

- in het geval van de dochter, die haar vader „zag", zal de parapsycholoog zeggen dat we, als we geen absolute zekerheid hebben dat de vader „verscheen" op een tijdstip na zijn dood, ervan moeten uitgaan dat hij nog leefde; en dat hij zijn gedachten (wensen) overbracht naar zijn dochter (telepathie). Hierdoor kreeg de dochter een hallucinatie van haar vader. Dat wil zeggen dat hij er dus niet echt was! Zij dacht het alleen maar.

- bij veel scéances komt het medium langs telepathische weg in kontakt met het geheugen van de bezoekers en „leest" in hun geheugen allerlei dingen over gestorven personen, die ze vroeger hebben gekend. Als we hierbij bedenken, dat we veel meer in ons geheugen hebben dan we zelf weten, dan verklaart dit waarom de „geest", die „spreekt" soms zoveel meer weet dan de aanwezigen zich herinneren. Bepaalde voorwerpen kunnen het medium helpen bij het geheugen lezen (vgl. onze knoop in de zakdoek).

Maar ook de parapsycholoog moet toegeven, dat sommige verschijnselen niet helemaal verklaard kunnen worden vanuit de werking van de geest van levende mensen. Zij houden dan ook de mogelijkheid open, dat er „geesten" bestaan en dat zij kontakt hebben met levenden. Maar veel meer weet men daarover niet met zekerheid te zeggen. Hier komt de wetenschap tot een konklusie, die voor sommige mensen nogal schokkend is. Velen geloven nl. niet, dat er zoiets bestaat als een leven-na-de-dood. Voor christenen is zo'n konklusie vanuit de wetenschap niet nodig. Vanuit de Bijbel weten wij dit allang.

Wat zegt de bijbel over het spiritisme?

1. De Bijbel is geen wetenschappelijk boek, maar toch duidelijk.

Heel duidelijk is, dat de bijbelschrijvers uitgaan van een voortbestaan na de dood. We merken dat aan gegevens over

- de plaats waar de doden verder bestaan, bijv. in Luk. 16 : 23 en Openb. 20 : 14 en andere plaatsen;

- de opstanding der doden, op vele plaatsen vooral in het Nieuwe Testament.

Dat er dus een leven-na-dit-leven is, is duidelijk, maar waar en hoe dit precies zal zijn, wordt ons niet verteld.

De Bijbel kent ook niet de zielestof van het „astrale" lichaam en het bewuste voortleven daarvan na de dood. Het bijbelse begrip „ziel" betekent: de levenskracht van de mens (of: de mens zelf). Onze ziel is tijdens het leven gebonden aan het lichaam. Na de dood blijft de ziel bestaan, terwijl het lichaam vergaat.

2. Gegevens over kontakt tussen doden en levenden.

In het Oude Testament wordt op verschillende plaatsen duidelijk, dat er geen kontakt is tussen „geesten" van doden en levenden (bijv. Pred. 9 : 5, 6 en 10; Jesaja 63 : 10 over Abraham en Jakob, die al gestorven zijn).

In 1 Samuël 28, de geschiedenis van Saul bij de vrouw in Endor, schijnt het wel alsof de gestorven Samuël verschijnt aan Saul, of beter: aan de vrouw. Wat hier precies is gebeurd, weten we niet. De meest waarschijnlijke verklaring is: de vrouw las de gedachten van Saul (telepathie) en gaf die weer met de stem van Samuël. Als zij inderdaad gedachten kon lezen, verklaart dit ook, waarom ze opeens wist, dat de persoon die haar bezocht Saul was (vs. 13).

Anderen beweren, dat het de duivel is, die Samuël uit de doden heeft doen opstaan. Zo'n verklaring wijst ons op de waarschuwingen, die we vooral in het Oude Testament vinden tegen deze praktijken. Volgens 1 Kron. 10 : 13 en 14 was Sauls dood rechtstreeks het gevolg van de overtreding van Gods geboden!

3. Bijbelse verboden betreffende het okkultisme.

Gods Woord geeft ons duidelijke aanwijzingen voor ons leven. Daarbij behoren ook de waarschuwingen en verboden tegen zaken die ons leven bedreigen. Een deel van deze waarschuwingen richt zich tegen het zoeken van bescherming en geluk bij andere wezens dan bij God, de HEERE. Bij de heidense volken rond het volk Israël geloofde men niet alleen in afgoden, maar ook in de gestorven voorouders. God verbiedt dit vcoroudergeloof en het raadplegen van hen (zie Lev. 19 : 31; Lev. 20 : 6; Deut. 18 : 10 en verder).

Met deze waarschuwing tegen het „vragen van doden" wordt steeds verbonden de waarschuwing tegen waarzeggerij (toekomstvoorspelling) in allerlei vormen, en tegen toverij (magie, het beïnvloeden van gebeurtenissen door toverkunsten, denk aan Bileam). Kortom al deze okkulte (verborgen) zaken zijn gevaarlijk en verboden terrein voor het volk Israël.

4. Gevaarlijk terrein

De achtergrond van deze waarschuwingen is het gevaar dat hier dreigt, nl. dat wie zich hiermee bezig houdt, onder invloed komt van de boze machten. De Bijbel spreekt nl. ook duidelijk over het bestaan van de duivel en van zijn boze geesten (bijv. 1 Kron. 21 : 1; Job 1 : 6 - 12; Mark. 3 : 24; Joh. 8 : 44 enz). Ook hierover weten we veel dingen niet, maar wel wordt ons duidelijk, dat deze boze geesten macht over mensen kunnen uitoefenen en hun leven kunnen vernietigen. Vcoral in het Nieuwe Testament blijkt, dat ze mensen in' hun bezit kunnen nemen. Zoals mensen geestelijk macht kunnen hebben over andere mensen, kan ook de duivel dit. En omdat hij een geest is (niet zichtbaar, overal aanwezig enz.) is hij veel gevaarlijker voor mensen en vooral voor hen die zich ver van God en ver buiten de door God gegeven mogelijkheden wagen. Experimenten met paranormale vermogens, zoals bijv. trance, hypnose en „uittreding" zijn dus zeker niet zonder gevaar.

Direkte gevolgen kunnen zijn: kwaadaardige krankzinnigheid (zie bijv. Matth. 28 : 28 en verder, en Matth. 9 : 32). Ook prof. Tenhaeff wijst op dit gevaar. Het komt ook nu nog wel voor. Ook zelfmoord kan een gevolg zijn (1 Kron. 10 : 4; Joh. 13 : 2 met Hand. 1 : 18).

Wie op zoek gaat naar kontakt met gestorvenen moet daarvoor middelen gebruiken, die dus erg gevaarlijk kunnen zijn! Ook indirekt kunnen ons gevaren bedreigen, wanneer we ons inlaten met vormen van okkultisme, nl. via de mensen die zich hiermee bezig houden. Zij kunnen ons vrij gemakkelijk bedriegen en we kunnen onder invloed komen van hun vreemde, heidense ideeën over het leven. In Deuteronomium 18 worden okkultisme (van de duivel) en profetie (van God) recht tegenover elkaar gezet en wordt ons gewezen op de enige weg naar het Leven: horen naar het Woord van God en leven naar dit Woord (Deut. 4 : 6; Deut. 18 : 15). Bilthoven D. Schaap

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

Mivo -16 | 41 Pagina's

Leesstukken (bijlage)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

Mivo -16 | 41 Pagina's