JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De vluchteling in Lodebar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vluchteling in Lodebar

Achtergrondinformatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aantekeningen bij 2 Samuel 9

Om Jonathans wil (vers 1)

David herinnert zich het verbond dat hij met Jonathan, de zoon van Saul, gesloten heeft. Dit kunnen we lezen in 1 Sam. 20: 13-17. David belooft daar dat, als hij koning zal zijn, hij de "weldadigheid des Heeren" aan Jonathan zal doen, als hij dan nog leeft. Ook aan Jonathans nakomelingen zal David weldadigheid bewijzen "tot in eeuwigheid". Het betreft hier een verbond dat meer is dan gevrone vriendschap. Het gaat over de eeuwen heen en sluit de geslachten in.

Ziba (vers 2)

Ziba is waarschijnlijk een aanzienlijk man aan het hof van Saul geweest. Dat blijkt wel uit zijn twintig slaven en vijftien zonen. David had rechtmatig zeggenschap over de bezittingen van Saul èn als nieuwe koning èn als schoonzoon. Het is mogelijk dat Ziba reeds aangesteld was als beheerder over Sauls bezittingen in dienst van David, omdat hij zoveel slaven had. Uit het aantal mensen dat werkzaam was, blijkt wel hoe uitgebreid de bezittingen waren. We krijgen niet de indruk dat het Ziba in de eerste plaats om het belang van David of Mefiboseth te doen was. Dat blijkt wel uit 2 Sam. 16: 1-4 en 2 Sam. 19: 24-30, waar we lezen dat Ziba Mefiboseth bedrogen heeft. Hij maakte gebruik van de omstandigheid dat Mefiboseth kreupel was en David niet kon volgen toen deze vluchtte voor Absalom. David schonk toen al de bezittingen van Mefiboseth aan Ziba. Toen het bedrog uitkwam moest Ziba de helft weer aan Mefiboseth teruggeven.

Gods weldadigheid (vers 3)

Met deze uitdrukking wordt bedoeld een "goeddadigheid die de Heere aangenaam is" (kanttekeningen). David laat blijken dat hij zich door God verplicht voelt weldadigheid te bewijzen. Het verbond met Jonathan was immers onder aanroeping van de Naam des Heeren gesloten. Toen heeft Jonathan dezelfde uitdrukking gebruikt: "Weldadigheid des Heeren" (1 Sam. 20: 14).

Lodebar (vers 4)

De ligging van Lodebar is niet met zekerheid bekend. Waarschijnlijk was het een stadje ten oosten van de Jordaan in de buurt van Mahanaïm. Dit was de hoofdstad van Isboseth, de zoon van Saul, die enige tijd gelijk met David, koning is geweest over een gedeelte van het land. In het overjordaanse heeft het gezag van Isboseth het langst stand gehouden. Dit zal ook wel de reden geweest zijn dat Mefiboseth in deze streek woonde.

Dode hond (vers 8)

Mefiboseth gebruikt een bij de Joden bekende uitdrukking waarin iemands nederigheid en nietigheid wordt uitgedrukt. Wilde honden waren in het oosten walgelijke dieren die zich voedden met dode lichamen en afval en die elke stad onveilig maakten. Bovendien zijn het ook nog onreine dieren. Een dode hond was wel het minste van het minste. Zelfs in het oosten is deze uitdrukking die Mefiboseth gebruikt een uiting van zeer grote minachting.

Actualisering van deze geschiedenis

David als type van Christus

We zien David in deze geschiedenis als type van Christus. Zoals Mefiboseth, zonder dat hij er recht op had, gered werd vanwege het verbond tussen David en Jonathan, zo worden al Gods kinderen als rechteloze zondaren gered, omdat ze van eeuwigheid in het genadeverbond begrepen zijn. Toen heeft Christus al gezegd: "Ik heb lust o mijn God om Uw welbehagen te doen! En Uw wet is in het midden van mijn ingewand" (Ps. 40: 9).
Zoals Mefiboseth gedurig mocht eten aan de tafel van de koning, zo mag ook Gods volk leven in gemeenschap met God. Hier in de tijd bij ogenblikken, later voor eeuwig!
Wij, ouderen en jongeren, leven allen onder de bediening van het genadeverbond. Wijs op het grote wonder dat plaatsvindt als God een jongen of meisje bekeert, een nieuw hart geeft. Dat verdien je niet. Het is alleen genade! Laat dit onbegrijpelijke wonder doorklinken: zoals Mefiboseth nooit uit zichzelf naar David toe zou zijn gegaan, maar door David opgezocht werd, zo zullen ook jongens en meisjes die een nieuw hart krijgen nooit zelf naar God zoeken. Ze worden door God Zelf opgezocht. Bid of de Heere zo jou ook wil opzoeken.

Hulp aan vluchtelingen (1)

Davids houding ten opzichte van Mefiboseth als verachte vluchteling is er een goed voorbeeld van hoe wij tegenover vluchtelingen moeten staan. David hielp Mefiboseth niet om er beter van te worden, integendeel, Mefiboseth zou door zijn afkomst wel eens een potentieel gevaar kunnen vormen. David wilde echter "Gods weldadigheid" aan hem bewijzen. Hij wilde de vluchteling uit Lodebar helpen, omdat hij zich door God daartoe geroepen voelde. Zo moeten ook wij vluchtelingen helpen. Niet om er beter van te worden, zeker ook niet om door het doen van "goede werken" iets te verdienen, maar alleen omdat God barmhartigheid vereist. Denk ook maar eens aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Hulp aan vluchtelingen (2)

David wist wat het was om vluchteling te zijn. Hij had immers vroeger zelf voor Saul moeten vluchten als een veldhoen op de bergen. Nu hij welvarend geworden is, omdat de Heere hem gezegend heeft, vergeet hij die tijd niet. Hij wil graag een ander die ook een vluchteling is, zoals hij vroeger was, helpen. Dat is hem niet te min. Zo mogen ook wij niet vergeten dat het de zegen van God is dat wij in een vrij en welvarend land wonen in tegenstelling tot veel anderen. Dat hebben we niet verdiend. Daarom nogen we niet neerzien op anderen. We moeten vluchtelingen, die in wezen niet slechter zijn dan wij, laten meedelen in onze welvaart.

Doen wat je belooft

David had aan Jonathan beloofd dat, als hij koning zou worden, hij Jonathan en zijn kinderen niet zou doden, maar hen weldadigheid zou bewijzen. David hield zijn woord. Zo moeten ook wij ons woord houden en doen wat we beloven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Mivo -16 | 35 Pagina's

De vluchteling in Lodebar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Mivo -16 | 35 Pagina's