JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Visie op het districtswerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Visie op het districtswerk

(Lezing gehouden op een bijeenkomst van districtsbesturen)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ontstaan van de districten

Het Landelijk Verband van Knapen- en Meisjesverenigingen kende geen districten. Op 26 september 1970 werd dat Verband opgeheven en op 1 januari 1971 sloten alle -16 verenigingen aan bij de Jeugdbond der Gereformeerde Gemeenten.
Op 7 en 14 november 1970 werden in Nieuwerkerk, Gouda en Apeldoorn vergaderingen belegd waarop de districten Zuid, West en Oost werden opgericht. Het vormen van deze districten werd noodzakelijk geacht om te komen tot meer gericht werken onder de jongeren tot zestien jaar. Door middel van de districten moest geprobeerd worden vastere vorm te geven aan het jeugdwerk. De kadervorming was daarbij een urgente zaak. Op de vergaderingen bleek ook een grote vraag naar werkmateriaal. Hier werd in voorzien door het in leven roepen van de commissie salvo -16 (nu mivo -16). De opkomst op de vergaderingen was goed. Alle districten kozen een bestuur dat in nauwe samenwerking met het sectiebestuur al het nodige in het district moest regelen. De eerste jaren bleek de belangstelling voor de cursussen niet zo groot, maar langzamerhand werd dit beter, zodat in 1977 een vierde district levensvatbaarheid bleek te hebben.

Wat is een district eigenlijk?

Een district vormt een schakel tussen de plaatselijke verenigingen en het sectiebestuur. Het sectiebestuur kan het gehele land moeilijk overzien. Een districtsbestuur kan dat in een deelgebied wel. De afstanden zijn kleiner. Contacten met de verenigingen komen gemakkelijker tot stand. Een districtsbestuur kan het jeugdwerk in de streek nauwkeurig volgen en stimuleren. Bijzonderheden van het grondvlak worden door het districtsbestuur aan het sectiebestuur doorgespeeld en van belang zijnde zaken kunnen vanuit het sectiebestuur via het district aan de verenigingen worden doorgegeven.
Alle aangesloten groepen zijn ingedeeld bij een van de vier districten. De opbouw van het districtswerk is in volle gang. Een uitbreiding van het aantal districten is noodzakelijk om de afstand tussen de verschillende verenigingen binnen een district te verkleinen.

Het doel van het districtswerk

1. Het bevorderen van het persoonlijk contact tussen leidinggevenden van de plaatselijke verenigingen om zo elkaar tot steun te zijn. Het uitwisselen van ervaringen tussen leiders en leidsters van de verschillende verenigingen is erg belangrijk. Het kan een stimulans zijn voor het werk op de club, omdat je ervaart dat anderen dikwijls met dezelfde problemen te maken hebben. Het onderlinge contact kan bevorderd worden door het houden van contactbijeenkomsten waar veel gelegenheid is voor onderling gesprek. Ook de kadercursussen vormen hiervoor een mogelijkheid.
2. Het organiseren van de instructiecursussen in samenwerking met de commissie Kavo. Meestal worden er per seizoen twee instructiecursussen gehouden. Bij de instructiecursussen gaat het om de vorming en toerusting van de leiders en leidsters voor hun taak op de verenigingen. Bij de bezinningscursussen gaat het meer om de bezinning op de achtergronden van het jeugdwerk en de situatie van de jongeren in deze tijd. De bezinningscursussen worden vanuit het bondscentrum georganiseerd.
3. Het bevorderen van het persoonlijk contact tussen de leden van de verenigingen, met name wat betreft de jongeren van 12-16 jaar. Deze taak van de districten bevindt zich nog in de beginfase. Hier en daar zijn door districten bijeenkomsten georganiseerd voor deze jongeren.
4. Het stimuleren van het jeugdwerk in de binnen het district gelegen gemeenten. Dit betreft in de eerste plaats de bestaande verenigingen. Heel stimulerend werkt een bezoek van een districtsbestuurslid aan een vereniging. Eventuele moeilijkheden kunnen dan besproken en zonodig aan het bondscentrum doorgespeeld worden. Ook kan geadviseerd worden een j.w.a. in te schakelen. Daarnaast zijn er ook nog de gemeenten waar geen jeugdwerk is. Het is niet de bedoeling dat het district pogingen doet om verenigingen op te richten. Veel meer gaat het er om steeds te informeren of er bepaalde mogelijkheden zijn, zodat het sectiebestuur of een j.w.a. ingeschakeld kan worden.
5. Vertegenwoordiging in het sectiebestuur
Ieder district heeft een afgevaardigde in het sectiebestuur -16. Deze informeert het sectiebestuur over de activiteiten van het district en de stand van zaken op de verenigingen van het district. Plannen van het sectiebestuur bespreekt hij weer met het districtsbestuur en zo mogelijk de leiders en leidsters.

De taken van de districtsbestuursleden

De voorzitter of zijn plaatsvervanger is belast met het leiding geven aan de vergaderingen van het bestuur, contact bijeenkomsten van leiders en leidsters en kadercursussen. In de meeste gevallen is de voorzitter ook afgevaardigde in het sectiebestuur, hoewel dit niet noodzakelijk is.
De sekretaris(esse) voert de correspondentie van het district. Van elke vergadering, behalve van de kadercursussen worden notulen geschreven en presentielijsten ingevuld. Afschriften van notulen en verslagen worden naar de leiders en leidsters gezonden. Voor alle kadercursussen en districtsbijeenkomsten worden uitnodigingen naar alle leiders en leidsters gezonden. Tenslotte moet de secretaris(esse) de namen van leiders en leidsters van het district nauwkeurig bijhouden.
De penningmeester(esse) Deze dient ieder jaar bij de penningmeester van de Jeugdbond een begroting in. Dit wordt als voorschot uitbetaald. Natuurlijk is het ook mogelijk dat het district de uitgaven eerst zelf betaalt en daarna de declaraties bij de penningmeester indient. Wilt u dan wel zo snel mogelijk deze na afloop van de activiteiten indienen. Subsidiabel zijn de uitgaven voor de kadercursussen en bestuursvergaderingen. Andere activiteiten dienen in principe zichzelf te bedruipen.
De afgevaardigde in het sectiebestuur Het sektiebestuur -16 bestaat uit 5 leden gekozen door de Huishoudelijke Vergadering (de "landelijk gekozenen") en 4 vertegenwoordigers uit de -16 districten (uit elk district één afgevaardigde). De districtsafgevaardigde heeft de volgende taken in het sectiebestuur: Hij rapporteert voor iedere sectiebestuursvergadering over de activiteiten en de situatie van het district en de daartoe behorende verenigingen.
Tijdens de vergaderingen van het sectiebestuur geeft hij bij de besprekingen weer hoe naar zijn mening door het grondvlak gereageerd zal worden op bepaalde voorstellen van commissies, jeugdwerkadviseurs e.d.. Hiertoe is het nodig dat er frequent contact is met de leden van het districtsbestuur en de plaatselijke verenigingen.

Tenslotte

Het is zinvol de betekenis van het districtswerk eens te benadrukken. Een goede presentatie van de districten is erg belangrijk. Sommige leiders en leidsters zien de zin ervan niet zo. In de meeste gevallen wordt dat veroorzaakt door onbekendheid. De dienende taak van het district moet benadrukt worden. Een goede organisatie is belangrijk, zeer belangrijk zelfs. We moeten echter bedenken dat dit niet het eindpunt is, maar een middel. Ook in ons districtswerk zijn we afhankelijk van de zegen des Heeren. Laten we vanuit die afhankelijkheid ons inzetten voor het werk onder onze jongeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

Mivo -16 | 28 Pagina's

Visie op het districtswerk

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

Mivo -16 | 28 Pagina's