Filippus en Nathanaël

“Mam, kijk eens wat ik hier heb. Een uitnodiging voor een heel bijzondere clubmiddag. Volgende week zaterdag. De juf gaat eerst uit de Bijbel vertellen en daarna is er een vossenjacht georganiseerd. Mag ik er naar toe?” vraagt Linde. “Natuurlijk mag dat,” zegt moeder. “Laat de uitnodiging eens zien.” Linde geeft snel de uitnodiging aan moeder. “Ik zie dat je ook een vriendje of vriendinnetje mee mag nemen. Misschien kun jij Jenthe mee vragen? Jullie spelen zo vaak samen.”
“Nou nee hoor, mam, dat doe ik maar niet.” “Maar waarom niet?” vraagt moeder. “Misschien vindt Jenthe het wel raar om naar de club van de kerk te gaan. Zij gaat niet naar de kerk en ik praat eigenlijk nooit met haar over deze dingen.” "Misschien moet je haar dan juist vragen om mee te gaan!"

Kies uit de volgende woorden:

Andreas – Bethsaïda – discipel – hemel – Israëliet – Messias  - Nathanaël – Nazareth – Petrus – vijgenboom – volg Mij.

1. Twee woorden waarmee Filippus door Jezus werd geroepen.
2. Een ander woord voor volgeling van de Heere Jezus?
3. In deze stad woonde Filippus.
4. Wie wonen er ook in deze stad?
5. De vriend van Filippus.
6. Onder welke boom zat Nathanaël?
7. Wie heeft Filippus gevonden?
8. Nathanaël zei: ‘Kan uit ............... iets goeds zijn?
9. Jezus noemt Nathanaël een ware ............... !
10. Nathanaël zou van nu af aan de ............... geopend zien.

Woordzoeker:

Zoek de antwoorden van de hiernaast gestelde vragen in de woordzoeker en streep de letters door. De overgebleven letters vormen een zin. Zie hiervoor het origineel.

Oplossing: .................................

Wie zegt wat?

Zet de nummers van de zinnen onder de juiste naam. Zie hiervoor ook het origineel.
1. Zie, waarlijk een Israëliet, in welken geen bedrog is.
2. Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven heeft.
3. Vanwaar kent Gij mij?
4. Volg Mij!
5. Rabbi, Gij zijt de Zone Gods, Gij zijt de Koning Israëls.
6. Eer u Filippus riep, daar gij onder de vijgenboom waart, zag Ik u.
7. Kom en zie!
8. Kan uit Nazareth iets goeds zijn?

Praatvragen

Vraag 1.
A. Filippus, Nathanaël en de andere discipelen mochten de Heere Jezus volgen. Waaraan kon je dat merken?
B. Als jij de Heere Jezus mag volgen, hoe is dat dan aan jou te merken?
Vraag 2.
Filippus en Nathanaël waren echte vrienden. Filippus bracht zijn vriend bij de Heere Jezus.
A. Hoe kun jij een echte vriend/vriendin voor een ander zijn?
B. Hoe kun jij je vrienden bij de Heere Jezus brengen?
Vraag 3.
De Heere Jezus zag Nathanaël al toen hij onder de vijgenboom was.
A. Wat zegt dit over de Heere Jezus?
B. Wat betekent dit voor jou? Maakt het je blij of juist niet?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen