Ik ben het Brood des levens

Je komt uit school en je hebt… trek! Je kijkt snel in de kast of er nog iets lekkers is en je vraagt of je iets hebben mag. Als je een poosje niet hebt gegeten, krijg je honger. Hopelijk ken jij geen echte honger, want dat is heel erg. Mensen die langere tijd geen eten hebben, worden ziek en zwak, en sterven tenslotte. Wat een zegen als je genoeg eten hebt!
Misschien ken je ook nog een andere honger: een honger naar de Heere. Je kunt Hem niet meer missen in je leven. Je verlangt ernaar om te doen wat Hij zegt. Je verlangt naar vergeving van je zonden, naar liefde, naar vrede in je hart. Die honger wil de Heere Jezus stillen. Hij zegt: “Ik ben het Brood des levens.” Hij stuurt je niet weg als je komt, maar geeft je alles wat je nodig hebt. Voor nu en voor altijd.

Kies de goede zin

De antwoorden op deze vragen heb je in de vertelling gehoord. Je kunt ze ook vinden in Johannes 6, vooral vers 1-15.
1. De Heere Jezus ging met Zijn discipelen naar

• de Zee van Tiberias
• de Zee van Galilea
• de Rode Zee

2. Hij vroeg aan Filippus

• of hij brood wilde gaan kopen voor alle mensen.
• waar ze brood konden kopen voor alle mensen.
• of hij de mensen om brood wilde gaan vragen.

3. Andreas kwam met een jongen, die had

• twee broden en vijf vissen
• twee broden en twee vissen
• vijf broden en twee vissen

4. Er waren wel

• vijfduizend mannen, nog zonder de vrouwen en kinderen
• drieduizend mannen, nog zonder de vrouwen en kinderen
• vijfhonderd mannen, nog zonder de vrouwen en kinderen

5. Er waren nog

• twaalf broden over
• twaalf stukken brood over
• twaalf manden met brood over

6. De mensen zeiden tegen elkaar

• dat Jezus de Profeet was Die komen zou.
• dat Jezus de Messias was Die komen zou.
• dat Jezus de Zoon van God was Die komen zou.

7. De Heere Jezus

• ging alleen de berg op.
• ging met Zijn discipelen in het schip.
• ging met Zijn discipelen naar huis.

8. De volgende dag zei de Heere Jezus tot de mensen:

• “Ik ben de Goede Herder.”
• “Ik ben de Deur.”
• “Ik ben het Brood des levens.”

9. Toen Hij dit gezegd had

• geloofden alle vijfduizend mensen in Hem.
• geloofden de mensen niet dat Hij de Zoon van God was.
• geloofden de mensen dat Hij Gods Zoon was.

Het Brood des levens

• Waarvoor heb jij elke dag brood nodig?
• Waarom zou de Heere Jezus Zichzelf ‘het Brood des levens’ noemen?
• De Heere Jezus zegt: “die tot Mij komt, zal geenszins hongeren en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.”
a. Kun je ‘honger’ hebben naar de Heere Jezus? Wat wil je dan?
b. Wat geeft de Heere Jezus je dan, zodat je geen honger meer hebt?

Bidden en danken

1. Jij krijgt elke dag brood en ander eten van de Heere. Waarom bid je daarvoor?
2. Waarom dank je voor je eten?
3. Teken of schrijf hieronder twee dingen waar je de Heere om bidt of die je graag van Hem zou willen hebben. Zie hiervoor het origineel.
4. Als de Heere je die dingen geeft, ben je dan echt gelukkig?

Nooit meer honger

In de Bijbel staan verschillende teksten die erover gaan dat je verzadigd zult worden als je met ‘honger’ tot de Heere Jezus komt. Zoek deze teksten op. Welke vind jij de mooiste? Schrijf die hieronder in het brood. Zie hiervoor het origineel.

• Johannes 6:35
• Mattheüs 5:6
• Lukas 1:53
• Psalm 34:11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen