JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Dienstbaarheid bij kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienstbaarheid bij kinderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nienke (2 jaar) heeft een klein zusje: Linda van negen maanden. Zodra Linda gaat huilen omdat ze iets te pakken wil krijgen, loopt Nienke naar haar toe en geeft het haar.

Veel moeders zullen vertederd kijken naar de houding van Nienke. Voor christelijke ouders is het belangrijk om hun kinderen een dienstbare houding aan te leren. Hieronder verstaan we allereerst het omzien naar en gericht zijn op een ander. Om vervolgens ook echt iets te doen voor de ander. ‘Daad bij het woord voegen’, persoonlijk beschikbaar zijn.

Van nature dienen wij niet, maar zijn we op onszelf gericht. De Bijbel vraagt ons om de Heere te dienen. Dat is alleen mogelijk als we Hem kennen. Alleen dan zijn we werkelijk in staat om, door Christus, een dienende levenshouding te hebben. Dat ontslaat ouders echter niet van de taak om een dienende levenshouding bij kinderen te stimuleren.

In onze ik-gerichte cultuur is dienstbaarheid niet iets vanzelfsprekends. Het is een levenshouding die zich moet ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om iets te begrijpen van de sociale ontwikkeling van kinderen.

 

Ontwikkelingsfasen

Kinderen kunnen pas behulpzaam zijn als ze inlevingsvermogen ontwikkelen. Baby’s zijn nog niet in staat om zich in te leven in anderen. Wel reageren ze op emoties van anderen. Ze kunnen bijvoorbeeld gaan huilen zodra ze een andere baby horen huilen. Dit gedrag noemen we dan nog kopieergedrag, omdat het nog niet werkelijk de emotie van het kind weergeeft.

Een peuter van een jaar kan zorgzaam reageren, bijvoorbeeld wanneer hij een ander kind ziet huilen of pijn ziet hebben. Hij zal proberen een ander te troosten door bijvoorbeeld een aanraking of omhelzing. Als peuters iets ouder worden, zullen ze ook actief iets doen om de ander te troosten (bijvoorbeeld spulletjes uitdelen aan een verdrietig zusje of pleisters brengen naar een ernstig zieke opa). Dit gedrag is het begin van inlevingsvermogen. Wel is het gericht zijn op een ander nog minimaal. Peuters redeneren nog steeds vanuit hun eigen gevoel, ze zijn verstandelijk nog niet in staat om te bedenken dat het gevoel van een ander anders kan zijn.

Het is dus belangrijk om op deze leeftijd reële verwachtingen van ‘dienstbaarheid’ te hebben. Laat je kind weten dat het goed is wanneer hij lief is tegen een ander of wanneer hij een ander helpt. Je bent dan bezig om dienstbaarheid aan te leren en te stimuleren. Dit kan ook door je jonge kind te betrekken bij huishoudelijke taken. Jonge kinderen vinden het daarbij vaak erg leuk om mama en papa te helpen. Maak hier al zo jong mogelijk gebruik van. Op deze manier leert een kind dat meehelpen erbij hoort.

Als kinderen wat ouder worden, zo rond de drie, vier jaar, gaan ze steeds meer begrijpen dat anderen niet hetzelfde vinden als zij. Een kleuter kan steeds meer emoties van anderen herkennen en hij vraagt zich ook meer af wat een ander doet of voelt. Een vierjarige is steeds meer in staat om medelijden te tonen en te zorgen voor een ander. Doordat een vierjarige (op school) meer vriendschappen gaat ontwikkelen, leert een kind dat een ander dingen anders kan beleven. Je kunt behulpzaamheid stimuleren door je kind al kleine opdrachten te geven en daarmee kleine verantwoordelijkheden.

Tussen de zes en de acht jaar gaan kinderen emoties steeds beter begrijpen. Op deze leeftijd kunnen kinderen in hun eigen gedrag beter rekening houden met de gevoelens van anderen. Ze zijn dan ook in staat om te begrijpen waarom anderen bepaalde dingen doen en kunnen de gedachtegang van anderen beter volgen. Vanaf ongeveer zeven jaar kan een kind begrijpen dat sommige dingen niet even aardig zijn om te zeggen. Op deze leeftijd kun je je kind gerust leren dat iets negatief zeggen niet goed is, omdat je anderen ‘pijn doet en verdrietig maakt’ en mag je ook gepast straf geven als dit gedrag vaker voorkomt. Aan de andere kant kun je je kind ook leren om gemeend en gericht complimenten te geven.

 

Rol van ouders

Een aantal praktische tips om inlevingsvermogen en dienstbaarheid te stimuleren:

* De belangrijkste stimulans is het voorbeeld van ouders. Wanneer je liefdevol, zorgzaam en behulpzaam staat tegenover andere mensen, leer je hiermee je kind veel. Praten over dienen moet ondersteund worden door het goede voorbeeld.

* Al vanaf de peuterleeftijd is het belangrijk dat je je eigen gevoelens en die van anderen uitlegt aan het kind en vertelt tot welk gedrag het leidt. Je kunt bijvoorbeeld uitleggen waarom je een gil gaf toen je iets liet vallen. ’Dat was niet aardig van mama om zo hard te gillen, maar mama schrok erg toen ze het glas liet vallen’. Een kind leert dan te begrijpen welke gevoelens er achter gedrag zitten.

* Ook is het van belang dat je uitlegt welke consequenties het gedrag van je eigen kind heeft voor anderen.

* Leg af en toe uit waarom je ervoor kiest om dienstbaar te zijn. Het klinkt misschien vreemd, maar je kind ziet dan beter dat je (onzichtbaar voor hem) dienstbaar bent. ‘Ik wilde eigenlijk een boodschap met je gaan doen, maar ik zie dat je lekker aan het spelen bent, dus ga ik nu eerst even strijken’.

* Geef je kind complimenten en waardering als het lief is voor een ander of een ander helpt.

* Geef geen straf of word niet boos als je kind alleen met tegenzin iets doet voor een ander. Leg juist uit hoe het voelt voor een ander dat je kind iets niet wil doen en stimuleer je kind om zich in te leven in een ander.

 


Bronnen

Kohnstamm, R. (2010). Kleine ontwikkelingspsychologie, de schoolleeftijd. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Stolk, J. (2011). Handboek Christelijke opvoeding: De opvoeding van kinderen van 4 tot 12 jaar. Heerenveen: Uitgeverij Jongbloed

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2016

Eigenwijs | 24 Pagina's

Dienstbaarheid bij kinderen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2016

Eigenwijs | 24 Pagina's