(Ver)wachten
Najaar, 1996
Waar blijft die trein nou? Oh, wacht, daar is-ie. Piepend en knarsend gaan de deuren open. Vol verwachting klopt mijn hart. Zie ik hem al? Bosjes mensen lopen voorbij, maar degene op wie ik sta te wachten, is er niet. Wat nu? Dan maar zonder hem instappen en zelf naar huis gaan? Nee, dat doe ik niet. Ik heb hier met hem afgesproken en verlang ernaar om hem te zien, het is een week geleden.
Zou hij de trein gemist hebben? Weet je wat? Ik wacht tot de volgende trein komt. Even later stopt de volgende trein op station Gouda. Maar weer geen André. Wat raar. Ik begin te twijfelen. Komt hij wel? Moet ik nu nog blijven wachten? Of niet? Of wel? Ik wil hem zó graag zien en spreken, en hij heeft het beloofd. Ik wacht.
Later stopt er weer een trein. En daar springt mijn vriend uit. Ik krijg een flinke omhelzing. Eindelijk. “Waar kom je vandaan? vraag ik. Deze trein komt van de andere kant!”
“Tja, lieverd, ik had per ongeluk de intercity genomen, en die stopt niet in Gouda — pas in Rotterdam. Maar ik wist dat je zou wachten, dus ik ben teruggereisd. En nu ben ik er!”
Wat is de reden dat jij iets of iemand verwacht, of dat je op iemand wacht? Heeft dat niet te maken met hoe belangrijk je het vindt? Want anders blijf je toch niet wachten?
Dan vergaat je hoop en verwachting toch? Dan denk je: ‘Laat zitten, ik verzin wel iets anders.’
Zo is God niet. Hij wacht niet in onwetendheid of in machteloosheid. Dat past meer bij ons mensen. Maar wist jij dat de Heere wacht om jou genadig te zijn? Voor het eerst of opnieuw?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
Daniel | 40 Pagina's