Onverwacht andere zorg
Het is winter. Buiten is het nat en koud. Onze dagdienst is net begonnen en we ontvangen gelijk een reanimatiemelding. Met spoed koersen we richting het opgegeven adres. Meldingen van deze categorie pakken we extra zorgvuldig op. In korte tijd moeten we veel dingen uitzoeken en tegelijkertijd ook veel handelingen doen. Feitelijk gaat het over veel en snelle hulp op de grens van leven en dood. Dat moet alleen maar de beste ambulancezorg zijn die er bestaat!
Aanrijdend doen we een ‘PAP’, de zogeheten pre arrival preparation; een kort gesprekje met vaste punten -taakverdeling, benodigde apparatuur, enzovoort- ter voorbereiding op de inzet. Kort daarna zijn we ter plaatse en even later staan we met spoedkoffers en apparatuur in de woonkamer.
Huh… waar zijn we nou terechtgekomen? Er staat een kring van mensen en in hun midden een bed waarop een vrouw ligt. Haar levenseinde is overduidelijk dichtbij. “Ja,” fluistert een jongere in lichte paniek tegen ons, “mijn moeder is ongeneeslijk ziek. Ze zal niet lang meer leven. Nu stopte net even het ademen en toen hebben we de ambulance gebeld. Wat moeten we doen?”
Zachtjes zetten we onze ambulancespullen op de grond. Dit scenario zat niet in onze ‘PAP’. Eén ding realiseren we ons direct: Dit moment is kostbaar en intiem. Weg met techniek en hectiek. Hier is rust een must.
We zetten stoelen neer om het bed van de patiënt. In plaats van werkruimte voor onszelf maken we ruimte voor de familie. Onze handen raken de patiënt niet aan, familiehanden houden de patiënt vast. Geen monitor naast de patiënt, maar fotolijstjes. Normaliter vragen we andere hulpdiensten om te komen, nu vragen we hen om weer snel en zachtjes te vertrekken. Voor de benauwdheid van de patiënt kunnen we de oorzaak niet wegnemen, wel geven we een medicijn dat de klachten verlicht. Vaak nemen wij de zorg van de huisarts over, nu bellen we de huisarts en korte tijd later arriveert deze en neemt de zorg weer van ons over. Wij vertrekken stilletjes. Alles ademt rust. Ook de patiënt ademt rustig.
Voor ons was dit een leerzame belevenis. We dáchten goed voorbereid aan te komen, maar eenmaal bij de patiënt bleek de hulpvraag compleet anders. Is dat niet leerzaam voor héél jouw en mijn leven? Vaak en (te?) makkelijk denken en plannen we vooruit. Maar als jij mijn collega zou zijn, zie je dagelijks dat de toekomst helemaal niet in óns bereik ligt. Hoeveel voorbeelden wil je? Zo was het ook met onze ingenieuze, medisch- technologische hoogstandjes en vernuftige apparaten. We dáchten het te gaan gebruiken. Normaal steken we onze handen uit de mouwen, maar nu hielden we ze vooral op de rug. Zorg rondom het levenseinde is zorg met hart, hoofd en handen. Vooral het eerste. En geldt dat eigenlijk niet voor alle zorg en aandacht die jij en ik aan anderen kunnen en mogen geven?
Trouwens, over toekomst en handen gesproken, zing je vanuit je hart mee? “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand!”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2022
Daniel | 36 Pagina's