JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Fransje mag naar Huis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Fransje mag naar Huis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is nog heel vroeg in de morgen. Vader Joost van Wingerden is al aan het werk. Want er is genoeg te doen vandaag. De aardappels moeten uit de grond worden gehaald. Met een riek in zijn hand loopt hij naar het land. Ook al is het nog halfdonker, dat maakt voor hem niet uit. Hij kan de weg wil vinden. Hij werkt al zo lang op het land. Al vanaf dat hij van school kwam. En dat is al een poos geleden.

IJverig steekt hij de aardappelriek in de grond. Tsjonge, daar komen veel aardappels tevoorschijn! Aan het einde van de rij stopt hij. Nu gaat hij eerst de aardappels oprapen. Voorzichtig legt hij ze één voor één in de mand. Intussen staan zijn gedachten niet stil. Wat is het al lang gelden dat hij nog op school zat. Sinds die tijd is er zoveel gebeurd. Wat een verdriet heeft hij al meegemaakt. Hij denk aan zijn broers en zussen. Van hen zijn er al veel gestorven. Sommigen al heel jong. Anderen waren wat ouder, maar toch ook nog jong. Zijn broer Jan was nog maar negentien jaar. En broer Arie zesentwintig jaar. Allebei zijn ze gestorven aan een besmettelijke ziekte. En zelf heeft hij ook al een kindje verloren, Cornelia. Zij is maar drie jaar geworden. Ze stierf in hetzelfde jaar als zijn broer Jan. Wat was dat een verdrietige tijd. Maar de Heere heeft hen getroost, want ze mogen geloven dat Cornelia nu bij de Heere is.

Van Wingerden heeft al een mand met aardappels gevuld. Snel pakt hij een volgende mand.

“Van Wingerden, kom eens.”

Hij kijkt op. Aan het begin van het land staat de boer bij wie hij werkt. De boer wenkt. Snel loopt hij naar hem toe. “Je moet gauw naar huis gaan”, zegt de boer. “Je vrouw heeft je laten roepen. Er is een kind erg ziek.”

Zo snel mogelijk loopt Van Wingerden naar huis. Hij gaat naar binnen.

“Ssst…” Zijn vrouw legt haar vinger op haar mond. “Fransje voelt zich heel erg naar. Hij heeft zo’n erge hoofdpijn. Verschrikkelijk. En hij klaagt ook over een stijve nek.” Van Wingerden kijkt naar zijn jongen die op bed ligt. Fransje doet even zijn ogen open. “Vader”, fluistert hij, “wilt u de luiken weer dichtdoen? Ik kan niet tegen het felle licht.”

“We moeten de dokter erbij roepen”, zegt moeder. Even later gaat Van Wingerden op weg naar de dokter. Gelukkig is die thuis. Hij gaat gelijk mee en kijkt heel bezorgd als hij Fransje ziet. Hij onderzoekt de zieke. “Dit is heel zorgelijk”, zegt hij dan. “Ik denk dat het hersenvliesontsteking is. Daardoor kan hij geen licht verdragen. En ook de hoofdpijn en die stijve nek zijn verschijnselen die erbij kunnen horen. En hij heeft ook koorts.”

Van Wingerden en zijn vrouw schrikken van wat de dokter zegt. Dit is een heel ernstige boodschap. Ze roepen tot de Heere of Hij hem in genade wil aanzien als Fransje moet sterven.

Het gaat die dag steeds slechter met Fransje. Hij wordt nog zieker. Zijn vader en moeder gaan niet meer weg van zijn bed. Hij kan ieder moment sterven. De dag is bijna voorbij. Op dat moment zien ze dat het met Fransje helemaal niet goed gaat. Hij sterft. Zijn vader en moeder staan huilend bij zijn bed. Vanochtend toen hij opstond, leek Fransje gezond. En nu is hij al gestoven. In één dag.

Maar dan spreekt de Heere met kracht in het hart van Van Wingerden: Eén dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Wat komt er nu een blijdschap in zijn hart. “Vrouw”, zegt hij, “over Fransje hoeven we niet te treuren. Die is bij de Heere. Je weet het toch nog wel dat ik wel eens gezegd heb: Het lijkt wel of de Heere in dat jongetje werkt. Hij buigt zo vaak zijn knieën. Hij is zo bang om zonde te doen. Maar nu weet ik het zeker: Fransje is eeuwig Thuis. Voor hem is het waar geworden:

Dan ga ik op tot Gods altaren,

Tot God, mijn God, de bron van vreugd.

Dan zal ik, juichend, stem en snaren

Ten roem van Zijne goedheid paren.

Die, na kortstondig ongeneugt,

Mij eindeloos verheugt.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 2022

Daniel | 36 Pagina's

Fransje mag naar Huis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 2022

Daniel | 36 Pagina's