Lessen op de fiets
Het is half zeven en voor de wekker gaat, ben ik er al uit. Voor mijn ochtendritueel en de heerlijke groene smoothie heb ik een half uurtje nodig. Het Bijbelgedeelte dat ik deze week lees, gaat over bouwen en ik neem de vraag mee onderweg, waar bouw ik op? De schooltas staat al klaar en de boterhammen gaan in het trommeltje mee voor de lunch en dan begint het feest. Ik ga op de fiets naar school. Het is een uurtje fietsen en dan ben ik er. Vandaag ga ik geen lesgeven omdat het toetsweek is. Vandaag krijg ik les op de fiets!
Vandaag krijg ik les op de fiets!
Het is vroeg en er is veel dauw en mist. De voorkant van mijn haar is in no-time nat. Er schiet een les van de docent van de CGO-cursus door mijn hoofd. Hij zei dat dauw een zegen van de Heere is. De schoonheid van de natuur dringt weer enorm tot me door. Het zingt in mijn hoofd: ‘Hoe groot zijt Gij’. De zon komt zachtjes tevoorschijn en lange schaduwen fietsen mee. De dichter van Psalm 91 zegt: Die in de schaduw des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Wat een les!
Langs de weg staan veel knotwilgen en ik heb iets met deze bomen. Ik denk na over de dagopening die ik nog moet houden. Die kan hierover gaan. Veel van die bomen zijn gesnoeid, dit noem je ook wel geknot. De Heere wil dat we dicht bij Hem leven en daarom worden wij ook weleens geknot. Soms geeft de Heere ons tegenslagen om ons meer aan Hem te verbinden. De knotwilg staat vaak dicht aan de waterkant, ja zelfs met de wortels in de sloot. Water is in de Bijbel een teken van leven. Levend water laat ons zien wat er in de bron van Christus is te vinden. Leef ik dicht bij die Bron? En zo fiets ik door, terwijl ik zie dat er van die gaten in de knotwilgen zitten. Dat is een mooi schuilplaatsje voor de vogels! Er zijn er zelfs die er een nestje in maken.
De weg gaat over bochtige dijkjes en langs een mooie rivier. Ik haal veel leerlingen in. Zij praten en fietsen gezellig met elkaar en helaas vaak met z’n drieën waardoor telkens de derde leerling voor of achter moet rijden als er iemand wil passeren.
Onderweg genietend van al het moois in de natuur kom ik even uit mijn bubbel. Er zijn leerlingen bij die met een oortje in hun oren fietsen, maar er zijn er ook die met een hoop herrie fietsen. Dan vraag ik me steeds weer af: ‘Is dit nodig’? Stille tijd kan ook op de fiets.
Ik ben er bijna. In de sloot is de meerkoet net van haar nestje gegaan en daar liggen vier flinke eieren. Twijfel je nog aan het bestaan van God? Wat een lessen onderweg hè, zie jij ze ook?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
Daniel | 36 Pagina's