Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper

Anna stelt de eerste vraag aan haar godsdienstdocent. “Waarom gelooft u dat God de aarde heeft gemaakt en waarom gelooft u niet in de evolutietheorie?” Meneer Van Steensel: “Ik vind dit een heel goede vraag. Ik geloof in de Schepper van alle dingen. Geloven in de evolutietheorie betekent geloven in toeval. Ik vind het nog moeilijker om te geloven dat dingen vanzelf zijn ontstaan, dan eenvoudig te geloven dat God alle dingen gemaakt heeft.”

Veredeld dier

Meneer Van Steensel vertelt verder. “De evolutietheorie maakt van een mens een veredeld dier. Je doel is dan om je voort te planten en dit succesvoller te doen dan de dieren, want anders verdwijn je. Dat vind ik een hopeloze theorie. Deze theorie heeft consequenties voor hoe je jezelf ziet en wat het doel is van je leven. Als je gelooft in de Schepper, dan mag je geloven dat God een doel heeft met jouw leven. Dan mag je geloven dat er een Verlosser is, Die alles weer nieuw zal maken. Dat is toch veel rijker?” Anna en Liselotte stemmen daarmee in. Anna heeft wel eens een gesprek gehad met een meisje, dat geloofde in de evolutietheorie. Dan blijkt inderdaad dat de evolutietheorie ook geloven is. “Dit meisje kon geen antwoord geven op de vraag hoe de oerknal ontstaan is.”

Twijfel

Liselotte is benieuwd of haar godsdienstleraar tijdens zijn eigen studie biologie ooit heeft getwijfeld aan de schepping of het bestaan van God. “Ik denk dat ik nooit echt getwijfeld heb aan het bestaan van God, of dat God alles geschapen heeft”, reageert haar docent. “Toen ik biologie studeerde, ben ik wel veel hierover aangevallen. Ik kreeg te maken met vragen waar ik geen antwoorden op had. Daardoor heb ik als student wel veel nagedacht over schepping en evolutie en met andere studenten hierover gedebatteerd.”

Liselotte is eigenlijk wel benieuwd welke vragen dat waren. “Op welke vragen wist u dan geen antwoord?” Meneer Van Steensel geeft als voorbeeld de sterrenkunde. “De sterren staan zo ontzettend ver bij ons vandaan en het licht daarvan heeft tienduizenden jaren

nodig om de aarde te bereiken. Als ik daarover nadenk, snap ik het niet zo goed meer. Een verklaring hiervoor is dat de sterren met een schijnbare ouderdom geschapen zijn. Dat was Adam ook. Maar ik geef toe dat daar vragen liggen die ik lastig vind.

Dat geldt ook voor de fossielen. Ik geloof niet dat God die in de aarde heeft geschapen, zoals sommigen dit uitleggen. Dan zou God de aarde geschapen hebben en daar voor ons een puzzeltje in gelegd hebben. Het blijft dus een lastige vraag waar de fossielen dan vandaan komen.”

Dwaling

Meneer Van Steensel heeft een advies voor studenten die ook tegen deze vragen aanlopen. Verdiep je in de wetenschapsfilosofie. Dat heeft mij erg geholpen. Praat er ook met andere christenen over en vertrouw niet teveel op jezelf. Je kunt zo makkelijk uitglijden. Als de veronderstelling ‘als God er niet was’ teveel invloed krijgt op je denken, raak je steeds verder bij God vandaan. Als je jezelf in deze dingen wilt verdiepen, zoek dan wijsheid in de Bijbel en nabijheid in het gebed. Ik denk dat het belangrijk is om de grenzen van de wetenschap goed te beseffen en de Heere te kennen als je God en Zaligmaker. Als je dicht bij God leeft, dan krijgt de dwaling niet zo makkelijk vat op je. ”

“Ja, maar”

Liselotte en Anna geven aan dat zij het lastig vinden om tijdens gesprekken met anderen goede argumenten te vinden waarom zij geloven in een God Die alles geschapen heeft. “Als reactie krijg je dan al snel: ‘Ja, maar dat zeggen mensen die in een andere god geloven ook’. Hoe kunnen wij aan een niet-christelijke collega of medestudenten uitleggen dat we geloven in een God Die alles geschapen heeft?”

Hun docent antwoordt: “Ik denk dat we in gesprekken met andere mensen ons eerst in hen moeten verdiepen. Heel vaak projecteren we onze eigen twijfels in ongelovigen. Áls je in God gelooft, dan geloof je ook in wonderen. Dan geloof je dat God de aarde heeft geschapen. Dan geloof je dat God ingrijpt in de wereld. Wij hebben echt geen wereld waarin God Zich verstopt, zodat je heel veel geloof nodig hebt, om iets van God te zien. Nee, God spreekt! Als God in mijn leven spreekt en ingrijpt, dan geloof ik dat God dat in de wereld ook doet.” Anna en Liselotte geven aan dat ze dit herkennen. “Wij hebben ook nooit echt getwijfeld of God de wereld geschapen heeft.”

Wie is de ware God?

“Hoe weet je nu dat de God van de Bijbel de echte God is en niet de god van de moslims?” Meneer Van Steensel: “Dat is een hele lastige vraag. Want hoe weet je iets? Met de wetenschap kunnen we niet vaststellen Wie de ware God is. De wetenschap heeft eigenlijk maar een heel beperkt gedeelte dat onderzocht kan worden. De wetenschap wil alles verklaren, alsof God niet bestaat. Dus hoe bepaal je dan Wie de ware God is?

De meeste godsdiensten zijn godsdiensten waarin je jezelf moet verbeteren. Het christendom is uniek, omdat God Mens geworden is om ons te verlossen. Er is hoop, omdat je niet zelf op hoeft te klimmen en een beter mens moet worden. Je mag opzien naar God, Die het goede voor ons zoekt. Zekerheid krijg je, als je God persoonlijk leert kennen. Als je de stem van de Heere Jezus gaat horen, Die zegt: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Dan zeg je: ‘Het christendom is het enige ware geloof’. Niet omdat wij slimmer zijn of verstandiger dan andere godsdiensten, maar omdat we nazeggen wat God zegt. Want God kan het weten. Hij kan niet liegen.”

Bewijs

Anna: “Mag je wel op zoek gaan naar bewijs dat God de aarde geschapen heeft?” Meneer Van Steensel: “Christelijke filosofen zijn altijd al op zoek geweest naar begrip om daarmee het geloof te versterken. Augustinus kende deze zoektocht ook en zei: ‘Wij geloven om te begrijpen, wij begrijpen niet om te geloven’. Wat een christen nodig heeft om zijn geloof te bevestigen, is echter vaak niet genoeg om ongelovigen te overtuigen. Maar voor wie gelooft, zijn het vingerwijzingen. Ik denk daarom niet dat je het iemand kwalijk mag nemen, als geprobeerd wordt om de schepping te begrijpen. Maar we moeten ons wel altijd onderwerpen aan de Bijbel. Genesis 1 is geen wetenschap, geen lesboek natuurkunde.”

Zes dagen

Vorige week hielden andere studenten van meneer Van Steensel een presentatie over de evolutietheorie. Ze lieten daarbij een filmpje zien, waarin gezegd werd dat schepping en evolutie met elkaar gecombineerd kunnen worden. Schepping en evolutie zijn niet in strijd met elkaar, maar vullen elkaar aan. Anna en Liselotte vragen zich af of je geloof in evolutie en geloof in de Bijbel kunt combineren. “Op dit moment zie ik dat er inderdaad een grote verleiding is, om schepping en evolutie te combineren. Maar als de Bijbel spreekt over dagen, dan moeten we dat ook eenvoudig zó lezen. Denk bijvoorbeeld aan het vierde gebod: Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt.

In onze cultuur denken we echter dat we voor de waarheid afhankelijk zijn van de wetenschap. Door waarnemingen uit de wetenschap, kun je vragen gaan stellen bij Genesis 1. Je kunt dan Genesis 1 anders gaan lezen, om in overeenstemming met de wetenschap te laten zijn. Dan wordt de uitleg van Genesis 1 en 2 heel verwrongen en ten diepste lees je dan niet meer wat er staat. Als je schepping en evolutie gaat combineren, zou dit betekenen dat God de mens geschapen heeft in een weg van overwinning van de sterkste. Halen we dan niet de goedheid van God onderuit? We kunnen toch niet begrijpen dat een goede God de mens geschapen heeft door een geschiedenis van dierenleed en dood heen? De dood kan dan ook geen straf op de zonde zijn. Het combineren van schepping en evolutie is daarom geen begaanbare weg.”

Herschepping

Van de schepping gaat het gesprek naar de herschepping. Dit kun je niet los van elkaar zien, zo geeft meneer Van Steensel aan. “Vanaf de zondeval is de hele Bijbel de geschiedenis van Gods herschepping. De herschepping is geen compleet nieuwe schepping. Als dat zo was, zou je bijna kunnen zeggen dat de duivel gewonnen had, omdat hij de schepping vernietigd heeft. Maar Christus is Mens geworden, om ons menszijn te zaligen. Door dood en opstanding heen brengt God de schepping in een nieuwe staat. Heel nadrukkelijk tekent God in de Bijbel, dat het doel is van Gods heilsplan, het herstel van de schepping. Deze Bijbelse lijn kun je niet meer trekken als je schepping en evolutie wil combineren.”

Nieuw en zeer goed

Het gesprek over de herschepping, levert bij Anna nog een laatste vraag op. Hoe zal het zijn op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde? Meneer Van Steensel: “De Bijbel is daar heel sober over. Er zijn veel parallellen tussen Genesis 1 en 2 en Openbaring 22. De Bijbel tekent de aarde in Openbaring 22 als een nieuw paradijs. Ik denk dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde nog beter zullen zijn dan de eerste schepping. De schepping was zeer goed, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen volmaakt zijn. Maar je hebt gelijk: in de Bijbel wordt vooral gesproken over wat het niet zal zijn: geen dood, geen rouw, geen tranen meer. Hoe het wél zal zijn is voor ons nog niet te begrijpen, maar die de Heere verwachten, zullen niet beschaamd worden.”

Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

ʾ Heb jij wel eens getwijfeld aan het bestaan van God of aan de schepping? Ga er eens met een vriend/vriendin over in gesprek.

ʾ “Wij hebben God teveel uit onze gedachtewereld verwijderd.” Hoe is dat bij jou? Herken je dat?

ʾ Mag jij een uitzien hebben naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen