Bekering van Paulus
Zoals een roofdier dat blazend en dreigend op z'n prooi afgaat ... zo reist Saulus af naar Damaskus. In Jeruzalem heeft hij z'n werk inmiddels grondig gedaan. Van de christengemeente daar is niet veel meer over.
Nu wil hij de christenen die in Damaskus zijn gevangen nemen en naar Jeruzalem brengen. Van de hogepriester in Jeruzalem heeft hij brieven meegekregen. Zo zal hij vast de medewerking krijgen van de Joodse leiders in Damaskus.
Saulus heeft haast. Hoe eerder hij in Damaskus aan z'n werk beginnen kan, hoe beter. Zelfs midden op de dag, wanneer het heel warm is, reist Saulus verder.
Ineens is er uit de hemel een fel licht, Saulus valt neer. Dan hoort hij een stem: "Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?" Wat schrikt Saulus! "Wie zijt Gij Heere?" Hij weet niet met Wie hij te doen heeft. Het antwoord uit de hemel luidt: "Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt, Het is u hard de verzenen tegen de prikkels te slaan." Saulus, je bent als een onwillige os die achteruit schopt, tegen de scherpe punt van de stok.
Dan breekt Saulus' verzet. Nu beseft hij waar hij mee bezig is geweest... Bevend en verbaasd vraagt hij: "Heere, wat wilt gij dat ik doen zal?"
Blind wordt hij naar Damaskus gebracht. Drie dagen kan hij niet zien. Hij eet en drinkt niet. In Damaskus ontmoet hij een knecht van God: Ananias. Ananias is door God Zelf naar Saulus gestuurd, "Ga heen, want deze is Mij een uitverkoren vat (een middel waarvan Ik gebruik wil maken), om Mijn Naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israƫls.Want ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam."
Saulus heeft de Heere Jezus op een bijzondere manier leren kennen. De Heere wilde dit zo, opdat Saulus een apostel van Hem zou worden. God ging hem gebruiken in Zijn dienst. Een vijand werd een vriend. Dat wonder werkt de Heere nog!
Bekering:
Er voor: Saulus was in eigen oog zeer godsdienstig en ijverig voor God (hoogmoedig).
Er voor: een groot vijand van Christus en van Zijn volgelingen
Er voor: Saulus deed wat hij zelf wilde.
Er voor: alles draaide om hemzelf.
Er na: Saulus ging zien dat hij een groot zondaar was voor God; wat een verdriet had hij daarover
Er na: een onuitsprekelijke liefde voor God en Zijn dienst
Er na: Saulus ging vragen: "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?
Er na: Het leven was hem Christus!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2000
Treffer | 24 Pagina's