Verwerking
Algemeen
1. Hoe zou het komen dat een kerkhistorisch onderwerp, bijvoorbeeld over Augustinus, veelal minder aanspreekt dan een ander onderwerp?
2. Een onderwerp uit de kerkgeschiedenis is van groot belang voor het leven van vandaag. We kunnen daar veel uit leren. Wat vind je van deze stelling?
Verwerking bij hoofdstuk 1
Augustinus' tijd was de tijd van de vroeg-christelijke kerk. De eerste gemeenten waren tot stand gekomen. De mensen moesten zich losmaken van de heidense gewoonten en invloeden.
Wij leven in een tijd waarin afgedaan wordt met God en Zijn geboden. We leven in een God-loze samenleving. Daarom kunnen we in onze tijd spreken van een terugkeer tot het heidendom.
1. Geef een voorbeeld van de heidense (= niet-christelijke) gewoonten in de tijd van Augustinus.
2. Geef een voorbeeld van niet-christelijke (onchristelijke) gewoonten in onze tijd.
3. Kun je stellen dat onchristelijke gewoonten een invloed hebben op het Christendom in onze tijd? Motiveer je antwoord.
4. Wat vind je van de stelling: "Wij keren terug naar het heidendom"?
Lees de brief van Salvianus op pag. 8 (vooral de linkerkolom) over de ondergang van het Romeinse Rijk.
1. Waarom geloof jij dat de Heere over deze aarde regeert? Zoek eens enkele bewijsteksten op ter ondersteuning van je antwoord.
2. Geef het antwoord van Salvianus op de vragen van de mensen in eigen woorden weer! (Alleen de linkerkolom).
3. Salvianus gebruikt geen bijbelteksten in zijn brief. Zou jij hem daarbij kunnen helpen ter ondersteuning van zijn antwoord?
Verwerking bij hoofdstuk 2
1. Augustinus ontving onderwijs op een "on-christelijke (heidense) school". Hij noemt het onderwijs "een helse stroom ... waarin de zonen der mensen geworpen worden". Wat vind je van deze uitspraak van Augustinus.
2. Augustinus gaat de wereld in. Hij zet een streep onder zijn christelijke opvoeding. Hij vervreemdt van Gods Woord. Hoe spreekt Gods Woord over het inslaan van een dergelijke weg? Zoek enkele bijbelteksten op ter ondersteuning van je antwoord.
3. Voor Augustinus was de Bijbel in die tijd een gesloten boek.
a. Wat wordt hiermee bedoeld?
b. Ook voor veel kerkmensen is de Bijbel een gesloten boek. Hoe zou dat komen en waarom is dit hun "eigen schuld"?
4. Augustinus wordt op wonderlijke wijze tot stilstand gezet en komt in 386 tot bekering. Wat vind je van zijn woorden: "Gij hebt ons geschapen tot U en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U"? Wat zou hij hiermee bedoeld hebben?
5. Augustinus wordt krachtdadig bekeerd.
a. Noem enkele voorbeelden uit Gods Woord van mensen die ook krachtdadig bekeerd worden.
b. Noem ook enkele voorbeelden (met verwijsteksten) van mensen die op een andere wijze tot verandering zijn gekomen.
c. Bekering is het woord van Gods Geest. Toch klinkt tot jou Gods Woord: "Bekeert u". Wat moet je dan doen?
Verwerking bij hoofdstuk 3
In hoofdstuk 3 wordt de strijd tussen Pelagius en Augustinus behandeld. De verschillen van toen zijn ook nu nog aktueel. Dat blijkt wanneer je de mening van Pelagius punt voor punt gaat bespreken.
1. Pelagius meent dat de mens een vrije wil heeft om te kiezen tussen goed en kwaad.
a. Vind je deze gedachte in onze tijd ook nog?
b. Wat vind je van deze mening?
c. Wat is het antwoord van Augustinus en wat zeggen de Dordtse Leerregels (Hoofdstuk 3 en 4, art. 14).
2. a. Welke tweede dwaling had Pelagius?
b. Kun je op grond van Schrift en belijdenis een weerwoord geven?
c. Vergelijk het antwoord in b. met het antwoord van Augustinus.
3. a. Wat wordt er onder erfzonde verstaan?
b. Hoe dacht Pelagius over de erfzonde?
c. Probeer met behulp van teksten duidelijk te maken hoe Gods Woord over de erfzonde spreekt.
4. a. Kan iedereen bekeerd worden? Motiveer je antwoord.
b. Geef artikel 5 van de Dordtse Leerregels (hoofdstuk 1) in eigen woorden weer.
c. Wat wordt bedoeld met de uitspraak: "Dankzij Gods verkiezing is het mogelijk om bekeerd te worden".
5. Paulus en Silas zeiden tegen de stokbewaarder: "Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis" (Hand. 16:30-32).
a. In vers 34 lezen we dat hij gelovig geworden is. Was dit een daad van de stokbewaarder of een daad van de Heere? Motiveer je antwoord op grond van Gods Woord (met bijbelteksten).
b. Wat bedoelt Augustinus als hij zegt: "Geef wat Gij beveelt en beveel wat Gij wilt".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1986
Mivo +16 | 24 Pagina's
