JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

3. Leven in een niet-christelijke omgeving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Leven in een niet-christelijke omgeving

11 minuten leestijd

Daniël en zijn vrienden leefden in het heidense Babel. Ook in onze tijd zijn er jongeren die in een niet-christelijke omgeving werken of studeren. In dit hoofdstuk laten we enkele van deze jongeren aan het woord. 


Bert was 22 jaar toen dit gesprek werd gehouden. Overgenomen uit Daniël 37e jaargang nr. 18. 

Wat voor werk doe je op het ogenblik, Bert? 

Ik werk bij een verhuurbedrijf van grondverzetmachines en vrachtwagens. Dit bedrijf is ingericht voor het afvoeren van zuiveringsslib. Dit is afval van een zuiveringsinstallatie van rioolwater. Het afval wordt door ons in tankwagens weggehaald om gedroogd en verwerkt te worden tot gewone mestgrond. 

Kun je iets vertellen over de sfeer waarin je werkt? 

Mijn kollega's zijn ruige lui. Toch hebben we een goede sfeer op het werk. Aan de andere kant moet ik zeggen dat mijn kollega's niet bepaald vroom of kerkelijk zijn. Dat vind ik wel eens moeilijk. 

Kun je een paar voorbeelden  noemen? 

Onlangs ging er iets mis bij het afvoeren van het slib. Er kwam een hele lading naar buiten die niet tegen te houden was. In korte tijd zat iedereen er in. Op zo'n moment hoor je pas welke taal er gebruikt wordt. Ja, en wat zeg je dan? Gelijk maar iedereen aanspreken en zeggen: "Je mag niet vloeken"? Dat is op zo'n moment ontzettend moeilijk.

Ook het bidden voor en na het eten is vaak bijna onmogelijk. De een schreeuwt nog harder dan de ander. Je zit de hele dag alleen in de cabine, zodat met schaftijd de tongen goed los komen.

Ook zondagsarbeid is iets dat wel eens voorkomt. Zo'n rioolwaterzuivering draait de hele week door, ook in het weekend. Wanneer er in de week niet genoeg slib is afgevoerd, moet er op zaterdag en soms ook op zondag gereden worden. Gelukkig zijn er altijd kollega's die bereid zijn dit te doen, maar die vragen ook wel eens: "Waarom jij niet?"

En dan denk ik ook aan al die gesprekken na het weekend. Dan worden er allerlei sterke verhalen gefantaseerd over wat ze meemaakten met voetbal, vrouwen en sterke drank. Dikwijls vraag je je dan af hoe je je moet opstellen. Je ervaart het als een druk die op je uitgeoefend wordt. Je bent dan geneigd om mee te doen, alleen al om onder die druk uit te komen. Toch is  dat de weg van de minste weerstand.

Bert, wat zou je tegen degenen zeggen die in een soortgelijke situatie verkeren? 

Ik zou ze graag sterkte toe willen wensen. Maar bovenal veel gebed. Op het gebed wil de Heere krachten geven om tegen onchristelijke  praktijken te strijden. 


Jacob was 23 jaar oud toen het onderstaande gesprek werd  gehouden. Overgenomen uit Daniël 7e jaargang nr. 18. 

Jacob, wat voor werk doe je op het ogenblik? 

Ik zit in militaire dienst. In november 1981 ben ik begonnen met mijn dienstplicht. Ik heb er over nagedacht welk werk ik hierna zal gaan doen. Omdat ik eigenlijk geen vakgerichte opleiding heb, probeerde ik in het leger te blijven en dat is gelukt. Sinds 2 mei van dit jaar zit ik bij de landmacht als technisch specialist met een kontrakt van vijf jaar. Eerst heb ik de Bijzondere Kader Opleiding (BKO) gevolgd in Roermond. Op het ogenblik zit ik in Eindhoven, waar ik een instrukteursopleiding volg die acht maanden duurt. Daarna hoop ik geplaatst te worden bij een van de rijscholen van de landmacht. 

Waarom heb je gekozen voor het  leger? 

In deze tijd van grote werkloosheid moet je eigenlijk pakken wat je kunt krijgen. Zo'n baan in het leger is echt niet het einde, maar het is beter dan niets. Dat ligt natuurlijk wel anders met werk dat in strijd is met je geweten. 

Heb je in militaire dienst te maken met onchristelijke praktijken? 

Ja, ik draai nu al verschillende maanden in het leger mee. Ik kwam daarbij voor dingen te staan die niet bepaald christelijk te noemen zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan het vloeken dat sommige jongens zo gemakkelijk doen. Vaak is het moeilijk om daar iets van te zeggen. Wanneer je bijvoorbeeld zegt: "Joh, weet je wel wat je zegt?", dan kijken ze je vaak aan alsof ze water zien branden. Het beste kun je er iets van zeggen onder vier ogen. En vaak is het ook dan nog erg moeilijk. Het is meestal zo dat je het in gedachten mooi voor elkaar hebt, maar de praktijk is steeds weer anders. 

Ook het bidden en danken voor en na het eten doen de meesten niet. Het gebeurt wel eens dat andere jongens een stuk vlees van je bord weghalen onder je gebed. Een poosje geleden zei een jongen nadat ik gebeden had: "Zo, ben je er weer? Ik dacht dat je in slaap gevallen was". Nou, en wat moet je dan zeggen?

 Ik heb trouwens ook meegemaakt dat jongens die van huis uit toch wel gewend waren om te bidden en te danken, het in de kazerne niet meer durfden. Ik kan dat best begrijpen, maar je mag het toch niet goedpraten. 

Als je in dienst komt, vragen ze al heel gauw of je mee gaat "stappen". Dat wil zeggen dat ze naar de stad of het dorp gaan, om daar de bloemetjes buiten te zetten. Meestal gaan ze dan naar een bar, een bioscoop of een discobar. Hieraan kun je natuurlijk niet meedoen. 

In sommige kazernes wordt iedere dag een film gedraaid. Zo zijn er dus een heleboel zaken waarmee je gekonfronteerd wordt. En dat is allemaal best moeilijk. Vaak ben je in de kazerne een eenling.

Hoe stel je je dan op in zo'n samenleving? 

Het is heel belangrijk dat je probeert om eerlijk te zijn ten opzichte van jezelf en je naasten. En als je dat doet, kan het ook wel eens meevallen. Je wordt dan dikwijls geaksepteerd zoals je bent. Maar je moet dan wel opletten wat je doet en wat je zegt. Er wordt namelijk heel goed op je gelet. Als je niet oplet ben je al gauw geneigd om een scheutje water bij de wijn te doen. Je weet wel hoe dat gaat: niemand kent me hier toch immers en m'n ouders zien het toch niet. 

Jacob, wat zou jij willen zeggen tegen jongeren, die in een niet-christelijke samenleving moeten werken?

Ik denk dat het vooral in zo'n omgeving belangrijk is dat we het christen-zijn voorleven. Uit onszelf kunnen we dat niet. We struikelen immers dagelijks in vele. Maar toch is het onze plicht.


Onderstaand verhaal is afkomstig van een meisje dat op een niet-reformatorische school zit. 

"De eerste twee jaren gingen nog redelijk, maar toen ik in 3 atheneum kwam, begon de ellende. De godsdienstleraar was een ex-gereformeerde dominee.

We moesten allemaal zeggen van welk kerkgenootschap we waren. Toen mijn medeleerlingen hoorden van de Gereformeerde Gemeenten, keken ze verbaasd op. "Is dat dan wat anders dan gewoon gereformeerd? Wat?? Nog zwaarder?" De meesten waren namelijk vrijzinnig hervormd, rooms-katholiek en een enkeling gereformeerd.

De leraar zou dat wel eens haarfijn uitleggen, en niet op de prettigste manier. Hij vond het dan ook nodig om de volgende les te besteden aan: een hoed op in de kerk. Iedereen lag dubbel toen ze hoorden dat ik een hoed op moest. ("Zo'n grote zwarte, met een veer? Haha"). En het was natuurlijk helemaal belachelijk dat je 's zondags een rok aan moest. En daar kom ik nu op een heel belangerijk punt: zélf droeg ik altijd een broek (behalve in het weekend). Dat was voor mij nooit een geschilpunt. Iedereen deed dat bijna. Ik heb wel op een reformatorische lagere school gezeten, maar als kind droeg ik in vakanties wel vaker een broek. Nú zie ik heel goed in dat het juist het inconsequente in je houding is wat niet aanvaard wordt. Maar helaas, zo was ik begonnen en ik durfde daar geen verandering in aan te brengen. Uiterlijk kon men dus helemaal niet aan mij zien dat ik "reformatorisch" was. 

Al snel had ik door dat ik, als ik er tenminste bij wilde horen, mee moest doen. En dat probeerde ik zoveel mogelijk. 

Ik schaamde me na een aantal jaren vreselijk voor de Gereformeerde Gemeenten. Thuis heb ik er nooit met één woord over gepraat. Heel dom natuurlijk. Ik ging aan zoveel mogelijk dingen meedoen, zo mogelijk stiekem. Ik leefde dus eigenlijk in twee werelden. Op school sloot ik me voor thuis af, en thuis sloot ik me voor school af.

De Bijbel lag dus in een vergeten hoekje. Ik ging nog wel mee naar de kerk, om een konflikt te voorkomen. Dat kón zo natuurlijk niet doorgaan. Ik kropte alles op en dat werd gewoon te veel.


Janna Andrea is 16 jaar oud en vertelt in de Daniël, 37e jaargang nr. 17, haar ervaring.

Ik zit in de vijfde klas. Ik heb het op school erg naar mijn zin. Toen ik in de brugklas kwam, zaten er nog drie kinderen "van onze richting" in mijn klas. Helaas had ik er maar van één echt steun. In die tijd heb ik een domme fout begaan: ik heb me een beetje afgezonderd van mijn klas en trok veel op met meisjes die ik kende via de kerk en die een jaar ouder waren. In de tweede klas heb ik mijn houding al iets veranderd. Aan het eind van de tweede klas zat er niemand "van onze richting" meer bij me in de klas; twee waren naar de havo gegaan en één verhuisde. Pas in de derde klas moest ik echt duidelijk voor mijn principes uitkomen. Toen ik eenmaal gezegd had waar ik wel en waar ik niet aan mee kon doen, werd het moeiteloos aanvaard. Dat ik anders was, hadden ze trouwens ook zelf wel gemerkt, ik draag bijvoorbeeld altijd een rok en dat valt op. Er wordt nu alleen nog gevraagd waarom dit of waarom dat. Sommigen denken er echt serieus over na en willen zelfs wel mee naar de vereniging.

Ze hebben zelfs hun klasse-avonden en verjaardagsfeestjes "omgebouwd", zodat ik er ook heen kon. Onze klasselerares vertelde dit jaar aan ouders dat ze nog nooit zo'n rustige klasse-avond had meegemaakt: zonder disco en sigarettenwalm. Toch hadden wij erg veel plezier gehad. Het is volgens mij erg belangrijk in wat voor klas je komt. Je moet niet proberen om eerst met alles mee te doen om er maar bij te horen. Als je desondanks niet geaksepteerd wordt, dan durf je helemaal niks meer te zeggen, omdat je bang bent dat je dan een buitenbeentje wordt.

Je moet ook niet téveel op mensen van je eigen richting rekenen, want dat kan erg tegenvallen. Er is er maar Eén die je kan helpen. Verder is het belangrijk dat je ouders met je meedenken. Ik ben erg blij dat ik op de kleuter- en basisschool van de Ger. Gem. ben geweest. Zo'n school geeft je ongemerkt heel wat mee. Als je op de middelbare school komt, ben je zo oud dat je je principes ten dele onder woorden kunt brengen, maar dat kun je op de basisschool nog niet. Bovendien heb ik toen veel bijbelkennis opgedaan die me nu goed van pas komt. 


 

Leven in Babel?

Is het eigenlijk wel mogelijk om in een niet-christelijke omgeving te werken of te studeren? In hoeverre moeten we ons afzonderen en het maar zoeken in eigen kring? Wat is onze taak in deze wereld? 

Vragen waar we steeds meer mee te maken krijgen. Vragen die ook niet zo makkelijk te beantwoorden zijn. We leven in een gesekulariseerde (verwereldlijkte) wereld. In onze westerse wereld wordt de invloed van het christendom steeds minder. Mensen die het christelijk geloof aanhangen en de Bijbel hanteren als norm voor hun leven, worden steeds meer een minderheidsgroep die men steeds minder gaat begrijpen. 

Dat is geen nieuw verschijnsel. Zo  was het ook in de tijd van Daniël. Daniël en zijn vrienden leefden in een niet-christelijke omgeving. Zij kregen daar een plaats. Hoe bleef Daniël dan staande? Wel, hij was wel in Babel maar hij was niet van Babel. Hij voelde zich in Babel niet thuis. Zijn hart ging uit naar dat betere vaderland... Jeruzalem. 

Dat was niet zijn verdienste, maar dat was Gods genade in Jezus Christus. Daarin deelde Daniël door het geloof, als een werk van de Heilige Geest in zijn hart. Dit werk is altijd persoonlijk. Dit heb jij ook nodig, wil je werkelijk kunnen staande blijven in deze wereld. De Heere werkt ook vandaag en Hij vervult Zijn Woord: "Uw zonen en dochteren zullen profeteren". Wat is dat: profeteren? De kanttekeningen zeggen: Dit is God klaarlijk kennen en anderen van Hem onderrichten. Hoe is dat met jouw vrienden, met jouw vriendinnen? Tenslotte: hoe is dat met jou zelf?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's

3. Leven in een niet-christelijke omgeving

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's