Gedicht
Zwervers
Wie Christus volgen wil wacht zeker spot.
Wie Hem belijdt, de wereld zal hem haten.
Wie leven wil naar 't Goddelijk gebod
en 't schijngenot der zonde heeft verlaten,
leeft als een vreemdeling in Sodoms straten,
waar elke dag het kwaad zijn ziel ontstelt.
Hij wordt gemeden door de onverlaten,
het duivels heir, dat sarrend hoont en kwelt;
dat heersen wil door goddeloos geweld
en 't Hemels Rijk voor immer af wil breken.
De dagen van de boze zijn geteld,
maar driester zal hij zich op Christus wreken
en alom strijden onder 't helse teken,
tot heel het wereldrijk hem is gegeven...
De arme kudde zwerft in alle streken,
zo menigmaal van huis en erf verdreven.
M. Nijsse
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985
Mivo +16 | 24 Pagina's
