JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Excurs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Excurs

Enkele hoofdmomenten uit de ontwikkeling van het leerstuk der predestinatie.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Augustinus 

In de strijd tegen Pelagius benadrukte Augustinus dat de mens genade geschonken wordt zonder voorwaarden. Gods vrije genade is de enige oorzaak van de redding van mensen en de zelfgekozen zonde is de enige oorzaak van de verdoemenis van mensen. Augustinus kwam tot de volgende omschrijving: "De predestinatie der heiligen bestaat in de eeuwige voorwetenschap en voorbereiding van Gods genadewerk, waardoor Hij bepaalde personen uit de verdoemde massa uitkiest en hen door bepaalde weldaden met onbedrieglijke zekerheid tot het eeuwige leven leidt". 

Bij de predestinatieleer van Augustinus vallen de volgende zaken op: 

1. Door de predestinatie weet God vooruit, wat Hij Zelf doen zou. God voorziet alles van te voren; Zijn voorwetenschap kiest mensen die uit genade de rechtvaardigheid verkregen hebben. 

2. De verkiezing Gods is vrijmachtig: God verkiest in Christus (Ef. 1). 

3. Het getal der uitverkoren staat op grond van Gods welbehagen absoluut vast. 

4. De overigen, die niet tot Gods uitverkorenen behoren, laat God in het verderf, waarin zij zich gestort hebben. 

5. Het begrip "dubbele predestinatie" (dat betekent enerzijds "verkiezing" en anderzijds "verwerping") vindt men bij Augustinus niet, wel de zaak! 

6. De enkele mens is pas zeker van zijn verkiezing als de heiliging bij zijn dood voltooid is. 

 

2. Calvijn en Beza  

Calvijn betrekt de predestinatie niet zozeer op de enkeling, als wel op de kerk zoals Augustinus dat ook doet. Hij benadrukt dat God verkiest in Christus (Ef. 1:4) en spreekt over Christus als de spiegel der uitverkiezing. De predestinatie staat in direct verband met onze zaligheid. Zij dient tot verheerlijking en eer van God en tot onze vernedering. Calvijn gaat verder dan Augustinus als hij zegt dat "Gods geheime raadsbesluit de oorzaak van de verharding" is (Inst. III, 23, 1). 

Vanuit de Bijbelse gegevens komt hij tot de leer van de verkiezing en de verwerping. Toch staat zijn leer van de dubbele predestinatie niet voorop of centraal in zijn theologisch denken. Ze is een sluitstuk van de leer des heils en een bron van troost voor de gelovigen.

Bij Beza, de opvolger van Calvijn, wordt de predestinatieleer tot het middelpunt van zijn theologisch denken. Kreeg bij Calvijn de verkiezing een plaats na de rechtvaardiging en de heiliging, bij Beza is de verkiezing ondergebracht bij de leer van God. 

 

3. Nederland 

Vanaf het begin van de gereformeerde kerk in Nederland treffen we een humanistische lijn aan die zich verzet tegen de bovengenoemde predestinatieleer (Beza en Calvijn). Hoofdvertegenwoordigers van deze humanistische visie zijn Sebastiaan Castellio (overleden 1563), Dieryck Coornhert (overleden 1590) en Hugo de Groot (overleden 1645). Bepaalde gedachten van Zwingli worden door hen verder uitgewerkt. Godsdienstige verdraagzaamheid en burgerlijke vrijheid staan in hun denken centraal. Zo wees Coornhert niet alleen elke plicht af tot het zich houden aan de belijdenis, maar hij verwierp ook de Heidelbergse Catechismus. Hij vond dit een menselijke leer en een dwaling. Ook Arminius behoort tot deze stroming. Hij komt tot een "milde" predestinatieleer: de mens kan zich opstellen of afsluiten voor de kennis van Gods wil. God weet vooruit wie geloven en tot het einde volharden zullen. Volgens Arminius is de predestinatie niet Gods bepaald voornemen om sommige mensen zalig te maken, maar: "het besluit van Gods welbehagen in Christus, waarbij Hij bij Zichzelf van eeuwigheid vastgesteld heeft de gelovigen te rechtvaardigen, aan te nemen en het eeuwige leven te geven". 

Arminius' tegenstander Gomarus staat in de lijn van Calvijn. Hij leert dat God uit de redelijke schepselen "enige bijzonder" volgens Zijn welbehagen en uit onverdienden liefde tot het eeuwige leven te voren verordineerd heeft, anderen daarentegen van het eeuwige leven verworpen hebbende, tot de eeuwige dood en smaadheid heeft verordineerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 44 Pagina's

Excurs

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 44 Pagina's