JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 9 : Dorkas Een voorbeeld voor ons

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 9 : Dorkas Een voorbeeld voor ons

Thema: Vrouwen in de Bijbel

25 minuten leestijd

Toelichting op het thema

Het thema van de vertellingen in dit jaar is ‘vrouwen in de Bijbel’. Deze vertelling gaat over Dorkas (Grieks), ook wel Tabitha (Hebreeuws) genoemd. Ze was ‘bekend’ door haar werken van liefdadigheid en barmhartigheid.

Doel van de vertelling

Dorkas wordt een discipelin genoemd, omdat zij een volgeling was van Jezus en Hem diende door haar goede werken en grote naastenliefde. Ze liet met haar zorg en liefde voor anderen zien dat zij een christen was. Daarmee was zij een voorbeeld voor de mensen in haar omgeving, maar tegelijk ook voor ons. Naastenliefde moet in ons leven een kenmerk zijn van ons christen-zijn. God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. We willen de kinderen aan het denken zetten over hun eigen gedrag/houding t.o.v. hun naaste en over het navolgen van de Heere Jezus door te leven zoals hij dat van ons vraagt. Samengevat: de liefdadigheid en zorg voor onze naaste als een kenmerk van ons christen-zijn: een voorbeeld voor ons, in stilte dienend.

Introductie van het thema voor de kinderen

Heb jij wel eens een wijnstok gezien? Als dat zo is, weet je dat het een kale stam is. Aan die kale stam groeien takken. Dat noemen we de wijnranken. En aan die wijnranken komen heerlijke vruchten. Druiven. Hoe komt het dat aan die takken vruchten groeien? Kunnen ze dat uit zichzelf? Nee, dat kan niet. Dat komt omdat ze aan de wijnstok vastzitten. Die wijnstok (de stam) zorgt ervoor dat ze alles krijgen wat ze nodig hebben. Zoals voedingsstoffen en water dat via de wijnstok bij de ranken komt. En daarom kunnen er aan die ranken (takken) van die heerlijke vruchten (druiven) groeien.

De Heere Jezus heeft eens tegen Zijn discipelen gezegd: Ik ben de Wijnstok en jullie, Mijn discipelen zijn de ranken. En als je nu in Mij blijft, met Mij verbonden bent en blijft, dan breng je veel vrucht voort. Nee, niet zelf, want zonder Mij kunnen jullie niets doen. (Joh. 15: 5) Je gaat nu naar een verhaal luisteren waarin de vruchten goede werken worden genoemd.

Zingen en lezen

Zingen

Ps 1 :2
Ps 24 : 3
Ps 86 : 6
Ps 103 : 1,2,8,9
Ps 116 : 1
PS 133 : 3
PS 119 : 18,24,49,83,84
Ps. 139,1,14
PS 143 : 10
Berijmde Tien Geboden : 9
Morgenzang : 5
Geestelijk lied: Neem mijn leven, laat het HEER’
Welzalig de man die niet wandelt (JBGG nr. 106)

Lezen

Handelingen 9 : 36-43

Kerntekst

Een discipelin … vol van goede werken en aalmoezen (Handelingen 9:36b)

Vertelling

Heb je ‘t al gehoord? Dorkas is gestorven! De mensen in Joppe staan in groepjes bij elkaar. Het verdrietige nieuws is als een lopend vuurtje door hun plaats gegaan. Want wie kent Dorkas niet? Is ze echt gestorven? Hoe kwam dat? Ze was ziek geworden. De mensen staan met tranen in de ogen met elkaar te praten. Ja, het doet hen allemaal veel. Wat hielden ze veel van Dorkas. Wat zullen ze haar missen. Ze deed zoveel goeds voor de armen en de weduwen in Joppe. Ze stond altijd voor hen klaar. Ze hielp iedereen waar dat kon. Wat was ze een lieve vrouw. Ze zorgde voor hen als een moeder. Stil zat ze in haar stoel te naaien. Kledingstuk na kledingstuk. Niet voor zichzelf maar meestal voor anderen. Als Dorkas een beetje geld over had, dan gaf ze het aan de arme mensen of ze kocht er stof van om weer iets te kunnen naaien. En als het klaar was, deelde ze het aan hen uit. Ja, als Dorkas kwam, dan werden de mensen blij. Dan kregen ze wat. Zelf hadden ze geen geld om stof of nieuwe kleding te kopen. Ze hadden maar net genoeg geld om eten te kopen. En nu… Dorkas is er niet meer! Waarom is dat gebeurd? Ja, dat vragen de mensen zich af. Waarom is nu juist Dorkas gestorven? Ze weten het niet. Ze begrijpen het niet… Zoals jij ook misschien heel veel dingen niet kan begrijpen. Maar de vrouwen weten wél, waarom Dorkas hen graag hielp en voor hen zorgde. Dorkas had de Heere lief en ze wilde een discipelin, een volgeling van Hem zijn. Ze wilde op haar Meester lijken. Hij had het toch geboden dat we Hem lief moeten hebben boven alles en onze naaste als onszelf? Nee, het ging Dorkas er niet om dat alle mensen overal zouden vertellen wat zij allemaal voor anderen over had. Nee, ze deed het omdat de Heere zo liefhad. Hém wilde ze dienen. Hém wilde ze gehoorzamen. Voor Hem wilde ze leven en over Hem wilde ze ook spreken. Als ze hen weer eens geld of een kledingstuk bracht, dan vertelde ze over Hem. Dan was het goed. Dan kon ze iets vertellen over Hem, die ze zo lief had. Dan mocht ze vertellen over Hem, die haar lief had.

En nu …? Nu is ze niet meer bij hen. Ze zullen haar stem niet meer horen. Daar ligt ze nu. Ze hebben haar op bed gelegd in de opperzaal, op het platte dak. Om haar heen staan en zitten veel vrouwen. Het zijn de weduwen, voor wie Dorkas altijd klaar stond. Ze hebben met veel liefde Dorkas gewassen en opgebaard. Ze huilen. Wat zullen ze haar missen. Wat moeten ze nu doen? Moeten ze haar echt gaan begraven? “Laten we de apostel Petrus roepen. Hij is de buurt, in Lydda” stelt één van de vrouwen voor. Misschien kan hij hen troost geven. Hij kan hen misschien ondersteunen in dit verdriet. Snel sturen ze twee mannen naar Lydda.

“Petrus”, vragen de mannen, “wilt u alstublieft met ons meegaan? Dorkas is gestorven! Er is zoveel rouw in Joppe”. Petrus gaat meteen met hen mee. Enkele uren later komt hij aan in het huis waar Dorkas in de opperzaal ligt. De vrouwen beginnen gelijk te vertellen. “Petrus, kijk eens, deze rok heeft Dorkas voor mij gemaakt”. “Ja”, zegt een ander, “en dit mooie kleed kreeg ik van haar!” “En dit, Petrus, dit heeft ze voor mij gemaakt! Dat was precies wat is nodig had!” Stil luistert Petrus naar wat de vrouwen hem vertellen. Hij ziet de kleding die Dorkas voor hen maakte. Hij ziet daarin de liefde die Dorkas voor deze vrouwen had. Deze vrouwen, deze weduwen die het al zo moeilijk hebben. Hij hoort en ziet hoe goed Dorkas voor hen zorgde.

Jij ook? Zorg jij ook goed voor je naaste? En dan niet alleen voor die mensen en kinderen die je aardig vindt en iets aan je teruggeven als jij ze iets geeft. Maar ook voor die jongen of dat meisje dat je niet aardig vindt. Die al zo alleen is, omdat hij er misschien anders uitziet… of omdat iedereen hem of haar niet mag. Zorg jij juist voor deze naaste, die het misschien al zo moeilijk heeft? Die naaste, die vaak alleen is…

“Ze is vaak bij mij langs geweest toen ik het moeilijk had”, zegt weer een ander. Ja, wat betekende Dorkas veel voor deze vrouwen. Petrus ziet en begrijpt hun gemis en verdriet. Daar staat Petrus, in de opperzaal. Hij is geroepen en is meegegaan. Wat moet hij nu doen? Wat verwachten ze van hem? Waarom hebben ze Dorkas niet begraven maar in de opperzaal gelegd? Waarom hebben ze hem geroepen? Wat heeft de Heere, hem daarmee te zeggen? Petrus denkt na. Heeft God hier een opdracht voor hem? “Willen jullie even weg gaan”, vraagt hij. “Ik wil alleen zijn”. Daar gaan ze. Waarom stuurt Petrus hen weg? Wat zal er gaan gebeuren? Misschien is er wel hoop bij de vrouwen geweest dat de Heere een wonder zal doen. Als de vrouwen de opperzaal verlaten hebben, knielt Petrus neer. Hij bidt. Hij bidt voor de vrouwen. Hij vraagt of de Heere hen wil troosten. Hij bidt of God een wonder wil doen. Of Hij Dorkas uit de dood wil opwekken. Zodat ze nog een poosje hier op aarde kan zorgen voor de vrouwen in Joppe. En dan komt er in het hart van Petrus een vaste overtuiging dat de Heere een wonder zál doen. Hij gelooft dat God Dorkas uit de dood kan (zal) opwekken. Mag hij, Petrus, dat doen? Ja, dat mag hij doen in de Naam van Zijn Meester, de Heere Jezus. Zijn Meester had toch gezegd; ‘Geneest de kranken, reinigt de melaatsen, wekt de doden op, werpt de duivelen uit (Mattheüs 10:8). Zou voor God iets onmogelijk zijn?

Daar ligt Dorkas. Gestorven. Maar daar ligt ook Petrus op zijn knieën. Hij bidt. Even later staat hij op. Hij kijkt naar de vrouw, die daar ligt. Bleek, bewegingsloos… gestorven. Al het leven is uit haar weg. Hij gaat vlak bij haar staan en dan… Hoor! Krachtig en vol geloof roept hij haar bij haar Joodse naam: “Tabitha, sta op!” En dan? Kijk eens wat er gebeurt? Haar ademhaling komt terug. De ogen van Dorkas gaan open. Ze kijkt Petrus aan. Ze ziet dat Petrus bij haar is. Ze komt overeind aan gaat rechtop zitten. Dan grijpt Petrus haar hand en helpt haar overeind. Kijk, daar staat ze. Even geleden nog dood, nu levend. Wat een onbegrijpelijk wonder! Door de kracht van Petrus? Nee, door de kracht van God Zelf! De Heere Jezus heeft de dood overwonnen. Hij is als Eerste Zelf opgestaan uit de dood. In Zijn Naam mag Petrus nu Dorkas uit de dood opwekken. Haar tijd op deze wereld is toch nog niet voorbij. Ze mag nog langer tot Gods eer haar werk doen. Ze mag nog langer haar naaste dienen in liefde. Petrus haast zich naar de deur. “Kom”, zegt hij tegen de vrouwen die buiten de opperzaal staan te wachten. Daar komen de weduwen weer naar binnen. In diepe verwondering kijken ze Dorkas aan. Er is nu geen geluid van huilende vrouwen. Nee, er is blijdschap. Die blijdschap straalt van hun gezichten! Wat een wonder! Kijken ze nu vol ontzag naar Petrus? Denken ze nu: ‘Wat een bijzondere man? Hoe is het mogelijk?’ Nee, ze weten dat dit een wonder van de Heere is. Petrus heeft in Zijn Naam deze vrouw opgewekt uit de dood. Het duurt niet lang of dit wonder gaat als een lopend vuurtje door de straten van Joppe. In ieder huis wordt er over gesproken… Nee, niet over Petrus, maar over de Heere Jezus, Die dit wonder heeft gedaan! Hij alleen is zo machtig. Hij heeft Dorkas uit de dood weer opgewekt!

En dan gebeuren er nog meer, ja, nog grotere wonderen in Joppe en in de omgeving. Heel veel mensen gaan in de Heere geloven. Heel veel mensen worden door de Heere tot Hem bekeerd. Ze leren de Heere lief te hebben boven alles en hun naaste als zichzelf. Ze worden niet echt uit de dood opgewekt zoals Dorkas. Dat was maar voor een tijd. We weten niet hoelang Dorkas daarna nog mocht leven. Nee, er worden mensen opgewekt uit hun geestelijke dood. God bekeert mensen. Ze gaan leren dat ze Hem nodig hebben om eeuwig te kunnen leven. Zo heeft de Heere dit wonderteken in Joppe gebruikt om Zijn Koninkrijk uit te breiden. Petrus mocht een middel zijn. Hij mocht dit doen, maar God Zelf zorgde voor de vrucht. Velen geloofden in de Heere. Is dat niet het grootste wonder? ….. En met dat werk gaat de Heere ook vandaag nog door! Zo doet Hij dat vandaag nog door het Woord dat jij elke dag mag horen: dat de Heere doden opwekt en ze het eeuwige leven geeft. Zodat ze Hem gaan liefhebben, dienen en vrezen. Dan wil je niets anders dan ook goed voor je naaste zijn. De liefde tot de Heere zorgt dan vanzelf voor liefde voor de naaste. Daarom is Dorkas een voorbeeld voor ons.

Kijk nu samen met de kinderen nog een keer terug naar de plaatjes van de wijnstok. Vraag nu Wie met de Wijnstok bedoelt wordt. (de Heer Jezus) Vraag daarna wie de ranken zijn. (de kinderen van God. O.a. Dorkas. Jij ook?) Wat zijn dan de vruchten? (de goede werken)

Achtergrondinformatie bij het Bijbelgedeelte

Goede werken

In het dagelijks taalgebruik wordt met goede werken bedoeld dat we goed zijn voor een ander. Dat we anderen behulpzaam zijn en goed voor onze naasten zorgen. En daar zijn heel mooie gevallen van bekend. Ook bij mensen, die niet in de Heere geloven. Waar christenen soms zelfs nog een voorbeeld aan kunnen nemen. Door de algemene genade geeft de Heere dat er nog liefde is voor de naaste, waardoor het leven op deze aarde nog mogelijk is. Daarvan heeft de Heere Jezus gezegd: dat de liefde van velen zal verkouden, en dan bedoelt Hij de liefde voor onze medemens.

Toch is de benaming ‘goede werken’ voor deze dingen in feite een verkeerde benaming. Als we de Bijbel lezen zien we dat wat wij (oppervlakkig) goede werken noemen niet de goede werken zijn die de Heere bedoelt in Zijn Woord. Wij vinden het al een goed werk als we een ander helpen. Maar wij kijken naar de buitenkant van wat iemand doet. De Heere is zo heel anders dan wij. Hij ziet in de eerste plaats naar het hart. Waarom doet iemand iets voor een ander? Als wij iets voor een ander doen, gaat het ten diepste heel vaak om onszelf. Daarvan zei de Heere Jezus al in Mattheus 6: 1 - 4; Hebt acht dat gij uw aalmoes niet doet voor de mensen, om van hen gezien te worden; anders zo hebt gij geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. (...).

Onze goede werken moeten vrucht zijn van het geloof in de Heere Jezus Christus.

Liefde tot God komt openbaar in het dienen van de naaste. De bron is liefde tot God (De liefde van Christus dringt ons) en de vrucht (het gevolg) daarvan is de naastenliefde.

Een christen is te herkennen aan zijn goede werken. Zie Jakobus 2 :18; Toon mij uw geloof uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof tonen. Dorkas laat zien dat zij een christen is. Als ze gestorven is en niet meer kan spreken, laten haar werken (o.a. de kleding die zij genaaid heeft) zien wat haar geloof was. Haar plaatsgenoten zeggen van haar: ‘Deze was vol van goede werken en aalmoezen die zij deed’. Dorkas maakte kleren voor de armen en weduwen en toont op deze wijze haar liefde voor de Heere Jezus. Van haar geldt wat Hij Zelf zegt in Mattheus 25:40 ‘Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan’.

Goede werken in de Bijbel

In de Bijbel komen we heel wat teksten waarin we de opdracht staat om goede werken te doen. Ze zijn vrucht van het ware geloof. Hier volgen een aantal vindplaatsen. Ze komen allemaal uit het NT. Dat betekent niet dat er in het OT geen goede werken werden gedaan. Want bijvoorbeeld het volk van Israël had van de Heere allerlei wetten gekregen, die in feite ook goede werken waren als ze in het geloof gedaan werden. Maar daar ging het vaak om gehoorzaamheid aan de wil van de Heere. De Heere Jezus was toen nog niet gekomen. In het NT zijn de beloften van Zijn komst vervuld. Als we mogen weten dat Hij ook voor ons alles heeft volbracht zal er de begeerte zijn Hem voor alles te erkennen en ons leven in Zijn dienst op te offeren, onszelf tot een levend dankoffer te mogen offeren. En Zijn wil volbrengen, zoals dat staat aan het eind van de berijmde Tien Geboden: Gun, door het geloof in Christus krachten, om die te doen uit dankbaarheid.

Matthéüs 5:16 Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Éfeze 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. De gelovigen mogen in Christus Jezus goede werken doen.

1 Timótheüs 5:25 Desgelijks ook de goede werken zijn tevoren openbaar, en waar het anders mede gelegen is, kunnen niet verborgen worden.

1 Timótheüs 6:18 Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn en gemeenzaam.

Titus 3:14 En dat ook de onzen leren goede werken voor te staan tot nodig gebruik, opdat zij niet onvruchtbaar zijn.

Hebreeën 10:24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;

1 Petrus 2:12 En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking.

Goede werken als vrucht van het werk van de Heere Jezus

Goede werken kunnen dan ook alleen maar gedaan worden als vrucht van het werk van de Heere Jezus. Daarvan zei de Heere Jezus tegen Zijn discipelen: Blijft in Mij en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, zo zij in de wijnstok niet blijft alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok en gij de ranken; die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen (Joh. 15: 4, 5). Hij, Die nooit een zonde gekend nog gedaan heeft. Die altijd, de hele tijd van Zijn leven en dat in alle dingen, volkomen beantwoord heeft aan de wil van Zijn Vader. Die Gods Wet volkomen heeft onderhouden, opdat Hij de zonden ook van de goede werken zou kunnen verzoenen en wegnemen. Hij Die goede werken gedaan heeft in plaats van de Zijnen. Hij, Die geeft dat Zijn kinderen door Hem goede werken mogen voortbrengen. En Hij Die de goede werken die ze door Zijn genade mogen voortbrengen reinigt van alle eigen bedoelingen.

Vruchten der dankbaarheid

In 1 Petrus 2 : 5 gaat het ook over vruchten der dankbaarheid. In de kanttekeningen daar staat de volgende verklarende opmerking, die heel wezenlijk is. Vooral kanttek. 14 is heel wezenlijk!

Kanttek. 13, (bij 'geestelijke offeranden'): namelijk der dankbaarheid, die in het NT nu alleen worden gevorderd van alle gelovigen, als daar is de offerande van onze lichamen, dat is van onszelven, den Heere tot een eigendom, en het offer des lofs en onzer gebeden voor God, mitsgaders de weldadigheid jegens onze naaste, vs. 9, Hebr.13:15).

Kanttek. 14 (bij 'door Jezus Christus'): want gelijk onze personen Gode niet aangenaam zij dan door het geloof in Jezus Christus, alzo kunnen ook onze werken vanwege hun onvolmaaktheid Gode niet behagen dan in Christus Jezus en om Zijnentwil. (Hebr. 11: 4, 13: 15, 21).

De opstanding van het lichaam

Zij deed haar ogen open, en Petrus gezien hebbende, zat zij overeind. God heeft het gebed gehoord. Christus heeft haar het leven geschonken. Ze mag nog een poosje verder leven, om dienstbaar te zijn als een instrument in Zijn handen. Ze krijgt het leven als het ware terug, om de Heere te dienen. Petrus geeft haar de hand en richt haar op. ‘En de heiligen en de weduwen geroepen hebbende, stelde hij haar levend voor’. De opstanding van Dorkas is een voorbeeld van de wijze waarop in de toekomst allen zullen opgewekt worden. De Heere Jezus heeft in Zijn leven op aarde laten zien dat Hij de macht heeft de doden op te wekken. Hij is de Eersteling (1 Korinthe 15). Hij is als Eerste opgestaan uit de dood. Ook door dit werk van de apostelen geeft Hij nog voorbeelden van Zijn opstandingskracht. De Heere doet de ziel van Dorkas uit de hemel weer terugkeren naar haar aardse lichaam.

Wondertekenen

Het doen van wonderen is kenmerkend voor een apostel van Christus. De Heere Jezus heeft Zijn apostelen deze gave beloofd in Jakobus 14;12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen. De wonderen van de apostelen versterken in het geloof. Ook zijn ze tot nut ter verspreiding van het Evangelie. Wondertekenen zijn eigenlijk een onderstreping van het Woord, dat gepreekt wordt. Zij laten zien, wat met woorden wordt gezegd. Ze kunnen dus nooit zonder het Woord!

De geestelijke opstanding

De lichamelijke opstanding van Dorkas heeft tot uitwerking de geestelijke opstanding van haar plaatsgenoten. Door het horen en geloven van het Evangelie gaan ze uit de geestelijk dood over naar het geestelijk, eeuwig leven. ‘Dit werd bekend door geheel Joppe en velen geloofden in de Heere’. Niet in het wonderteken, niet in de kracht van Petrus, maar ‘In de Heere’. Dat heeft God gedaan. Hij heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt. Dan gaat het niet om mensen die wat doen, die wat kunnen. Het gaat om God. Hem zij de eer.

De eeuwige bestemming

De Bijbel meldt maar enkele opwekkingen uit de dood. Elk mens gaat naar zijn eeuwig huis en daar komt geen verandering meer in. Het zal duidelijk zijn dat alle opgestane doden uit de hemel zijn teruggekomen op de aarde. Uit de hel is geen terugkeer mogelijk. Deze eeuwige dood is onherroepelijk. Verwijzing naar de belijdenisgeschriften

HC vraag 91: Wat zijn goede werken?

HC vraag 86: Waarom wij nog goede werken moeten doen?

Antwoorden bij werkboekje -10

werkboekje -10

goed of fout? Als je voor fout kiest, maak dan de zin goed. (bij kinderen die nog niet goed kunnen lezen en schrijven, lees je de volgende zinnen voor en mogen ze aangeven of het goed of fout is. evt. met een rood en groen kaartje).
1. De Joodse naam voor Dorkas is Talitha. fout (Tabitha en geen Talitha)
2. Dorkas naaide veel kledingstukken voor de arme mensen goed
. De discipel die gehaald werd heette Johannes fout (Petrus)
3. Deze was in de plaats Lydda. Goed
4. Petrus ging gelijk met de vrouwen mee, die hem kwamen halen. Fout (mannen)
5. Hij ging in een ander kamer bidden tot God fout (hij bleef bij haar in de opperzaal)
6. Petrus zei: “Dorkas, wordt levend!” fout (Tabitha, sta op!)
7. Petrus gaf de vrouw een hand goed
8. Petrus ging na dit wonder gelijk weer terug naar Lydda Fout (hij bleef nog en poos in Joppe)

Opwekking

Petrus wekte Dorkas op uit de dood. a. Er zijn in de Bijbel nog meer mensen uit de dood weer opgewekt. Wie wekte wie op uit de dood? Trek een lijn van links naar rechts. Antwoorden:

De Heere Jezus De jongeling te Nain Elia De zoon van de Sunamitische vrouw Paulus het kind van de weduwe te Zarfath Elisa het dochtertje van Jaïrus Eutychus

b. Waarom deed de Heere Jezus wonderen en wekte Hij de doden op? Antwoord: tot Zijn eer of om mensen in Hem te laten geloven dat Hij echt de Zoon van God was. (Om te laten zien hoe machtig Hij was)

c. Waarom gaf God aan Petrus de macht om Dorkas uit de dood op te kunnen wekken? Mogelijke antwoorden: Om Zijn macht te laten zien, tot Gods eer, maar ook tot uitbreiding van het Evangelie. Dat de mensen die dit hoorden of zagen in de Heere gingen geloven. d. In onze tijd gebeuren er niet meer zo veel wonderen die wij kunnen zien. Wij hebben van God iets anders gekregen, waarin we kunnen lezen van de wonderen. Wat hebben wij nu wat de mensen vroeger nog niet hadden? Antwoord: De Bijbel, het Woord van de Heere. Daarom zijn zulke tekenen/wonderen niet meer nodig. Alles wat we weten staat in Gods Woord. Als we in de Bijbel lezen, hebben we de (zichtbare) wonderen niet meer nodig. Zijn Woord en Geest zijn nodig en zijn genoeg om ons in Hem te laten geloven.

Wel of geen naastenliefde?

Deze opdracht is ook geschikt voor kinderen die nog niet (goed) kunnen lezen! • De kinderen krijgen een rood en een groen kaartje. • Zorg dat je enkele krantenartikelen hebt verzameld (enkele uit jullie eigen woonplaats of uit de buurt en enkele uit Nederland en enkele uit het buitenland) • Laat ze zien of lees ze voor en laat de kinderen een groen kaartje opsteken als het te maken heeft met naastenliefde (goede werken) • Laat ze een rood kaartje opsteken als het juist het tegenovergestelde laat zien. (haat tegenover de naaste)

Je kunt ook verschillende krantenartikelen op een vel papier afdrukken en alle kinderen dit papier geven. Ze kunnen dan de krantenkoppen die naastenliefde /goede werken laten zien groen kleuren. En de andere rood. Vragen die je n.a.v. deze opdracht nog kunt stellen: a. Noem eens wat dingen die jij voor andere mensen kunt doen. Antwoorden: klusjes, een kaart sturen, op bezoek, iets maken, luisteren naar iemand die het moeilijk heeft/ troosten. b. Waarom doe jij eigenlijk die ‘goede werken?’ Antwoorden: omdat God dat van ons vraagt. Omdat het goed is om voor je naaste te zorgen. Omdat ik blij word als ik iemand heb geholpen. Etc.

Sudoku

Los de sudoku op. Zet de cijfers uit de gekleurde vakjes om in letters. Gebruik hiervoor de tabel die hieronder staat. Er kunnen twee woorden van kunnen gemaakt, die bij het leven van Dorkas horen.

1 = e 2= k 3= r 4= d 5= o 6= n 7= g 8=w 9= i

De oplossing: goede werken. (de eerste letter is al gegeven)

a. Wat noemen wij goede werken? Antwoord; Dat je iets goeds doet voor een ander. Bijvoorbeeld andere mensen helpen. Voor hen zorgen. Dat je iets geeft wat een ander goed kan gebruiken. b. Kan ieder mens zulke goede werken doen? Antwoord: ja, iedereen kan goed voor zijn naaste zorgen. Iedereen weet door zijn geweten, dat iets niet goed is. Dus ook als je niet goed voor een ander bent. c. Lees hiernaast de vraag en het antwoord 91 van de HC. Zondag 33 Wat zijn goede werken? Alleen die uit een waar geloof, naar de Wet van God, alleen Hem ter eer geschieden.

Schrijf drie kenmerken op van goede werken:

Antwoord: 1. Uit een waar geloof. 2. Naar de wet van God. 3. Tot Gods eer. Vergelijk dit antwoord eens met wat jij hierboven het opgeschreven bij vraag a en b. d. Waren de goede werken van Dorkas hetzelfde als wat wij vaak ‘goede werken’ noemen? Wat is het verschil? Antwoord: Wij doen ze vaak niet tot Gods eer, maar voor onze eigen eer. We denken daarbij vaak niet eens aan de Heere. We doen het misschien wel omdat anderen ons dan ‘knap’ en ‘behulpzaam’ vinden.

Werkboekje +10

Sudoku (bij deze sudoku heb ik enkele getallen weggehaald t.o.v de sudoku van de -10)

Los de sudoku op. Zet de cijfers uit de gekleurde vakjes om in letters. Gebruik hiervoor de tabel die hieronder staat. Er kunnen twee woorden van worden gemaakt die bij het leven van Dorkas horen. 1 = e 2= k 3= r 4= d 5= o 6= n 7= g 8=w 9= i De oplossing: goede werken

a. Wat noemen wij ‘goede werken?’ Kun je een paar voorbeelden noemen. Antwoord; Dat je iets goeds doet voor een ander. Bijvoorbeeld andere mensen helpen. Voor hen zorgen. Dat je iets geeft wat een ander goed kan gebruiken. Dat je een boodschap voor iemand doet. Dat je geld ophaalt voor een goed doel. Enz.

b. Kan ieder mens zulke goede werken doen? Antwoord: ja, iedereen kan goed voor zijn naaste zorgen. Iedereen weet door zijn geweten, wat goed of kwaad is. Je weet ook wanneer je niet goed voor een ander bent/zorgt.

c. Lees hiernaast de vraag en het antwoord 91 van de HC. Zondag 33 Wat zijn goed werken? Alleen die uit een waar geloof, naar de Wet van God, alleen Hem ter eer geschieden.

Schrijf de drie kenmerken van goede werken op in de rondjes hieronder. Antwoord: 1. Uit een waar geloof. 2. Naar de wet van God. 3. Tot Gods eer.

d. Vergelijk dit antwoord eens met wat jij hierboven het opgeschreven bij vraag a en b. Waren de goede werken van Dorkas hetzelfde als wat wij vaak ‘goede werken’ noemen? Wat is het verschil? Antwoord: Wij doen ze vaak niet tot Gods eer, maar voor onze eigen eer. We denken daarbij vaak niet eens aan de Heere. We doen het misschien wel omdat anderen ons dan ‘knap’ en ‘behulpzaam’ vinden. e. Wanneer kun je pas echt ‘goede werken’ doen, zoals God ze bedoelt? Antwoord: Als je het geloof van de Heer hebt gekregen in je hart. Als je Hem mag liefhebben. Dan wil je Hem ook dienen en voor je naaste zorgen zo goed als je dat maar kan. f. Waarom wordt Dorkas vaak een voorbeeld voor ons genoemd? Antwoord: Ze gaf ons een goed voorbeeld omdat ze uit liefde voor de Heere goed voor haar naaste was. Ze deed het niet uit eigenbelang. God vraagt van ons onze naaste lief te hebben als onszelf. Dat is alleen mogelijk als we de liefde tot God in ons hart voelen. Als we hem willen dienen, Hem liefhebben, wil je ook je naaste dienen.

Liefde

1. Zie je in dit symbool iets bekends? Welke vormen herken je? Weet jij wat de drie onderdelen betekenen? Antwoord: je ziet een hart, een kruis en een anker. Het hart betekent liefde, het kruis betekent geloof en het anker betekent hoop.

2. Hieronder lees je drie bijbelteksten

En al ware het dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, (…)en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven. 1 Korinthe 13 : 3

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.

Romeinen 14 : 23b

En een iegelijk die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is.

1 Johannes 3 : 3

Kun je de juiste Bijbeltekst met het juiste onderdeel van het symbool van geloof-hoop-liefde verbinden?

3. Lees nu 1 Korinthe 13:13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; maar de meeste van deze is de liefde” (1 Kor. 13:13)

Denk aan het verhaal van Dorkas. Kun je uitleggen waarom er staat dat de liefde het meest, het belangrijkste is? Antwoord: ze zijn alle drie onmisbaar. Maar de liefde zorgt ervoor dat het geloof en de hoop blijft bestaan. Geloof en hoop zijn na dit leven ook niet meer nodig. Maar de liefde zal eeuwig blijven en volmaakt zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2022

Kompas Handleiding | 19 Pagina's

Handleiding 9 : Dorkas Een voorbeeld voor ons

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2022

Kompas Handleiding | 19 Pagina's