Gods kinderen zijn gelukkig!

Uitleg van moeilijke woorden:

Genade: Onverdiende goedheid van God aan zondige mensen
Wedergeboorte: Vernieuwing (…) en levendmaking, die God zonder ons in ons werkt
Waarachtige bekering: Het afsterven van de oude en de opstanding van de nieuwe mens
Strijd: tegen satan, de wereld en het eigen boze hart. Het doel van satan en zijn volgelingen is om God van Zijn eer te beroven en de mens in het eeuwig verderf te storten.
Zaligheid: Vol zijn van geluk; de vrede met God in je hart.
Welgelukzalig: Zéker zalig

Gods kinderen zijn gelukkig. Maar we horen in de kerk ook dat ze verdriet hebben over de zonde. Ellendekennis lijkt niet aantrekkelijk. Hoe kan iemand die de Heere vreest dan toch gelukkig zijn? Kort klinkt het antwoord van ds. Moens: “Dat is door de genade die de Heere geeft”. In de waarachtige bekering gaat de Heere wonen en werken in het hart van zondige mensen. Hij maakt een Goddelijk begin, Hij geeft ze een nieuw hart. “De Heere neemt dan de hoogste plaats in je hart in. Hij is immers ‘t allerhoogst en eeuwig goed’ (Ps.25:6 berijmd). Daarin bestaat hun geluk.” De Heere doet dit naar Zijn welbehagen. De Heere Jezus heeft deze genade verdiend. En de Heilige Geest werkt dit in het hart. Wat een wonder als de Heere zó in je hart komt wonen. “Dat is ten diepste het geluk. Dit geluk is er altijd. Want als God Zijn werk in het leven van een mens begint, zal Hij dit ook onderhouden en tot het einde brengen. Dit einde zal de eeuwige gelukzaligheid zijn. Dan is Gods volk eeuwig gelukkig. Dan mogen ze eeuwig zonder zonde bij de Heere zijn en Hem grootmaken. Dan zullen ze eeuwig God in Christus de lof en de eer geven. Als je toch dáár over denkt, wat heeft Gods Kerk dan een toekomst!”

Schijnbare tegenstelling
Ervaren Gods kinderen dit ook altijd zo? “Nee, niet altijd. Als de Heere in je hart gaat werken dan wórd je onuitsprekelijk gelukkig, maar je vóelt je diep ongelukkig. Dit komt omdat je dan ziet dat je God kwijt bent. Omdat je gezondigd hebt. En je weet dan niet hoe het goed moet komen tussen God en tussen je ziel. Dát wordt de nood van je ziel. Je ziet hoe gelukkig Gods volk is en hoe arm dat je zelf bent. Dan is het in je hart: Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God (Ps.42:2-3a). Het wordt zo’n wonder wanneer de Heere Zelf het heilgeheim van de zaligheid in Christus in je ziel bekend maakt, de enige Naam tot zaligheid gegeven. Dat geeft zo’n onuitsprekelijk gevoel van geluk. Dit gaat alles van de wereld zo oneindig ver te boven. En daarbij, in het beleven van je armoede en ongeluk ligt toch al zoveel liefde en zoetigheid, dat je nooit meer met de wereld zou willen ruilen. Dus het is echt een schijnbare, geen werkelijke tegenstelling.”

Strijd
Het leven is vol van strijd. Ver weg is er onderdrukking, dichtbij is er terreur. Steeds weer blijkt dat de duivel weet dat hij een kleine tijd heeft. Hij is de tegenstander van God, die niet wil dat mensen de Heere gehoorzamen. Onze jongeren merken dat op allerlei manieren. Wat presenteert de wereld zich aantrekkelijk en wat trekt ons boze hart daar naar toe! “Als de Heere Zijn werk in ons hart begint, ervaren we die strijd in ons hart. Er is strijd van buiten en de strijd van binnen. In Gods woord worden drie vijanden genoemd. Satan, die al zijn pijlen op je afvuurt, de wereld die trekt, en ons eigen boze hart, dat naar de zonde trekt.”

Overtreffende trap
De dominee wijst op de geestelijke wapenrusting, waar Paulus van spreekt: Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef.6:10-20). “Wat dat betreft hebben Gods kinderen nu geen andere strijd dan vroeger. Het is wel een zware, maar geen hopeloze strijd in het leven van Gods kinderen. De vijand is door Christus overwonnen. Door Zijn Geest is de Heere de Zijnen nabij. Daarom wil je nooit meer ruilen, ondanks de strijd, ondanks de tegenwerpingen van de duivel. De liefde van God in je hart geeft zo’n blijdschap, daar kan niets tegenop. Deze wetenschap maakt Gods kind gelukkig. Daar ligt het leven en de zaligheid in. Niet zomaar gelukkig. Je mag gerust zeggen dat ze in de overtreffende trap gelukkig zijn, namelijk welgelukzalig!”

Wat zegt de kinderdoop hierover?
Is het je wel eens opgevallen? In het gebed van het doopformulier staat dat zij ‘hun kruis (…) vrolijk dragen mogen’. Dan volgt vrijwel direct: ‘en dit leven (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood) om Uwentwil getroost verlaten’. Dit lijkt een tegenstrijdigheid? “Maar”, zegt ds. Moens, “Dit is het niet. Want er wordt in dit gebed gevraagd of de Heere deze te dopen kinderen ‘genadiglijk wil aanzien en door Uw Heilige Geest Uw Zoon Jezus Christus wil inlijven…’”. Als dit werkelijkheid wordt in het hart, dan zal de Heere altijd zorgen, wat er ook komt. Hij kan het in de moeilijkste omstandigheden zó goed met Zichzelf maken, dat in verdriet en kruis het hart toch vrolijk is in de Heere. Dat maakt geen onnatuurlijke mensen, maar je krijgt de kracht om verder te gaan. Want er staat nog bij: ‘Hem (de Heere Jezus) aanhangende met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde’. Zo worden we ook bij de kinderdoop gewezen op het geluk dat de Heere aan de Zijnen schenkt.

Emotie
Is dat geluk wel altijd zichtbaar? Deze vraag kan bij je opkomen als je de tranen ziet bij hen die mogen deelnemen aan het Heilig Avondmaal. De dominee geeft aan dat dit ook tranen van blijdschap kunnen zijn. ”Juist in een week van voorbereiding komt er zoveel tegen het werk van de Heere op. Dat verbindt aan de genadetroon. Je smeekt of de Heere Zelf nog weer tot je ziel wil spreken. Satan benauwt je. Die zegt bijvoorbeeld dat je jezelf een oordeel zal eten en drinken als je deelneemt aan het Heilig Avondmaal, dat het alles eigen werk is. Maar als ze dan aan het Heilig Avondmaal mogen deelnemen, en de Heere komt er in mee en zij uit Zijn mond mogen horen: ‘Deze Mijn hartelijke liefde en trouw jegens u, dat Ik voor u (daar gij anders de eeuwige dood hadt moeten sterven)…’ Dan mogen zij in die tekenen van brood en wijn Zijn liefde en trouw zien, en komen er tranen van blijdschap en verwondering. Dan kun je niet begrijpen dat God in Christus zo goed is voor zo’n zondaar. Dat maakt je hart zo onuitsprekelijk gelukkig.”

Gelukkig leven
“Deze genade, dit geluk geeft de Heere nog, om Christus’ wil. Hij wil er om gevraagd zijn. Hij zegt: “Mijn zoon, Mijn dochter geef Mij je hart”. Vraag maar en houd maar aan bij de Heere of Hij je dit wil geven: ‘Op uw noodgeschrei, deed Ik grote wond’ren’.
Bedenk maar dat de wereld voorbij gaat en haar begeerlijkheid, maar die de wil van God doet blijft in der eeuwigheid. Als Gods kinderen hier bij ogenblikken al zo onuitsprekelijk gelukkig zijn, wat zal dat toch zijn als ze straks eeuwig bij de Heere mogen wonen.”

De geestelijke wapenrusting - Efeze 6:10-20

1. Gordel van de waarheid: Een Christen staat sterk als hij zich wapent met het Evangelie.
2. Borstwapen (pantser) van gerechtigheid: Een Christen staat sterk als hij oprecht is.
3. Schoenen van bereidheid: Bereidheid om je geloof te belijden en te getuigen naar anderen
4. Schild des geloofs: Een christen vertrouwt op God in Christus
5. Helm der zaligheid: Een Christen vertrouwt op de overwinning. Deze is al behaald door Christus.
6. Zwaard van de Geest: Een Christen heeft Gods woord, een krachtig wapen.
Bron: Bijbel met uitleg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen