Een geheiligd graf
De begrafenis van de Heere Jezus
“Familie, we staan hier bij een gekocht graf. Hier rust een lichaam dat eens wordt opgenomen in heerlijkheid”, hoor je de dominee zeggen. Je wist het: Oma was een kind van de Heere. Je voelt het aan: Dit volk is gelukkig, echt gelukkig.
Twee mannen haasten zich naar stadhouder Pilatus. Ze stellen een gedurfde vraag: ”Mogen we het lichaam van Jezus begraven?” De toestemming is snel gegeven. Veel tijd heeft het tweetal niet, de sabbat breekt al bijna aan. Voorzichtig leggen ze het lichaam in de grafspelonk. Daarmee vervullen ze een profetie van eeuwen geleden. Jesaja had eenmaal gesproken: Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest.
Als het aan het sanhedrin lag, had de Nazarener zo’n begrafenis niet gekregen. Hoe anders is het bij dit tweetal. Hun liefde tot een dode Jezus is zo groot dat ze er alles voor over hebben Hem te begraven.
Wie zijn het? Is het Petrus, die hete tranen weende over zijn verloochening van de Heere? Of Johannes, de apostel der liefde? Nee, van de discipelen ontbreekt elk spoor bij de begrafenis van de Heere Jezus.
Twee leden van de Joodse raad voeren deze liefdesdienst uit. Wie had dat verwacht? Hoe beschamend!
De Heere kan nog mensen inschakelen in Zijn dienst die wij niet hadden uitgekozen. En Hij kan ons, die alles zo goed weten, voorbij gaan.
Kunnen we dat verdragen, omdat het eigen schuld is?
Volbracht
Waarom moest de Heere begraven worden? Hij wilde een bewijs geven dat Hij echt gestorven was. Zo belangrijk was Zijn dood dat het op verschillende manieren bevestigd moest worden. Alleen door Zijn dood kon betaald worden aan Gods eisend recht.
Aan het kruis riep Christus uit: Het is volbracht. Aan Gods recht was nu voldaan, de Vader aanvaardde het offer van Zijn Zoon. Toch wilde de Heere ook de vernedering van het graf ondergaan. Want een vernedering is het, begraven worden.
Op de begraafplaats vervullen we wel een laatste liefdesplicht, maar we bewijzen de overledene niet de laatste eer. Als iemand sterft, is het een voorrecht dat er een begrafenis mag zijn, maar het is geen eer. De begrafenis onderstreept Gods oordeel over de zonde: Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
Dit oordeel over de zonde wilde Jezus ondergaan. Maar Hij kon niet meer door God verlaten worden, zoals aan het kruis! De profetie van David moest worden vervuld: Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving zie (Psalm 16: 10). Ook daaruit blijkt dat Christus de Heere is over het graf. Hij brak in het graf de kracht van de dood. Na enkele dagen stond Jezus triomferend op uit het graf als Overwinnaar van dood, graf en hel.
Waarom wilde Christus begraven worden? Om voor Zijn kinderen Borg te zijn, ook in het graf. Wat kan het kille graf afschrikken.
Lees Psalm 88 maar. Wat is het dan voor Gods kinderen een troost dat hun Heere ook in het graf heeft gelegen.
Crematie
“Mam, als de buurman wordt gecremeerd, dan gaan we er toch niet heen?” Je voelde wel aan dat het contrast groot was. De eenvoudige begrafenis van oma, waar het Woord in het middelpunt stond, tegenover een crematie met veel aandacht voor de mens. Het antwoord kwam dan ook niet onverwacht: “We proberen met de buurvrouw mee te leven”, antwoordde moeder: “Maar ik heb een tijdje geleden al uitgelegd dat we een crematie niet kunnen bijwonen.”
En, wat vond buurvrouw ervan? “Ze had niet anders verwacht. Laten we maar niet op haar neerkijken, ze is niet met Gods Woord opgevoed. Wij moeten beter weten, maar we zijn niet beter. Dat zei oma toch ook altijd?”
Herinnering
De woorden van de dominee klinken nog na in je herinnering. Hij sprak over een gekocht graf. Je wist het: Oma is de strijd te boven, ze mag nu eeuwig de Heere grootmaken. Toch vind je het een moeilijke gedachte dat ook het lichaam van je godvrezende grootmoeder in het graf gelegd werd, om daar te vergaan. Aan de andere kant weet je het vanuit de Bijbel: Op de jongste dag krijgt ze haar lichaam terug, maar dan een heerlijk lichaam dat de volle liefde van God tot in eeuwigheid kan dragen.
Laat de herinnering aan deze begrafenis je maar bijblijven. Je rijdt misschien wel vaak langs de begraafplaats, op weg naar school, de kerk of je werk. Rijd dan maar geen straatje om. Het is waar, we denken liever na over blijde gebeurtenissen dan over de dood en het graf.
Maar besef wel dat deze werkelijkheid komt. Wie redt zijn ziel van het graf? Daarom is het zo nodig dat we geestelijk worden opgewekt en een Zaligmaker nodig krijgen, Die in het graf is geweest, maar door de dood niet vastgehouden kon worden. Hij stond op. Nu leeft Hij en bidt Hij voor de zaligheid van de Zijnen.
Hoor ik daar ook bij?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011
Daniel | 36 Pagina's
