Geestelijk gesprek
Na ruim vier jaar en ongeveer vijftig pagina's is dit mijn laatste Weer wat nieuws... Op het moment van verschijnen ben ik, samen met Sofieke, Theo, Thomas en Thijs, al door de gemeente van Moerkapelle uitgezonden naar Ecuador (al moeten we de vliegreis nog maken). De laatste maanden hebben we ons hierop voorbereid. In die periode merkte ik dat het moeilijker werd om deze pagina, met z'n actuele spits, te vullen. Ik zit niet meer. zoals toen ik nog politiek redacteur bij het Reformatorisch Dagblad was, als een spin in het web van het nieuws. Deze laatste keer waag ik me er maar niet meer aan. Ik heb ook iets anders. Wat me - naast het zendingswerk - in 2005 nogal heeft beziggehouden, is een artikeltje dat ds. A. Moerkerken dit voorjaar in de Saambinder schreef. Hij reageerde daarin op de vraag van twee meisjes, die in hun omgeving geen mensen kenden die tot God zijn bekeerd en daarover ook openlijk getuigenis aflegden. Zo'n vraag geeft een nogal somber beeld van de gereformeerde gezindte en van ons kerkverband. Dat maakte me nieuwsgierig: zou zoiets nou vaker voorkomen?
Voor het vak pedagogiek van de CGO-E-cursus moest ik dit jaar onderzoek doen onder jongeren uit de gereformeerde gezindte. Ik besloot hen vragen voor de leggen die met het door ds. Moerkerken behandelde thema verband houden. Geven je ouders je een christelijke opvoeding? Voer je met hen wel eens heel persoonlijke gesprekken over het geloof? En met broers en zussen, vrienden en vriendinnen? Ken je mensen van wie je wel eens hebt gehoord hoe ze tot God bekeerd zijn? Heb je in jouw omgeving zoiets wel eens bewust meegemaakt?
Resultaten
Je begrijpt het al: de resultaten zijn binnen. Honderd leerlingen van het Wartburg College (Rotterdam) en van de Fruytier (Rijssen), allemaal ongeveer veertien jaar en afkomstig uit de breedte van de gereformeerde gezindte, vulden de vragenlijst in. Trouwe catechisatiebezoekers over het algemeen (de 'Rotterdammers' iets minder dan de 'Rijssenaren'). Allemaal gaven ze aan een christelijke opvoeding te krijgen; in 36 gevallen lag het er "niet dik bovenop", in de overige gevallen gaan de ouders hier volgens hun kinderen "heel serieus" mee om.
Maar vanaf dit punt worden de resultaten verbazender. Dertien leerlingen praten "nooit" met hun ouders over het geloof. Van de overige 87 gaven er 18 aan dat zulke gesprekken altijd oppervlakkig blijven. Met broers en zussen en met vrienden en vriendinnen wordt nog minder over geloofszaken gepraat.
Van de 100 leerlingen hebben er 42 nog nooit iemand persoonlijk, vanuit eigen ervaring, horen vertellen over de bekering - eveneens 42 hebben dat wel eens gehoord, 16 zelfs "meerdere keren". Bijna driekwart (74) antwoordde ontkennend op de vraag of hij of zij wel eens van nabij meemaakte dat iemand tot God werd bekeerd. Van de 26 die dat wel meemaakten, gaven er acht aan dat dit hun eigen gezin betrof.
Hoe staan deze leerlingen nu zelf in het leven? Een kleine driekwart (72) gaf aan de Bijbel als enige waarheid te aanvaarden, 21 twijfelen daar regelmatig aan en zeven hebben daar problemen mee. Eenderde van de leerlingen (32) maakte de inschatting later net zo in het leven te staan als hun ouders nu. Een meerderheid van 59 denkt christelijk te blijven, maar anders dan hun ouders. Nog eens zeven gaan ervan uit dat dit "behoorlijk anders" zal zijn. Twee denken niet dan nog christelijk te zijn.
Opmerkzaam zijn
In zijn boek Ons Doopformulier spreekt ds. C. Harinck de vrees uit dat "in honderden gezinnen nooit één woord gerept wordt over de eeuwige belangen der ziel" en dat men "geestelijk totaal een vreemde van elkaar" is. Zo mag het volgens hem niet zijn: "De verbondsgeheimenissen, die de heidenen moeten missen, moeten het kind verteld worden." Het zijn maar kille cijfers, die hierboven staan. Maar helaas lijken ze het sombere gevoelen van ds. Harinck en ds. Moerkerken in de Saambinder te
ondersteunen. Zou dat ouders niet moeten aansporen? Zou het kinderen van God niet moeten aandringen om er ook voor het navolgende geslacht eens mee voor de draad te komen?
Maar Daniël is een jongerenblad; dat heb ik in mijn bijdragen steeds voor ogen proberen te houden. Wat moet jij als jongere hiermee? Maar zien of je 'toevallig' eens een keer iets hoort? Dat is toch wel mager voor een zaak die van levensbelang is. Zoek eerst het Koninkrijk van God, zegt de Bijbel. Dat "zoeken" is veel meer dan "maar zien"; in het woordje "eerst" ligt prioriteit.
Ik wil je aansporen om opmerkzaam te zijn, goed op te letten, je ogen en oren de kost te geven. Zie je uit naar wonderen van Gods genade, bij anderen en in je eigen leven? Ga er dan eens op af waar je denkt ze aan te treffen. Vraag er gewoon eens naar. Kom gerust op voor jezelf. Want nogmaals: het is in je levensbelang!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 2005
Daniel | 32 Pagina's
