JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Daar moet veel strijds gestreden zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Daar moet veel strijds gestreden zijn

LeesWijzer

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Todos es nada, mas Dios es todos - Psalm 62

't Zij wat de wereld poogt, 't zij wat de mensen woeden: 

mijn hart dat is in God gerust en klaar van vrezen; 

in God, mijn hulp en troost, die mij zo zal behoeden, 

dat mij geen kwaad, hoe groot, tot kwaad zal kunnen wezen. 

Hoe lang beloert gij toch een enig' met u allen? 

Hoe lang, och, zult gij nog uw boze zinnen scherpen 

om hem, gelijk een muur die nu vast dreigt te vallen, 

in ongeluk en druk van boven neer te werpen? 

Haars harten valse grond bedekken zij behendig, 

terwijlen mijn verderf vast broeit in haar gedachten: 

de mond is zoet van taal; het hart dat vloekt inwendig 

en port de boze geest om naar mijn dood te trachten. 

Wat schade kan 't mij doen, nu God mijn enig stut is, 

mijn troost, mijn hulp, mijn burcht, mijn hoop en enig heil is, 

mijn toevoorzicht, mijn eer, mijn kracht en enig schut is, 

waarachter ik mij berg en 't leven wis en veil is? 

O mense, wie gij zijt, wilt gij uw hoop vastleggen: 

zo legt z' op God alleen. Is angst in uwe herten: 

Hem moogt gij onbeschroomd, uw hart geheel uitzeggen; 

Hij is 't alleen die zorgt en laaft in alle smerten. 

Maar mensen, wat zijn die? Niet, niet altoos te achten. 

De grootste onder hen en allerhoogst gekomen 

zij zullen uit hun doen wat groots en wonders wachten; 

en als 't al is gewacht, zo zijn 't maar dwaze dromen. 

Hoe ijdel zijn ze toch, al samen met elkander! 

Wilt gij verstaan hoezeer? Neemt twee gelijke schalen; 

legt hier de mens in d' een; daar d' ijdelheid in d' ander. 

Wat geldt het? D' ijdelheid die zal de mens ophalen! 

Op onrecht of geweld, dat door uw hand geschied is, 

verlaat u daarop niet; wilt ook uw hart niet geven 

tot iets dat nietig is, ja minder dan een niet is. 

En, valt u rijkdom toe, laat daaraan 't hart niet kleven. 

Och, wat een troostig woord heeft God eens uitgegeven 

(dat ik wel meer dan eens heb horen naverhalen): 

Dat géén - dan Hij alleen - macht heeft, van al die leven, 

Die goed is, en elkeen naar waarde zal betalen! 

 

Daar moet veel strijds gestreden zijn;

daar moet veel leeds geleden zijn;

en veel gebeds gebeden zijn;

en Christelijke zeden zijn;

een nauwe weg betreden zijn

zolang wij hier beneden zijn:

zo zal 't hierna in vrede zijn. 

Dirk Rafaëlszn. Camphuysen (1596-1627)


 

Je hebt de dichtregel uit de titel vast wel eens gehoord. En waarschijnlijk zal dat gebeurd zijn terwijl je naar een preek luisterde! En dat kan echt wel een goeie, degelijke preek in een van onze eigen gemeenten geweest zijn. De kans is trouwens groot dat de regels die erop volgden wat anders klonken dan ze hier staan. Want 'bekende' dichtregels aanhalen gebeurt wel eens wat slordig. Ook deze regeltjes kun je in vele variaties gehoord hebben.

Toch is daar iets merkwaardigs mee aan de hand. Je kunt zien dat het geen zelfstandig gedicht is, maar de afsluiting van een langer gedicht. Het is een bewerking van Psalm 62, die je overigens niet kunt zingen op 'onze' melodie. Dat is trouwens ook een beetje merkwaardig, want de meeste 17de-eeuwse dichters die psalmberijmingen maakten (en dat waren er heel wat!), hielden zich wel aan de Geneefse melodieën. Als je de onberijmde Psalm 62 ernaast legt, merk je dat de dichter die wel in grote lijnen, maar niet heel strikt volgt. De muur die op instorten staat uit vers 2 (onberijmd) is bij Camphuysen het beeld van de boze die Gods kind bedreigt. En ook vers 6 (onberijmd) klinkt hier anders: hij spreekt niet zijn ziel, maar zijn lezers aan.

Maar het merkwaardigste is toch wel, dat van onverdacht gereformeerde kansels op deze manier wel eens dichtregels aangehaald worden van een remonstrants predikant, geschreven ter bemoediging van een collega-predikant op 21 september 1 618! Volgens een kenner van Camphuysens dichtwerk zouden de woorden een nauwe weg betreden zijn op zijn minst in overeenstemming zijn naar de prekenbundel de Enge Poorte van Eduard Pop(pius), die daarin vurig de remonstrantse visie had uitgedragen. Toch mogen we eerlijk zijn: dit gedicht geeft op een eenvoudige toon uiting aan een algemeen christelijk thema: de heiligmaking. Het is bekend dat er ook remonstrantse predikanten waren met een bevindelijke inslag. En misschien levert dat herkenning op!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 2000

Daniel | 32 Pagina's

Daar moet veel strijds gestreden zijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 2000

Daniel | 32 Pagina's