Water en dood of... water en God
Verslag bondsdag 5 juni 1999
Binnen of buiten? Zijn we tevreden met een leven zoals in de dagen van Noach of zien we uit naar de dag van Christus? Is de oorlog in Kosovo één van de tekenen van de eindtijd? En tenslot te, zijn we binnen of buiten de Ark, in of buiten Christus, in of buiten de hemel? Zomaar enkele vragen waarmee we zaterdag 5 juni geconfronteerd worden tijdens de bondsdag in Barneveld.
Nadat ds. Kattenberg de bondsdag geopend heeft, leest hij gewoontegetrouw het telegram voor dat aan de Koningin verzonden werd. Zelfs het antwoord van haar secretaresse kan voorgelezen worden. Het schoolorkest 'La Réjouissance' brengt een bewerking van het Wilhelmus ten gehore. Het bondsdagkoor voegt zich even later bij het geluid van de instrumenten en zingt: 'Dat 's Heeren zegen op u daal'. In aansluiting daarop zingen we tenslotte allemaal het Wilhelmus.
Hier en nu We beluisteren vervolgens enkele mooie psalmbewerkingen die het koor voor ons zingt: Psalm 29, 53 en tenslotte Psalm 99. Dan is het woord
aan ds. W. Visscher, die het thema 'De dagen van Noach' voor ons op een heldere manier uiteenzet.
"Nog zeven maanden, en dan? Nog tweehonderd dagen, en dan? Zijn wij ook zo druk met de komende millenniumwisseling? "
Ds. Visscher vergelijkt in zijn toespraak de dagen van Noach met onze tijd. "Vandaag bekijken we de dagen van Noach. De aarde was verdorven voor Gods aangezicht: criminaliteit, geweld, enzovoort worden
verheerlijkt. Met God en Zijn geboden wordt niet gerekend. De mens rekende slechts met zichzelf en met het geweld. Tegenwoordig kunnen we spreken van verloedering: de moord in Zwaagwesteinde, het geweld op een school in Amerika, Kosovo..." De Heere jezus spreekt in het Nieuwe Testament ook over de dagen van Noach. Hoe spreekt Hij erover? Spreekt Hij over de gruwelijke zonden van Lamech? Spreekt Hij over de gruwelijke daden van de inwoners van Sodom en Gomorra? Nee, de verwijzing naar de dagen van Noach heeft iets heel opmerkelijks: ze aten, ze dronken, namen ten huwelijk. De Heere jezus wijdt niet uit over de gruwelijke zonden. Hij wijst naar de geest van de tijd, de oorzaak van de zonden. De mensen leefden voor het hier en nu. De Geest was in de tijd van Noach geweken.
Als we kijken naar 1999 dan staat in de wereld alles op zijn kop. Net als in de dagen van Noach leven de mensen alleen voor de dingen van de tijd: drinken, trouwen, werken. Verder niets. Dat is iets waarmee wij ook bezet kunnen zijn, volgens ds. Visscher. Dan zijn we vol met ons geld, ons rijbewijs, onze baan. Ook in de gemeente van God komen de dagen van Noach voor.
En toch, evenwel... Noach leefde door het geloof, ook in die zondige tijd. Dat is een teken van hoop! Ook vandaag zijn er mensen die de Heere oprecht vrezen. De dagen van Noach waren zondige dagen, dagen van oordeel. Evenwel: ook dagen waarin Gods genade openbaar kwam. Dat blijkt uit de bouw van de ark: de ark van Noach is de enige schuilplaats tegen de vloed en het oordeel. De ark wijst heen naar jezus Christus: Hij is een veilige Schuilplaats tegen het oordeel. Zoals Noach onderhouden werd in de ark, zo onderhoudt Christus Zijn Kerk. "Hoe kom je bij die Ark? ", vraagt ds. Visscher ons. De ark van Noach heeft een deur, er is een ingang. Noach heeft gewezen op die deur. Eeuwen later horen we: "Ik ben de Deur". Is 't niet geweldig? Mensen nodigt Hij.
Wie zegt dat we die zeven maanden, die tweehonderd dagen tot het jaar 2000 nog krijgen? Heden, zo gij Zijn stem hoort, verhardt u niet. Met deze oproep sluit ds. Visscher zijn toespraak af.
rauze
Voordat de morgenbijeenkomst afgesloten wordt, heeft de heer Mauritz nog enkele praktische mededelingen. Hij wijst op de stands die in de markthal te vinden zijn. Speciale aandacht vraagt hij voor de bus van Kom Over En Help, die buiten geparkeerd staat. Ook de jeugd-
hondstand moeten we niet vergeten te bezoeken. Hij hoopt dat we allemaal enkele uitgaven zullen kopen. Ondanks de regen duurt het toch niet lang voordat de Veluwehal leeggestroomd is. Met een jas en een is het buiten goed toeven. De stands worden goed bezocht. Enkele jongeren zoeken de gesprekshoek van de ZGG op voor een persoonlijk gesprek met een van de verlofgangers. Anderen verdringen zich om de deelnemerslijsten van de zomerkampen: wie gaan er nog meer mee van de zomer
en... wie is onze staf? Ook heel belangrijk om te weten! In de bus van stichting KOEH bekijken enkele mensen de diapresentatie over de christenen in Oost-Europa. Armoedige kinderen, vermoeide bejaarden passeren ons netvlies, op de beeldschermen die verspreid in de bus zijn opgehangen, je krijgt een goed beeld van de omstandigheden waarin deze mensen moeten leven. En je wordt weer eens extra geconfronteerd met de rust en welvaart die wij zelf mogen genieten.
Rond half twee zijn de meeste mensen weer in de Veluwehal te vinden, hetzij in de rij voor het toilet, hetzij op zoek naar een zitplaats, of... op het podium. Daar staat een aantal jongeren rond het orgel en zingen ze onder begeleiding van Jan Wisse en Ad Blonk onder andere enkele liederen uit de welbekende JBGG-bundel.
Totdat ds. W. Harinck plaatsneemt achter het podium. Hij kijkt het geroezemoes eens rustig aan, maar niet te lang: Klokslag kwart voor twee zouden we beginnen en we houden ons aan de tijd". Snel zoekt iedereen een plekje op. De middagbijeenkomst kan beginnen. "We gaan nu een stukje uit Gods Woord lezen. Het sluit aan bij de lezing van ds. Gunst", zo vervolgt ds. Harinck. Hij leest met ons Lukas 21:25-33, waar de Heere Jezus spreekt over de tekenen die vooraf zullen gaan aan Zijn wederkomst.
De Balkan, Kosovo en het zendingswerk
Het eerstvolgende programmapunt is het drieluik 'De Balkan als
teken? '. We zien allereerst enkele videobeelden over de geschiedenis van Joegoslavië: het
eerste 'luik'. Joegoslavië is niet alleen de brandhaard van de Eerste, maar ook van de Tweede Wereldoorlog. En sinds 1990 is het weer onrustig in die landen rond de Balkan. Het conflict lijkt na jaren nog steeds niet opgelost. Vooral de beelden waarop we kunnen zien hoe de vluchtelin-
gen uit Kosovo opgevangen worden in Albanië stemmen ons tot nadenken.
Het tweede 'luik' bestaat uit een klein vraaggesprek tussen de heer Mauritz en ds. Driessen, die samen juist woensdag uit Albanië zijn teruggekeerd. Ze hebben daar met eigen ogen de vluchtelingen in Saranda en Delvin gezien. Het leed van de Kosovaren is onbeschrijfelijk. Toen ds. Driessen woensdag thuiskwam, zei hij tegen zijn vrouw: "Vraag maar even niets. Ik moet het eerst verwerken".
De heer Mauritz vraagt aan ds. Driessen of deze oorlog nu ook een teken van de eindtijd zou zijn. Ds. Driessen wijst op een tekst uit Mattheüs 24, waar gezegd wordt dat het ene volk tegen het andere volk zal opstaan. Er zijn veel plaatsen in de wereld waar je dit bevestigd ziet. Mauritz vraagt nog even door. "Dat is toch altijd zo geweest? " Volgens ds. Driessen zijn de oorlogen en de geruchten van oorlogen er al veel langer: tweeduizend jaar. Voor Gods Kerk is het altijd een aansporing tot voorbereiding geweest op de wederkomst van Christus. Er is daarom naar twee kanten toe
sprake van een rijpingsproces. Aan de ene kant is er het: "Gij zult horen
van oorlogen en geruchten van oorlogen". Aan de andere kant zegt de Heere Jezus: "Nog is het einde niet". "Wat deed het u, die aanblik van de Kosovaren in Delvin? ", is de volgende vraag. "Het grijpt je ontzaglijk
aan. De situatie is iets verbeterd, maar niet zoveel. We hebben er met veel mensen gesproken. Het is verbijsterend wanneer je hoort welke verschrikkelijke dingen er gebeurd zijn. Dat kun je bijna niet onder woorden brengen."
Op de vraag wat wij aan het leed van de Kosovaren zouden kunnen doen, antwoordt ds. Driessen: "Je kunt helpen. Een offer brengen bovenal. We kunnen de troon van Gods genade aanlopen." De heer Mauritz vraagt zich voorzichtig af: "En nog is het einde niet? " "Het is een wonder dat de boodschap van vrije genade nog verkondigd mag worden. Binnen of buiten? Ben je binnen? Denk er van- daag eens aan dat het vooral de goedertierenheden des Heeren zijn die jou tot bekering leiden." "En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden en een getuigenis allen volken, en dan zal het einde komen. Hoe ziet u dit teken? "
"Het Woord wordt nu in Albanië ook gebracht tot Kosovaren, voor het merendeel moslims. Het is te hopen dat ze dat Woord weer meenemen naar Kosovo. Zondagmorgen waren er meer dan honderd Kosovaren in de dienst van de gemeente van Delvine. Ik denk ook aan de middagdienst die we afgelopen zondag mee mochten maken. In een kleine gemeente van twaalf leden mocht het Woord van God verkondigd worden. En daar mocht ook het Heilig Avondmaal bediend worden. Vier Albanezen mochten er de dood des Heeren verkondigen."
De laatste vraag die gesteld wordt, luidt: "Wat heeft het u nu gedaan, die bezoek aan Albanië? " "Nogmaals, enerzijds heeft het me geschokt. Als je hoort en ziet wat de mensen meegemaakt heb-ben... Anderzijds hebben we ook gezien wat er in Psalm 2 staat: Die in de hemel zit zal lachen. God brengt Zijn Woord tot zondaren, of Hij brengt zondaren tot Zijn Woord. Dat geldt daar, in Albanië, maar ook vandaag in Barneveld. Hoor jij die stem? Ook vandaag klinkt Zijn boodschap: Heden, zo gij Zijn stem hoort, verhard je niet, maar laat je leiden."
Het laatste 'luik' laat iets zien van het leven op de zendingsveiden in Irian Jaya en Ecuador. Het werk in Gods Koninkrijk gaat door. Het evangelie wordt nog verspreid onder mensen die de Heere nog niet kennen. De presentatie sluit af met een beeld van enkele vissers op de stranden van Ecuador: zij halen hun visnetten binnen. Ze zitten vol vis. Het lied, dat we samen vervolgens zingen, sluit hier naadloos bij aan: Roept uit aan alle stranden, Verbreidt van oord tot oord, Verkondigt alle landen Het Evangeliewoord.
Een aangrijpende dag
Het orkest laat ons nog een keer genieten van enkele muziekstukken. Vooral de Romanze in F van Beethoven klinkt goed. Ook het koor zingt, voordat ds. Gunst met zijn toespraak kan beginnen, nog enkele liederen. De lezing van ds. Gunst heeft als thema 'De dag van Christus'. Dat dit over de dag van Christus' wederkomst gaat, is voor iedereen duidelijk. Voordat de Heere jezus ging lijden en sterven, heeft Hij een grote rede gehouden. Een stukje daarvan lazen we aan het begin van de middagbijeenkomst uit Lukas 21. Zoals ds. Gunst zelf zegt, brengt hij slechts enkele lijnen aan ls het 9aat over de tekenen die aan s die 9 da9 rote vooraf zullen gaan. En hij doet dit op een eenvoudige en indringende manier. "Wat zijn! Een dag die net zo zal beginnen als iedere andere dag. Het Evangelie dat zijn voortgang heeft gemaakt over de hele wereld. Dan zullen alle mensen gelijk zijn (volgens Lukas 21:27), want voor God zijn we allen gelijk. Dan is de genadetijd voorbij. Hier wordt ons nog toegeroepen:
Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop."
Wat zijn Gods kinderen gelukkig. Behoren jullie daar ook bij? Niet dat je het dan gemakkelijk hebt. In 1 Korinthe 4:1 3 staat: ij worden gelasterd en wij bidden; wij zijn geworden als uitvaagsels der wereld en aller afschrapsel tot nu toe. Maar toch, wat zijn ze gelukkig. Zullen wij Christus die dag voor het eerst zien, als de Rechter van hemel en aarde? Jonge mensen, daar staan we allemaal, oog in oog met de Heere God. De boeken zullen geopend worden. Heeft de Heilige Geest ons levensboek al met ons doorgenomen? Weet je het zeker? Ga je straks onbekeerd weg? Durf je dat aan? Dan zal het straks zijn: a weg van Mij, Ik heb je nooit gekend. Het grootste zal zijn als we straks mogen horen: omt in, gij gezegende Mijns Vaders.
Prachtig is er gezongen vanmiddag. Maar nog veel mooier zal het straks zijn. Mag ik voor de laatste keer vanmiddag jullie nodigen? In de hand des Heeren valt het voor de schuldige zondaar zo oneindig mee! Als hij zijn toespraak beëindigd
heeft, is het even opvallend stil in de zaal. Voordat we samen gaan zingen, kondigt ds. Gunst de collecte aan, kort maar krachtig: "Ik heb verschillende keren gehoord: het was fijn vanmorgen. Je moet niet geven, maar je mag geven!" We zingen enkele verzen uit Psalm 1 30 waarin iets doorklinkt van de hoop die Gods kinderen mogen hebben: Hij maakt op hun gebeden, Cans Israël eens vrij Van ongerechtigheden; Zo doe Hij ook aan mij.
Nadat de laatste regel verklonken is, valt ds. Kattenberg met de deur in huis. Deo Volente 27 mei 2000, zo de Heere wil en wij leven, zal de volgende bondsdag gehouden worden. We kunnen de dag alvast reserveren in onze agenda's. Na de dankwoorden die hij namens het bondsbestuur uitspreekt, wijst hij ons nog een keer op het door Wim Klop ontworpen decor dat voor in de zaal hangt: Binnen of buiten? "Over een poosje is het niet meer binnen of buiten, maar regen en... God. Voor wie? Voor Noach. Buiten was het water en de dood. Dat zag Noach niet, want hij kon alleen door het venster naar boven kijken. Binnen was het water en God. Water en dood... of water en God? Zeg het maar."
Zijn woorden klinken nog na als we de thuisreis aanvaarden.
Montfoort Corien Nederveen-Middelkoop
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1999
Daniel | 32 Pagina's
