JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

't Kwade weren... of ten beste keren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

't Kwade weren... of ten beste keren

Als er lijden in ons leven komt..

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De decembermaand is een gezellige maand. Wel een donkere maand maar door de vele extra lampjes op straat, in tuin en in huis proberen we het toch gezellig te maken. Buiten is het wel koud en donker, maor binnen is het lekker warm en gezellig. Maar juist in deze dagen voelen veel mensen dat het in hun leven zo heel anders is. Huiselijk samen zijn? Nee, nu niet meer. Wel worden gevoeld de wonden van een echtscheiding. Gezellig samen eten? juist in deze dagen schrijnt zo de lege plaats van een overleden man of vrouw, vader of moeder, kind of broertje of zusje. Gezelligheid? En nu is net een ernstige ziekte openbaar gekomen bij vader of moeder of iemand anders van wie we veel houden. Samen? Nee want ik ben alleen en in de decembermaand komt dat zo sterk naar voren.

De sfeer die rondom de kerstdagen en jaarwisseling wordt opgeroepen moet ons doen geloven dat alles hier op aarde vrede en gezelligheid is. Dit is een roes, de werkelijkheid van het leven is zo anders. Want al ontgaat mij dan op dit moment de zorg en het verdriet... ze is er wel. Het is een kant van het leven, die wij net als de wereld zo vaak vergeten of ontkennen totdat het ons zelf treft.

Zorg en moeite in het leven

Op de huwelijksdag (!) hoort een stralend bruidspaar lezen uit het huwelijksformulier: 'overmits aan de gehuwden gewoonlijk velerhande tegenspoed en kruis vanwege de zonde overkomt...'

Is dat nodig om op zo'n mooie dag de tegenspoed in het leven zo nadrukkelijk te noemen? Ja, dat is nodig. Zorg en moeite zijn niet weg te denken uit dit leven. Ook op de gelukkigste dagen van ons leven moeten we dat goed ter harte nemen.

We lezen in deze regel van het huwelijksformulier ook het antwoord op de vraag waar de moeite en zorg vandaan komt. Het is in het paradijs alles zo anders geweest. Adam en Eva. mochten daar in volkomen harmonie met de Heere, elkaar en de natuur leven. Maar door de val en ongehoorzaamheid van onze eerste ouders is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood.

Het uitnemendste van dit leven moeite en verdriet?

Er staat in Psalm 90:10 'en het uitnemendste van die is moeit en verdriet'. Dit betekent, zeggen de kanttekeningen, dat als men in het best van zijn leven is, nog voordat de oude dagen komen, men al veel moeite en verdriet in deze wereld is onderworpen. De Bijbel ontzegt ons niet de vreugde en genietingen in dit leven maar zet ze wel altijd in het juiste licht, dat is het licht van de eeuwigheid. En als wij onze vreugde en blijdschap wegen in het licht van de eeuwigheid, wat kan dan de toets der kritiek doorstaan? We zijn zo geneigd om bij vreugde en blijdschap helemaal niet stil te staan bij de broosheid en vergankelijkheid van die vreugde en blijdschap.

Moeten we dan helaas niet zeggen dat veel goeds in dit leven ons juist ervan afbrengt om na te denken over de dingen der eeuwigheid?

Laten we nooit vergeten en er elkaar steeds op wijzen dat op alles in dit leven het kaartje 'tijdelijk' hangt.

Weer steeds alle smart

In Psalm 33:10 berijmd, laatste regel, staat de bede 'weer steeds alle smart'. In ons doopsformulier staat dat de Heere 'alle kwaad van ons weren wil'. Maar mogen we wel vragen of de Heere smart en kwaad van ons weren wil?

Vragen om bewaring, genezing en dergelijke is op zich wel geoorloofd, als er maar een besef van is dat de Heere het aan ons niet verplicht is. Dan zal ons gebed staan in teken van'Uw wil geschiede'.

En als daar een indruk van is, dan gaan we buigen onder God. Dan is Hij wel almachtig, maar ook vrijmachtig. Dan ben ik een rechteloze, onwaardige. En dan zal het een wonder zijn als Hij het wil doen. En als de Heere wel smart over ons doet komen...

Heilig alle smart

Als ons tegenspoed, tegenslag, ziekte, rouw overkomt, dan ligt ons allemaal de 'waarom-vraag' voorin de mond. Deze vraag is zo menselijk, zo begrijpelijk en toch is het de vraag van de gevallen mens die God ter verantwoording roept. Hoe de vraag ook wordt gesteld, het is de vraag die opkomt uit een opstandig hart dat op dat moment niet verenigd is met Gods wil en weg.

Gelukkig als dan de Heere Zelf brengt tot onderworpenheid, als we in waarheid gaan vragen of de smart mag worden geheiligd aan ons hart.

Dan houdt de waarom-vraag op, dan doet de Heere het niet verkeerd maar ben ik verkeerd.

De bede 'heilig alle smart' betekent een vragen om verenigd te zijn met Gods wil, hoe het ook zal gaan. En als de Heere dan niet de smart of het kwaad wegneemt, dan kan Hij onderworpenheid geven. En als de Heere dat geeft, dan ga ik me een onwaardige en rechteloze voelen die alles verbeurd en verzondigd heeft. Het wonderlijke is dat er dan tegelijk rust is. Niemand heeft dat van zichzelf maar de God Die slaat, Diezelfde God wil ook helen. Dan ga ik Gods weg en handel zien in eeuwigheidslicht en ga ik Asaf begrijpen in zijn worsteling van Psalm 73 om het met God eens te worden. Echt geheiligde smart betekent dat ik God geen onrecht meer toeschrijf.

En de geslagen wond dan...

Maar tegelijk is er wel een diepe wond geslagen, een wond die zo ontzaglijk pijn doet.

]a, de pijn is niet weg, de ziekte niet weg, het gemis van een dierbare zo intens. Vele tranen worden er dan gehuild, maar door het verdriet heen is er dan ook iets anders. Dat is de rust die de dichter van Psalm 10 mocht kennen.

Hij mag het zeggen en ervaren: Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper van de wees' (Psalm 10:14). Dat geeft in druk en moeite toch moed en kracht om verder te kunnen.

En als er wel smart is?

Een voorbeeld. Ineens is daar het bericht van een kwaadaardige ziekte die de moeder van een gezin treft. De diagnose lijdt geen twijfel. Alles wankelt ineens bij het horen van dit bericht. Geen enkele zekerheid meer over. Alle dingen staan in een ander licht. Hoe moet dat verder, persoonlijk, samen, met de kinderen?

Dan kun je elkaar niets geven, niet helpen. Je staat machteloos. De dokters? We klampen ons zo snel aan hen vast, maar het zijn ook maar mensen, even klein en nietig als ieder ander. Zij beschikken wel over veel medische kennis maar zij beschikken niet over het leven zelf. Gelukkig als we het dan ook niet meer in de eerste plaats van de medische wetenschap kunnen en durven verwachten.

Dan ook de middelen maar niet gebruiken? ja, dat wel. De vraag is alleen hoe we ze gebruiken. Stellen we er niet ons vertrouwen op? Immers alle vertrouwen op dingen buiten God is zonde. En we doen in het leven niet anders. Wat hebben we een arglistig hart. We bidden en vragen wel, maar toch altijd naar onszelf toe.

God alleen kan ons dan brengen aan Zijn zijde en dat betekent dat ik rechteloos en onwaardig ben. En als dan de omstandigheden zo hopeloos lijken en de zaak zo reddeloos, dan blijft er maar ene weg over... vallen voor Zijn voeten neer.

Dan kan er een diepe indruk zijn van Zijn almacht, maar dan gaat het besef van Zijn vrijmacht nog dieper. God doet niet wat Hij kan, als Almachtige, maar Hij doet wat Hij wil, in Zijn vrijmacht.

Dit is nu buigen onder God, als Zijn eer, Zijn wil bovenaan staat. Dit is heel wat anders dan een lijdelijk onwerkzaam berusten. Dit buigen gaat altijd samen met een vragen of de Heere wil leiden, helpen, de middelen wil zegenen. En de uitkomst... die moeten we en kunnen we dan aan God overlaten. Bij de dag leven en morgen overlaten aan de Heere, dat is bij niemand een vanzelfsprekende zaak. Dat ga je vooral ervaren in situaties met ernstige ziekte. In Spreuken staat dat het Gods eer is om een zaak verborgen te houden. Dat is zo waar en waarom doet de Heere dat? Opdat wij ons zullen toevertrouwen aan de onveranderlijke God, Die dag aan dag Dezelfde is en blijft, hoe ook omstandigheden kunnen veranderen.

Als dat besef leeft in het hart, dan

gaan we zien dat het onze blindheid en dwaasheid en ongeloof is die doet vragen naar morgen. Op zulke ogenblikken willen we en hoeven we ook de uitkomst niet te weten. Dan blijft er maar een bede over: Uw wil geschiede. Dat is die wil die altijd goed is.

...en de kinderen dan?

„Wordt moeder niet meer beter? ", vragen ze al heel snel. Maar God kan toch een wonder doen? O zeker, maar de Heere is het niet verplicht.

En de dokters dan? Och dat zijn ook maar mensen, die het leven ook niet in hun hand hebben. Wat is het dan gemakkelijk om ze op dat moment gerust te stellen en te zeggen dat God een wonder zal doen en dat Hij het nog weer goed kan maken.

En als het dan niet gebeurt... als het anders gaat...? Dan houden ze geen moeder meer over en een onmachtige God of een God Die slaat uit lust tot plagen.

Wat steekt het nauw hoe we in zulke nood spreken over God. De persoonlijke worsteling en die met de kinderen wordt er dan een van inleving van eigen en eikaars onwaardigheid en rechteloosheid.

Dan kun je als ouders er de oorzaak van zijn dat je kinderen met een verkeerd Godsbeeld door het leven gaan. Dat ze harde, kwade en verkeerde gedachten van de Heere krijgen. Ten koste van eigen wil en recht kun je dan God beroven van Zijn deugden, namelijk die van Zijn liefde en almacht.

Wat kunnen we dan veel zeggen dat we niet kunnen verantwoorden. Veel wat we hopen kan dan zo gemakkelijk als geloof worden verteld.

Waarom? Omdat we de kinderen willen besparen de ernst van het leven en de werkelijkheid van de dood ook voor hen.

Het gevaar is zo groot om in zulke omstandigheden via de weg van het wondergeloof de vragen van dood en eeuwigheid uit de weg te gaan. Het moet van opgelegde nood komen tot samen gedeelde nood, en tot biddende nood.

De worsteling is dan om de sprake Gods te mogen verstaan. Wij merken die niet op of leggen die verkeerd uit maar de Heere vergist zich niet, ook nu niet.

Troost bij mensen

De opdracht ligt er om eikaars lasten te dragen.

Echte lastdragers zijn geen praters maar bidders. Dat zijn niet degenen die het zeggen te doen, maar degenen die het in stilheid werkelijk doen. Zulke ware bidders weten het ook niet, daarom hebben ze God nodig. De vrienden van job praatten wel met job. Zij wisten voor job precies wat de Heere met Job voor had. Wat hen ontbrak, was dat de nood van Job hun nood werd.

Daarom werd Job, dankzij alle aandacht van zijn vrienden, nog eenzamer.

Ware verbondenheid in zulke omstandigheden zit niet in woorden maar in de beleving van gezamenlijke onwaardigheid en rechteloosheid. Ware troost in drukwegen is juist niet praten maar zwijgen. Ware troosters weten het ook niet, hebben het ook niet, maar dragen de nood wel mee in het gebed.

Dit klinkt heel tegenstrijdig, maar het is de ervaring van allen die met zorg en moeite door het leven moeten.

Of ten onzen beste keren wil...

En als de Heere dan toch wonderlijk doorhelpt door een grote operatie. En als de Heere dwars door alles heen een nieuw leven geboren doet worden. En als dan moed en kracht ontvangen worden om een bestraling te ondergaan. Dan maakt de Heere het boven bidden en denken goed. Dan mag wel eens een ogenblik gezegd worden: „Eben Haëzer, de Heere heeft tot hiertoe geholpen."

Dit betekent dat niet de mens met zijn geloof, niet de dokters met hun kennis, maar alleen God de eer toekomt. De Heere liet ons achteraf zien wat er staat in het doopsformulier waar Gods kinderen mogen belijden 'dat Hij ons van alle goed verzorgen, en alle kwaad van ons weren, of ten onzen beste keren wil'. Die God, Die alles regeert en bestuurt en niets ontgaat en in alles door ons erkend en gekend wil worden, had nog niet doen komen wat wij dachten.

Hadden we kunnen zeggen dat de Heere het verkeerd had gedaan als het anders was gegaan?

Zo onverdiend aan onze kant maar toch nog gespaard, bewaard en gedragen. Wie zal Gods wijs beleid doorgronden? Niemand. Dan blijft na zo'n weg over: „Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.”

En de toekomst...

Wie weet wat morgen brengen zal en wie weet de dag van zijn dood? Dat weet niemand, ook niet hij of zij die nu nog kerngezond is. Het leven van ons allemaal is een handbreed gesteld, is kort en vergankelijk. In het begin van de ziekte bepaalde de Heere bij de woorden uit Spreuken: „Het is Gods eer een zaak verborgen te houden”.

De toekomst ligt in Zijn hand en we moeten niet willen weten wat morgen brengen zal. Want als we zouden weten dat alles voorbij is, zouden we dan Hem nog nodig hebben? Het is Gods eer een zaak verborgen te houden opdat we ons niet zouden verheffen en opdat er door alles heen maar een ding zou overblijven: een aangebonden leven aan Zijn genade troon om van Hem ZIJN wegen te leren. Wegen die betrekking hebben op de dingen van de tijd, maar bovenal op die van de grote eeuwigheid.

Laten we toch elkaar er veel op wijzen dat dit leven voorbij gaat en dat al onze tijd genadetijd, voorbereidingstijd is.

En wat is er in dit aardse leven dan groter dan wanneer Gods kinderen met hun hart mogen vragen wat in Psalm 25:2 staat. Dan weten we het niet, dan zijn we dwaas en blind, maar dan is Zijn weg heilig en goed. En wie daarin mag rusten met alle nood voor eeuwigheid en tijd, die vindt ware rust in God.

Dan kan alles veranderen en schommelen, maar dan blijft Hij dezelfde onveranderlijke en eeuwige God Die ervoor zorgt dat Zijn Kerk zalig wordt en dat voor de zaligheid van de kerk alle dingen moeten meewerken ten goede.

Beekbergen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1996

Daniel | 32 Pagina's

't Kwade weren... of ten beste keren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1996

Daniel | 32 Pagina's