JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De man berieden mij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De man berieden mij

BELICHT

3 minuten leestijd

De man beneden mij speelt elke avond steeds op dezelfde tijd hetzelfde lied, op een harmonium, langzaam en lavend dringen de noten tot mij door en niet dan lang nadat hij ophoudt, kan ik weer beginnen met het eigen werk en dromen. Ik neurie zachtjes mee: Blijf bij mij Heer, de avond daalt waaraan wij niet ontkomen.

Soms ziet men op een heel oud schilderij een engel aan een orgel zitten spelen, verbeelding van een zuivre kindergeest.

Als dat eens waar was, dat wij tot uw feest opstonden en met warm ontroerde kelen zongen: o Heer, wat waart Gij ons nabij!

J. W. Schulte Nordholt

Er is een tijd geweest, dat het harmonium niet was weg te denken in de huizen van de rechtzinnige en degelijke gereformeerden. Een huisorgel hoorde gewoon bij het interieur, evenals het schapje voor de Bijbel, het geschilderde heidelandschap, het rekje voor de christelijke krant, de gewijde spreuken aan de muur en een afbeelding van Calvijn, Luther of - als je wat moderner gereformeerd was - van Abraham Kuyper.

Ik stel me het interieur van Schulte Nordholts onderbuurman zó ongeveer voor.

Het harmonium als symbool van huiselijkheid, knusheid en vroomheid. We kunnen daar een beetje meewarig over doen, maar ik denk dat dit niet verstandig is. De gezinnen waar de psalmen en geestelijke liederen nu nog rond het (electronische) orgel gezongen worden, zijn zeer waarschijnlijk niet de slechtste; trouwens, ook niet de ongezelligste. De dichter Schulte Nordholt heeft zijn onderbuurman op diens harmonium horen spelen; en het heeft deze culturele mens diep ontroerd. Wellicht zijn er jeugdherinneringen bij hem bovengekomen door het lied dat buurman in grote regelmaat aan zijn orgeltje ontlokte: Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij. De dag verduistert, Heere, blijf bij mij!

Daarmee heeft buurman zijn afhankelijkheid van én zijn vertrouwen op de Heere uitgezongen. Hij is in de ogen van de dichter even eenvoudig als een Vlaams primitief schilderij met orgelspelenden. Als je deze zomer in Brugge of Cent geweest bent en in de musea de Vlaamse primitieven hebt gezien, dan weet je wat Schulte Nordholt voor ogen had toen hij dit beeld gebruikte. De dichter heeft niet zo'n ongecompliceerd geloofsleven. De twijfel knaagt aan hem. Het geestelijk lied zal hem bovendien niet ontroerd hebben om de schoonheid ervan, integendeel. Maar hij neuriet wél mee, en komt voorlopig niet tot werken, omdat hij genoeg heeft om over na te denken en terug te verlangen naar de tijd dat hij nog kinderlijk kon geloven. Want daarvan wordt dit lied symbool.

Als dat eens waar was..., zegt de dichter in de laatste strofe, je proeft de twijfel, de scepsis. Maar toch ook een diep verlangen naar Gods nabijheid, die hij zo graag even kinderlijk eenvoudig als de buurman beneden hem zou willen ervaren. Als dat verlangen werkelijkheid wordt in zijn leven, dan zal zijn neuriën een zingen worden, luidkeels: Geen vijand vrees ik, als Gij bij mij zijt; tranen en leed zijn zonder bitterheid. Dan verandert de bede in de lofzang: o Heer, wat waart Gij ons nabij!

C. Bregman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1996

Daniel | 36 Pagina's

De man berieden mij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1996

Daniel | 36 Pagina's