Gedenk te sterven
Vraaggesprek met ds. A. Bac
Je weet dat het kan gebeuren. Je hoort het van anderen. Je leest het in de krant. En toch, je leeft er eigenlijk aan voorbij. Totdat... daar opeens het bericht is: moeder kan niet meer beter worden, ze is ongeneeslijk ziek. Een moeilijke periode volgt. Dan komt het onherroepelijke einde... Er is rouw in je leven gekomen. Het is of de wereld in elkaar gestort is. Alles lijkt triest en zinloos. Je moet weer verder, maar hoe moet dat? Op deze moeilijke vragen probeert dominee A. Bac - predikant van de Gereformeerde Gemeente te Bodegraven - een eerlijk antwoord te geven. Vanuit Gods Woord, aangevuld met voorbeelden vanuit de praktijk.
Als we spreken over sterven, verdriet en rouw moeten we allereerst naar de eerste bladzijden van de Bijbel. We kunnen lezen in Genesis 2 vers 17: "Maar van de boom der kennis des goeds en des kwaads daarvan zult gij niet eten, want ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven." Dat is voor ons een overbekende tekst en wij weten ook het vervolg. De mens, in Adam, heeft gegeten en daarom is naar Romeinen 5 vers 12 de dood in de wereld gekomen. De ongehoorzaamheid is van zulk een diepe inhoud dat alle mensen in de gevolgen daarvan delen. Dat wil zeggen dat elk mens moet sterven.
Wat is sterven eigenlijk?
Sterven is eerst de straf, dus het gevolg op de zonde, de ongehoorzaamheid. Vervolgens is sterven een definitief afscheid nemen van alles wat je in dit leven lief is. Er moeten (bloed)banden worden doorgesneden en betrekkingen worden losgelaten. Aan dit tijdelijke leven komt een einde. Sterven is de grensovergang naar de eeuwigheid. Sterven betekent God ontmoeten. Dan moeten wij voor de Rechter van hemel en aarde verschijnen. Dat kan buiten de toegepaste gerechtigheid van Christus beslist niet.
Vreselijk als wij sterven zonder genade, zonder zaligmakend geloof, zonder de gerechtigheid van Christus. Dan sterven wij voor eeuwig, 't Is meer dan huiveringwekkend om zoals we geboren zijn voor Gods rechterstoel te moeten verschijnen. Ik denk aan een sterfbed zonder hoop. Het is jaren geleden gebeurd. Een man ging sterven. De laatste woorden die hij zei waren: "Ik zou wel een miljoen willen geven als ik nog één minuut zou mogen leven." Hij had het zo benauwd dat hij de pluisjes uit de deken, die hem toedekte, plukte. Zo bang was hij. En toen kwam het einde. Huiveringwekkend...
Ongetwijfeld hebt u ook aan andere sterfbedden gestaan. Kunt u hiervan iets doorgeven?
Vanwege mijn werk heb ik inderdaad veel met de dood te maken. Het is bijzonder aangrijpend als een mens gaat sterven. Er valt bijvoor-
beeld altijd een diepe stilte bij de stervende, de dode. Iets van de majesteit van de dood is in de sterfkamer aanwezig. De dood is de koning der verschrikking!
Ik kan dat sterfbed werkelijk nooit meer vergeten. Je kunt er jaloers op zijn. Tegelijk is het een waarschuwing, hoe zal mijn einde zijn? Wat is het ontzettend als wij deze genade moeten missen. Ik zou willen zeggen: "Gedenk te sterven". Laat ieder het weten dat hij of zij sterven moet.
Hebt u sterfgevallen in de naaste familie meegemaakt?
Ja, mijn vader is overleden in de armen van m'n broer en mij. Dat brachten de omstandigheden met zich mee. We wilden hem overeind helpen en hij blies zo de laatste adem uit. Hij had longkanker, maar is overleden aan een longbloeding. Dat zijn dingen die vergeet je echt nooit meer. Gelukkig mogen we door Gods grote goedheid geloven dat vader een goede ruil heeft gedaan.
Dit sterfbed is een beetje een leerschool voor me geweest. Ik was toen student aan de Theologische School. Dominee Molenaar, dominee A.F. Honkoop en de ouderlingen kwamen vaak op bezoek. Het pastorale meeleven vanuit de gemeente deed ons echt goed. Hierdoor heb ik geleerd om regelmatig op bezoek te komen en probeer ik altijd mee te leven met families die in rouw gedompeld zijn.
Aan het sterven gaat soms een ziekbed vooraf. Hoe moeten we een zieke/stervende begeleiden?
Nog maar kort geleden werd mij meegedeeld dat in een verpleeghuis ergens in Nederland een onderzoek was gehouden naar de behoefte van euthanasie. Schokkend was het om te vernemen dat bijna alle mensen hiervoor open stonden. Het leven had voor hen geen waarde, betekenis, zin of inhoud meer. De algemene gedachte was: dood is dood en dan is alles voorbij. De dood leek hen dé oplossing. De leiding van het verpleeghuis schrok van deze uitslag en ging meer aandacht aan de bewoners besteden. Na verloop van tijd hielden ze een tweede enquête en toen was de uitslag totaal anders. Veel mensen hadden weer moed, zin en durf om verder te leven. Helaas kwam bij dit onderzoek niet naar voren dat het met de dood niet afgelopen is. Dat mogen we bij een ziekbed nooit verzwijgen. We mogen hartelijk meeleven met de stervende, zonder iets af te doen van de ernst van het aanstaande sterven in het licht van de eeuwigheid. Daarin past ernst, maar niet minder liefde en trouw.
Ik denk dat we in dit verband als jongeren ook een taak hebben. Als je vrijmoedigheid hebt, probeer dat dan waar te nemen. Lees een klein stukje uit Gods Woord. Wijs op de diepste zin van het leven. Spreek van schuld en genade. Het is beter iets gebrekkig te doen, dan niets te doen. Ik geloof niet dat dat alleen maar bestemd is voor ouderen en ambtsdragers. Onze roeping als christen mogen we niet nalaten.
Hoe gaat u zelf met ongeneeslijk zieke mensen om?
Een predikant mag meer dan een dokter, want een predikant hoeft niet alleen tegen de mensen te zeggen: "u kunt niet meer beter worden, " maar hij mag ook wijzen op de Weg des behouds. Zelfs in het aangezicht van de dood mag hij wijzen op die Ene Weg, Die tot het waarachtige leven in God door Christus is geopend. Hoe ik dat doe in mijn pastoraat? Mijn gewoonte is om eerst naar de welstand te vragen. Eerst moet er een vertrouwensrelatie ontstaan, daarna probeer ik 'naar de diepte te gaan'.
Met grote klem en bewogenheid probeer ik erop te wijzen dat het nu nog het heden der genade is. Probeer de Heere met alles wat er in u is nog te zoeken; nü kan het nog.
Dan probeer ik bij een sterfbed altijd op dat allesreinigende bloed van Christus te wijzen. Waar moet je anders op wijzen? Ik zou het niet weten. Dat bloed is gestort voor de grootste der zondaren. Een sterfbed van Gods kinderen is natuurlijk anders. Dan kun je soms ontzettend goede, hartinnemende gesprekken hebben, waar soms iets van de eeu-
wigheid geproefd mag worden. Dan kom je soms verkwikt thuis.
Een oud gezegde is: 'Een bekering komt nooit te laat, maar een late bekering is zelden waar.' Hoe denkt u hierover?
Er zijn sterfbedbekeringen. Denk maar aan de moordenaar aan het kruis. Overigens is dat het enige voorbeeld. Daarom moeten wij uiterst voorzichtig zijn met het uitspreken van een oordeel. Vergeet niet dat medicijnen bij een ernstige ziekte ook wat doen. Ik denk bijvoorbeeld aan morfine. Dat kan een bepaalde verruiming van gedachten met zich meebrengen. Dan vraag ik mezelf weieens af: is dit nu werkelijk het werk der genade of is dit een stukje opvoeding dat in het licht van de dood mee gaat spreken? Ik moet eerlijk zeggen dat ik het niet altijd over kan nemen. Dan laat ik het maar liever rusten. We moeten nooit vergeten dat het zwaartepunt op het leven valt!
Laten we de bekering toch niet uitstellen tot het einde van ons leven. Wie zegt dat wij een sterbed krijgen? En als je het krijgt, heb je soms zoveel met je zieke lichaam te stellen, dat je aan de dingen der eeuwigheid ook niet meer toekomt.
Wat vindt u van het verbloemen en verhullen van de dood?
Daar heb ik grote moeite mee. Wij mogen de werkelijkheid, hoe aangrijpend ook, niet wegpoetsen. Daarom vind ik het niet goed als er bij een begrafenis bloemen gebruikt worden. In alle voorzichtigheid wijs ik er weieens op, in een catechismuspreek bijvoorbeeld, zomaar in een enkele zin. Wordt er naar gevraagd dan zeg ik dat het beter is om het niette doen.
Onze oudvaders vonden het niet goed als iemand ging sterven hem naar een ziekenhuis of een andere gelegenheid te brengen. Koelman zegt ergens: "Kinderen moeten de dood zien". Ik ben het daar volledig mee eens. Als het mogelijk is laat dan de stervende thuis sterven, bij de gezinsleden. Ook kinderen moeten op hun eigen manier afscheid nemen van de stervende, van de overledene. Ik ontmoet soms mensen van rond de veertig jaar die nog nooit een dode gezien hebben en nog nooit aan een sterfbed gestaan hebben. Ik geloof dat dat niet goed is. Ook een sterfbed kan gebruikt worden tot zelfonderzoek en bekering. Soms gebruikt de Heere een sterfbed weieens om mensen een Goddelijk halt toe te roepen. We bidden het ook: "Dat uit dit sterven nieuw leven geboren mag worden."
Wat is rouwverwerking eigenlijk?
Rouw is een diepe doorleving van het gemis van een geliefde die door de dood is weggenomen. Dan is er verdriet. Dat moet verwerkt worden. . De overledene moet losgelaten worden. je moet weer verder door het leven.
Het rouwverwerkingsproces wordt door dr. Kiibler-Ross ingedeeld in verschillende fasen (emotionele ontreddering, protest, desorganisatie en reorganisatie). Hoe staat u daar tegenover?
Ik denk dat er inderdaad verschillende fasen zijn in het rouwproces. Wel is het zo dat er geen gemis van geliefde panden eender is. Wat de één in het begin van de lege plaats ondervindt, zal de ander in een latere periode meemaken en er zijn mensen die komen nooit door de leegte heen. Die worstelen daar hun gehele leven mee. Daarbij zal het een groot verschil maken hoe wij met elkaar hebben geleefd. Daar komt nog bij: hoe is de overledene gestorven? Ik bedoel dit: was de overledene een kind van God? Dit maakt niet iets, maar alles uit! Wat ligt er een troost in het gemis als we mogen weten dat de overledene is ingegaan in de eeuwige heerlijkheid. Laat het voor ons allen de grote vraag van ons leven zijn: wat zal mijn einde zijn?
Rouwverwerking is iets dat mensen nooit alleen kunnen doen. Wat kunnen we doen om iemand na een sterfgeval te helpen, te troosten?
Hartelijk meeleven. Ik zeg het met nadruk, hartelijk meeleven. Dat is anders dan meeleven vanuit een bepaalde nieuwsgierigheid. Luister vooral. Dat is veel beter dan spreken. Soms is er plaats voor een woord. Soms kun je iets te lezen geven. Blijf altijd belangstelling tonen. Heel belangrijk is, dacht ik, luisteren.
De achtergeblevenen moeten trouw en regelmatig bezocht worden, ook op langere termijn. Zelf probeer ik weduwen, weduwnaren en alleenstaanden op z'n minst twee keer per jaar te bezoeken.
aanvaar- Hoe kunnen we het verlies den?
Ik denk dat je het alleen maar kunt aanvaarden als de Heere genade schenkt, maar ook de beoefening ervan. Als je ermee onder de Heere kunt komen. Wat God doet dat is
goed. je zult het makkelijker kunnen aanvaarden als degene die van je weggenomen is een beter lot bereid was.
Naar de mens gesproken is het onmogelijk om met je verdriet verder te gaan. De Heere vergist Zich echter nooit. In Hem is alles te krijgen wat wij nodig hebben, ook voor dit tijdelijke leven. Kruip met al je verdriet maar naar de Heere toe. Ook Gods kinderen kennen tijden van verbittering, opstand en onvrede. De oude mens wil zich maar niet onderwerpen aan de weg des Heeren. Iemand die wel kon buigen onder Gods slaande hand was Aaron. Hij stond daar bij de ontzielde lichamen van twee van zijn vier zonen. Dat is wat geweest. Maar dan lezen we zo heel opmerkelijk in Leviticus 10 vers 3: "Doch Aaron zweeg stil." Het is een goedkeuren van wat de Heere deed. Hij kon het in het geloof aan de Heere overgeven. Dan is er geen opstand, maar dan geeft de onderwerping rust. Dat wens ik alle mensen in verdrietige omstandigheden toe.
Wat heeft de Heere met al die roepstemmen op het oog?
Haast u, spoed u om uws levens wil! De Heere slaat niet uit lust tot plagen, maar Hij zoekt juist het behoud van de zondaar.
Hoe moeten we omgaan vraag naar de eeuwige van de overledene? met de bestemming
Als er twijfel of onduidelijkheid is, kunnen we de dingen het beste maar laten rusten. Ons past ook het oordeel niet. De Heere kan in Zijn wijsheid dingen voor ons verborgen houden. Hoe het ook zij, de alwetende God vergist Zich in elk geval niet! Laat het dan maar zo zijn: wat de Heere doet is goed. Ik weet dat dat ook weer genade is, want anders buigt een mens er niet voor.
Hoe moeten we omgaan 'waarom '-vragen ? met de
Jk weet dat die vragen er vee) zijn. Voor de herleiding ervan moeten we altijd terug naar het 'daarom' van het Paradijs. Daar ligt de diepste oorzaak van ai die waaroms, van al het kromme dat er in een mensenleven kan zijn. Al kunnen wij dan niet begrijpen wat de Heere ermee voor heeft, wat Hij doet is altijd recht en goed. Hij heeft overal een bedoeling mee.
Hoe moeten wij ten opzichte van de dag van onze dood staan?
Beseffen dat het volle werkelijkheid is. Laten we met de dood rekening houden. We zijn geboren om te sterven. We gaan naar de eeuwigheid. Iedere dag kan de laatste zijn. Sterven is heel persoonlijk. Je wordt persoonlijk voor de grote Rechter van hemel en aarde gesteld, want het'is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Weet toch dat ons einde alleen goed kan zijn als ons begin goed is. Daarom gaat het over het begin. Is God in mijn leven begonnen? Ben ik van de geestelijke dood tot het geestelijke leven overgegaan? Dat moeten we nu, heden weten. Immers morgen kan het eeuwigheid zijn. Hebben wij dan op goede gronden deel aan de inhoud van zondag één uit de Heidelbergse Catechismus? Buiten het bloed van Christus is er geen verzoening. Dat bloed moet ons geschonken worden, door de toepassing van de Heilige Geest en dat op grond van Gods Woord. Met minder zou ik het beslist niet durven. Als je nog leeft zoals je geboren bent, zal sterven vreselijk zijn. Dan ben je voor eeuwig verloren. Vraag toch aan de Heere of Hij je wil leren je dagen te tellen. Over ons korte leven valt de schaduw van de dood. Daarom: zoek de Heere terwijl Hij te vinden is en roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1995
Daniel | 32 Pagina's
