Regionale vergadering 's-Gravenpolder
Veel dames en heren kwamen op de avond van 25 maart naar de 'Elimkerk' om de regionale vergadering te bezoeken. Allen werden gastvrij ontvangen door de dames van de vrouwenvereniging 'Niet in eigen kracht' van 's-Gravenpolder.
Ds. Weststrate opent deze avond met het zingen van Psalm 119 vers 10 ..Ik ben. o Heer', een vreemd'ling hier beneên". In zijn openingswoord heet hij iedereen hartelijk welkom. Daarna bepaalt hij ons bij het gelezen schriftgedeelte. Psalm 119:17-24. Van nature zijn wij geen vreemdelingen hier op deze aarde, niemand van ons. Wij zoeken niet de dingen die Boven zijn. maar de dingen die beneden zijn. Dit zegt ons Gods Woord en dat spreekt alleen de waarheid. Alleen door genade worden wij vreemdelingen gemaakt.
Dan leren wij dat wij vreemdelingen zijn van God. van Zijn Woord. Zijn werk en Zijn heilige woning. Ook de Bijbel tekent ons vreemdelingen hier op aarde. Denk aan wat Jakob zegt als hij staat voor farao's aangezicht, maar ook David getuigt er meermalen van. In het Nieuwe Testament wordt er in Hebreen 11 gesproken dat zij hebben beleden dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren.
Dit niet uit zichzelf maar als vrucht uit Christus. Die vrijwillig gegaan is naar deze vervloekte aarde. Vrijwillig heeft Hij geleden op deze aarde en heeft Zichzelf overgegeven tot in de dood. Hij spreekt tot hen die vrezen zoals eenmaal tot Zijn vrezende discipelen in Johannes 14: „Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God. gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn mooat. waar Ik ben."
Na het zingen van Psalm 136 vers 16 krijgt de heer Mastenbroek het woord. Eerst gaat hij in op het geslacht waaruit Petrus Immens is voortgekomen. Het was een zeer gezegend geslacht. Genade is geen erfgoed, maar ook in de Bijbel laat de Heere zien dat Hij wil werken door de lijn der geslachten. In het Oude Testament zien we dat in het geslacht van Abraham en in het Nieuwe Testament zien wc het bij Timotheiis en zijn godvrezende moeder F.unice en zijn grootmoeder. Petrus Immens komt uit een predikantengeslacht. Van de twaalf kinderen zijn er vier zoons predikant geworden. Al in zijn jonge jaren gaf dc Heere hem diepe indrukken van dood en eeuwigheid. Op negenjarige leeftijd moest hij zijn moeder missen en toen hij zestien jaar oud was. werd zijn vader hem door de dood ontnomen.
Petrus ging theologie studeren aan de universiteit van Utrecht. Tijdens zijn studie werd er van hem gezegd: „Als student was hij een voorbeeld voor anderen en werd openbaar van God geleerd tc worden". Hij was 23 jaar oud toen hij in het ambt van predikant bevestigd werd. Na drie verschillende gemeenten gediend te hebben, mocht hij de gemeente van Middelburg dienen. Deze plaats is tevens zijn laatste gemeente geweest. Op zijn sterfbed sprak hij: „Ik weet. ik zal zalig worden, doch het zal maar nauwelijks, nauwelijks, nauwelijks zijn". Op 18 november 1720 in de ouderdom van 56 jaar is hij ontslapen in de Heere.
Aan het boek 'De Godvruchtige Avondmaalganger" heeft hij zijn bekendheid te danken. Het boek is 33 jaar na zijn overlijden verschenen. De verhandelingen zoals die opgenomen zijn in het boek. predikte hij in bijzondere oefeningen iedere maandag voor dc bediening van het Heilig Avondmaal. Het avondmaal heeft in zijn persoonlijk leven een grote plaats ingenomen.
Het Heilig Avondmaal gaat dc hele gemeente aan. De Heere zal er eenmaal op terugkomen.
Petrus Immens wijst op de ware voorbereiding om het Heilig Avondmaal met vrucht te mogen genieten. Het zelfonderzoek neemt daarbij een grote plaats in. Ook in het Oude Testament wekt de profeet Zefanja op tot
zelfonderzoek. ..Doorzoek u zelf nauw, ja doorzoek nauw". In het Nieuwe Testament in 2 Korinthe 13 lezen we: „Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven". Ten tijde van de apostelen was er geen voorbereiding. Men was toen altijd voorbereid om Heilig Avondmaal te kunnen houden. Toen de ijver ging verslappen werd de voorbereiding nodig.
Petrus Immens noemt zes listen die de satan kan gebruiken om een goede voorbereiding te verhinderen.
1. De eerste hinderpaal is uitstel. De duivel probeert dikwijls door onnodige bezigheden iemand zoveel werk te verschaffen dat er geen tijd meer overblijft voor de voorbereiding.
2. Daarna als men door noodzakelijke bezigheden van tijdelijke dingen belet wordt, gebruikt de duivel een andere list en zegt dat het nu te laat is.
3. De gedachten worden menigmaal verstrooid en het hart beroerd als men zich in het eenzame voor de Heere afzondert.
4. Het vallen in een bepaalde zonde kan het hart van God aftrekken. 5. Men vindt bij zichzelf geen bekwaamheid: onvrijmoedigheid en moedeloosheid gaan dan hand in hand.
6. Men ziet op de gestalte. Men dacht een goede gestalte, het hart was levendig, evenwel aan het avondmaal weinig zegen. Terwijl men een andere maal onvoorbereid was aangegaan en zeer veel verkwikking had genoten.
Immens wijst er op om te waken, de tijd uit te kopen. Bevindt gij u onmachtig, zie dan op naar God. Heeft u te weinig bekwaamheid, toon de begeerte van uw hart. Wij zijn verplicht alle middelen te gebruiken en moeten dan dc zegen aan God overlaten.
Petrus Immens geefl ook nuttige wenken. Neem in de week van voorbereiding ccn boekje dat handelt over het Heilig Avondmaal.
Doe dit in opzien tot de Heere onder zuchten en bidden om Zijn hulp. Indien uw gedachten verstrooid worden, laat het werk niet na. zoek de eenzaamheid. Beschouw dc Drieënige God. de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zoals Die in het werk der zaligheid is werkzaam geweest. Hij pleit voor een vastendag. Tot in de vorige eeuw was dit gebruikelijk. Ook spreekt Immens over de kleding. Hij wijst erop dat het ccn stichtelijk, eenvoudig en eerbaar gewaad moet zijn.
De heer Mastenbroek geeft ons allen de raad om het boek nog eens na te lezen. Niet alleen in de week van de voorbereiding. Laag daalt Immens af. Hij komt bij de eerste rilsclingcn van het nieuwe leven. Het snode wijst hij duidelijk aan. In zijn tweede verhandeling spreekt hij over het grote onderscheid tussen het tijdgeloof en het ware zaligmakend geloof. Immens is geen grond om toe tc treden tot dc dis des Verbonds. Het boek wil een wegwijzer zijn. Bent u nog nooit aan de bediening geweest? Dat u het nog mocht leren onwaardig tc zijn in uzelf, maar waardig in Hem. En als u aan die tafel heeft mogen plaatsnemen, weet dan dat het hier het land der ruste niet is.
De heer Mastenbroek sluit zijn lezing af met een gedeelte uit het gedicht uit het boek. Na de pauze luisteren wc naar het gedicht 'Doe dat tot Mijn gedachtenis', voorgedragen door mevrouw J. W. de Bart-Westveer.
Na de vragenbeantwoording sluit dc heer Mastenbroek deze avond met het laten zingen van Psalm 126 vers 3 en dankgebed. Allen gaan weer huiswaarts.
Dat het in ons hart moge weerklinken wat we deze avond samen gezongen hebben:
Doorgrond m'. en ken mijn hart, o Is 't geen ik denk niet tot Uw eer•? Beproef m', en zie of mijn gemoed. Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed; En doe mij toch met vaste schreden De weg ter zaligheid betreden. HF.ER;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1993
Daniel | 32 Pagina's
