Gastvrijheid en vreemdelingen
Dc diskussie over onze houding tegenover vreemdelingen vindt op het ogenblik op verschillende niveau's plaats.
Soms wordt er verontwaardigd gereageerd op uitzettingen van vreemdelingen. Dan weer roepen uitspraken van politici zoveel emoties op, dat redelijke argumenten in het gedrang komen. In dit stukje gaat het om de vraag wat de Bijbel zegt over onze houding tegenover dc vreemdeling onder ons. In het Oude Testament komt de zorg voor de vreemdeling op veel plaatsen naar voren, onder andere Leviticus 19:34. Deuteronomium 24:19.21. Jesaja 58:7 en Psalm 146:9. Deze zorg wordt gefundeerd in het feit dat de Israëlieten zelf slaven en vreemdelingen in Egypte geweest zijn. onder andere Deuteronomium 16:12. 24:18. Leviticus 19:34. Je vindt in het Oude Testament ook veel voorbeelden van mensen die gastvrijheid bewezen hebben: braham. Lol. de weduwe van Zarfath en de Sunamitischc.
In Job 31:32 lees je dat Job vreemdelingen niet buiten liet slapen en dat zijn deur openstond voor reizigers. In het Nieuwe Testament wordt vaak herinnerd aan deze voorbeelden van gastvrijheid.
Het spreken in het Nieuwe Testament over vreemdelingen mag niet losgezien worden van de kontekst. De eerste christenen leefden in een wereld waarin veel gereisd werd: handelsverkeer, rondtrekkende handelaren en kooplui, allerlei rondtrekkende predikers en propagandisten, gevangenentransporten en mensen die gedwongen waren om te vluchten.
De 'antieke' hotels stonden heel ongunstig bekend. Vandaar dat men doorgaans een beroep deed op partikulicre gastvrijheid. We beperken ons ten aanzien van het Nieuwe Testament tot een drietal teksten. Romeinen 12:13 'Tracht naar herbergzaamheid'. Hebreën 13:2 'Vergeet de h e rb e rgz a a m h e i d n i et'. 1 Petrus 4:9 'Zijt herbergzaam jegens elkander'.
De gemeente wordt opgeroepen om de liefde tot God als vracht van het geloof in liefde tot de naaste te tonen. Wat betekenen die bijbelse gegevens voor de praktijk van nu? Het bijbels getuigenis is norm voor de praktijk van het kerkelijke leven. Toen cn nu was en is de christelijke gemeente een minderheid. Het verschil willen we ook niet uit het oog verliezen.
Toen: een gemeente in een wereld die voor een deel nog voor de kennismaking met het evangelie stond. Nu in Europa: een gemeente in een wereld die het evangelie gehoord heeft en waar velen ermee gebroken hebben. Maar de mogelijkheden blijven om als christen in onze samenleving de bijbelse noties handen en voeten te geven.
We hebben de opdracht om een zoutend zout en een lichtend licht te zijn. Onze naaste, dat kan ook een vreemdeling zijn. in te winnen voor de dienst van de Heere. de Schepper en de Onderhouder van ons leven. De opdracht om ook als jongeren de strijd aan te binden tegen vooroordelen en diskriminatie.
De vreemdelingen, of ze nu wel of niet blijven, moeten mogelijkheden hebben om hier te kunnen leven. Daarvoor is hulp nodig. Het zijn toch ook mensen met een ziel voor de eeuwigheid? Mogelijkheden zijn er. Terugkeer naar het moederland moet onderzocht worden. Hulp moet daarbij geboden worden. Als ze blijven, dan geeft dat aan ons de mogelijkheid om in woord en daad echt naaste te zijn. Liefde zoekt zichzelf niet!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1992
Daniel | 32 Pagina's
