Heilig of schijnheilig

De bijbelse betekenis

We kunnen de betekenis van een woord op verschillende wijzen proberen tc leren kennen. Een ervan is na te gaan waar een woord van afstamt. Met betrekking tot het woord 'heilig' hebben taalgeleerden zo verschillende verklaringen gegeven. De een ziet de grondbetekenis in 'heerlijkheid' of 'glans'. Een ander denkt meer aan 'apart zetten', 'scheiden', of 'afzonderen'. Ook denkt men wel aan de 'volheid' van het leven.

Ik denk dat we met deze werkwijze voorzichtig moeten zijn. Een woord krijgt in de Bijbel immers zijn betekenis in het gebruik dat God ervan maakt! Het gaat daarbij om openbaring.

Voor het eerst wordt het woord 'heilig' gebruikt, als Mozes een openbaring krijgt van God bij de berg Sinaï. Als hij bij de braambos komt. zegt de HEERE: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten, want dc plaats waarop gij staat, is heilig land" (Ex. 3:5). God is heilig, en waar Hij komt. komt Zijn heiligheid. Jesaja ziet in zijn roepingsvisioen hoe de heilige engelen zelfs hun aangezicht bedekken voor Gods troon, terwijl zij uitroepen: .Heilig, heilig, heilig, is de HEERE der heirscharen; de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol" (Jes. 6:3). Jesaja riep toen uit: Wee mij. want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben. en ik woon in het midden van een volk. dat onrein van lippen is". Tegenover de Heilige staat een onreine, en die kan daar niet bestaan. De heilige God is voor de onreine zondaar een ..Venerend vuur" en een „Eeuwige gloed", bij Wie niemand wonen kan (Jes. 33:14). Eerst als Jesaja's zonden zijn verzoend, mag hij voor de HEERE staan (Jes. 6:7. 8). Zo moeten we onder Gods

heiligheid verstaan: Zijn vlekkeloze reinheid, die als een vuur brandt tegen alle zonde en onreinheid. Als in de Bijbel over de heiligheid van mensen, dieren of dingen in de dienst des Heeren wordt gesproken, dan betreft het steeds een "afgezonderd zijn" voor de Heere.

Het behoort hem toe en Hij heeft er een bijzondere bedoeling mee. Zo waren de eerstgeborenen de Heere geheiligd, waren de dieren die geofferd werden geheiligd, enzovoort.

Hoe word ik heilig?

Dit mag wel een levensvraag voor je zijn.' Dikwijls is je voorgehouden de bekende dichtregel van Mac. Cheyne: „Mijn ziele, doorziet gij uw lot: hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? " als zijnde een wezenlijke vraag voor je leven. In het gericht voor God kunnen wij als zondaar, beladen met onze schuld, niet bestaan. Onze zonden moeten vergeven worden, onze schuld verzoend.

Maar het is opmerkelijk dat veel mensen genoeg denken te hebben aan de vergeving van hun zonden. Hoe het verder met hun leven staat en gaat. interesseen hen minder. De Heere vergeeft immers alle zonden, ook die je nog doet en doen zult. zo redeneert men wel. Maar dat men zonde 'is', onrein, geestelijk melaats, schijnt hen onbekend te zijn.

Zo niet bij iemand die waarachtig tot God bekeerd wordt! Die leert zichzelf kennen in zijn verdorven bestaan in het besef dat men niet alleen rechtvaardig, dat is schuldeloos, maar ook heilig, dat is innerlijk en uiterlijk vernieuwd en gereinigd, voor God moet zijn! Ook al zijn we dooide doop „in Christus geheiligd". en hebben we een teken en zegel van het genadeverbond ontvangen. We zijn dan wel afgezonderd en op bijzondere wijze verplicht de Heere te dienen, maar daarmee hebben we de betekende zaak van de doop nog niet vanzelfsprekend: de reiniging van al onze zonden! Dit moeten we nu ook niet gemakshalve afdoen met de opmerking: dat kan hier op aarde toch nooit, op aarde wordt toch niemand heilig; want de Heere eist het van ons. en wie Hem liefheeft, zoekt het dan ook. Het is de smart van Gods kinderen hier op aarde dat ze hier maar nooit heilig kunnen zijn en ook hun verlangen naar de hemel, waar ze bij de Heere geheel gereinigd van alle smetten van de zonde zullen zijn.

Schijnheilig

Zijn er enerzijds mensen, die als 'antinomianen', het niet zo nauw nemen met de heiligheid die God van ons eist, anderzijds zijn er ook. die menen, dat de heiligheid hier op aarde wel te bereiken is.

Alle eeuwen door hebben ze zich in sekten, naast de kerk. verzameld. We denken clan aan montanisten. donatisten. katharen, wederdopers, labadisten en anderen. Zij meenden hun lichaam zozeer tot dienstbaarheid te kunnen brengen, dat hun meest geoefenden zo'n hoge trap van heiligheid bereikten, dat de volmaaktheid voor hen binnen handbereik lag. Dit is alleen vol te houden als men eigen innerlijk niet in aanmerking neemt. Als men overal zonden ziet. maar niet in eigen hart. deskundig is in uiterlijke reinigingen, maar vergeet, dat hun binnenste vol verderf is. dan denkt men ver gevorderd te zijn. De farizeeërs in Jezus' dagen meenden zo ook tot grote hoogten opgeklommen te zijn. Maar het betrof alles de buitenkant.

„Adderengebroed", „witgepleisterde graven", dat waren de namen die ze van Johannes de Doper en de Heere Jezus kregen. Van buiten zo mooi als het prachtige kralensnoer waarop de eieren van een adder lijken. Of zo rein als het witgepleisterde graf van buiten was. Maar in die 'kralen' van het adderengebroed zaten venijnige, giftige slangetjes en de graven waren vol dood en verderf. De buitenkant kan heel wat lijken, maar „het is niet gelijk de mens ziet", zo zegt de Heere tegen Samuël als hij David tot koning moet zalven. „Want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan" (1 Sam. 16:7). En Paulus zegt: want die is niet een Jood. die het in het openbaar is. noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is; maar die is een Jood. die het in het verborgen is; en de besnijdenis des harten, in de geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God" (Rom. 2:28, 29). David bad niet voor niets: Schep mij een rein hart. o God. en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest" (Ps. 51:12).'

Heilige Maria...

Wat klinkt dat rooms! Moeten we zo'n spraakgebruik niet verwerpen? Dc heiligheid is hier op aarde toch onbereikbaar? Sekten beelden zich in zover te komen: maar dat is niet meer dan schijn. En Rome. ja de roomse kerk heeft ook een 'heiligen-leer', die onder ons even berucht als verworpen is. Zij bidden tot de 'heilige Maria', de 'heilige Petrus', enzovoort. Maar wij doen daar toch niet mee mee?

Zeker verwerpen we hartgrondig de roomse heiligenverering. Toch mogen we wel spreken over de 'heilige Maria', de 'heilige Petrus', enzovoort.

We moeten er alleen geen roomse gedachten bij koesteren! Rome leert, dat de kerk door middel van de sakramenten genade in de mens kan 'storten', de zogenaamde 'gratia infusa'. De mens krijgt daardoor, aldus Rome. het vermogen om goed te doen en heilig te leven. Enkelingen, die op deze wijze een leven vol goede werken hebben, kunnen nu na zijn dood 'heilig' verklaard worden. Men zou dan meer goede werken hebben dan voor eigen

zaligheid nodig zijn. Het overschot is dan voor de kerk om.... le verhandelen! Deze godonterende leer wijst een weg buiten Christus om naar de zaligheid! Maar ze komt uit in de rampzaligheid! Niemand kan zichzelf 'heiligen'. Ook zo komt men niet verder dan een zekere schijn van heiligheid op te werpen. De roomse kerk heeft er heel wat van laten zien. Maar hoe was het achter de kloostermuren? Dat zag niemand dan God alleen!

Als wij, bijvoorbeeld in onze belijdenisgeschriften, spreken over 'de heilige Petrus' (NGB, art. 3), dan spreken wij bijbelse taal. Paulus schrijft aan „heiligen die te Efeze zijn"; hij bedoelt daar niets anders dan als hij aan de gemeente van Korinthe schrijft: „dc geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen". Hij ziet op het toegepaste werk van de Heere Jezus, dat is ons onmisbaar nodig om heilig voor God te zijn!

Nog eens: hoe word ik heilig?

Ik hoop dat jc de noodzaak ervan gevoelt. Misschien zie je nu ook. hoe Gods kinderen 'heiligen' mogen heten. Maar je ziet zoveel schijn! Misschien ben je daar (gelukkig!) nog niet aan gewend. Veel ouderen wennen er namelijk aan. Hoeveel mensen hebben de eeuwen door genoegen genomen met een vormendienst! In je jeugd prikkelt het je. Wen er maar nooit aan! Je behoeft geen genoegen te nemen met schijnvroomheid. Maar.... doe het dan ook niet bij jezelf!

Want overal heen een beschuldigende vinger uitsteken, is niet zo moeilijk. Maar vraag ook eens licht over je eigen innerlijk! Het is er niet beter dan bij anderen! We moeten van onszelf ook leren zeggen, wat de melaatsen in Israël moesten roepen, zodra ze mensen zagen: „Onrein, onrein!". Wie het ervaart, is het hardste in zijn oordeel over zichzelf. Ook voor ons moet het waarheid worden in ons binnenste! Daar moet de vernieuwing plaatsvinden. Wie dat beseft en ook begeert, krijgt een moeilijk leven.

Heilig willen leven omdat je God liefhebt en het niet te kunnen! Te beseffen dat je in Gods liefde niet kunt delen als je heiligheid mist! De HEERE heeft immers geen lust aan goddeloosheid! De boze zal bij Hem niet verkeren, ja. de HEERE haat alle werkers der ongerechtigheid! (Ps. 5:5, 6). Hoe moet dit raadsel opgelost worden? Dat kan de Heere alleen. Hij leert de zondaar door de Heilige Geest dat onze pogingen om heilig te worden in de dood uitlopen. Maar dan mag zo'n dode zondaar ook leren wat het is met Christus te sterven, om met Hem op te staan! Als een onverbeterlijke schuldenaar voor Gods aangezicht aan Christus' voeten terecht te komen, dat is ons nodig! De Heere leert ons daar de wondere 'orde des heils' bevindelijk kennen, waarin rechtvaardigmaking aan heiligmaking voorafgaat. Dit betekent, dat een goddeloze gerechtvaardigd kan worden en niet een heilige! Een vijand wordt met God verzoend, zonder enige zelf aangebrachte verbetering. Christus is door God gegeven en „geworden wijsheid van God. en rechtvaardigheid cn heiligmaking en verlossing" (1 Kor. 1:30). Wie dit waarachtig leert, zal niet onvruchtbaar blijven. Die zal. beducht voor alle schijnheiligheid, belijden 'vleselijk' te zijn. 'verkocht onder de zonde', omdat hij maar niet doet wat hij graag wil doen. Toch zal zo'n 'ellendig mens' de verlossing in Christus ook mogen kennen en van God mogen horen: Uw vrucht is uit Mij gevonden".

In Daniël nr. 14 is in het overzicht met opbrengsten van gemeenten Akkrum vergeten, waar een kollekte is gehouden. Opbrengst hiervan is ƒ625, 60.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen