DE STRIJD TUSSEN VLEES EN GEEST

Wij hebben, allemaal misschien zo'n vaag idee, wat „vlees en geest" betekenen, als deze woorden samen gebruikt worden. In. de titel is sprake van een strijd tussen beide. Dan mogen wij zeker eerst wel eens vaststellen wat hier met vlees en geest precies bedoeld wordt.

Vlees staat tegenover geest

Als je de Concordantie van Trommius bij deze trefwoorden opslaat, zul je merken, dat er rijen teksten bij staan. Het heeft geen zin, om die allemaal te bespreken. Vandaar dat ik in dit geval uit wil gaan van Joh. 3:6: Hetgeen dat uit het vlees geboren is, dat is vlees; hetgeen dat uit de Geest geboren is, dat is geest". Je ziet direkt, dat hier sprake is van een tegenstelling: lees staat tegenover geest. Vlees betekent hier het verdorvene, het geschondene, dat wat zich tegen God. verzet. Geest betekent hier het reine, het cngeschondene, dat' wat zich aan God onderwerpt. Wij hebben hier met een absolute tegenstelling te maken. Het vlees staat in de dienst van satan en de geest staat in de dienst van God. Je kunt ook zeggen dat het hier gaat om het rijk van satan en het rijk van Christus. Een neutraal terrein is er niet. Of satan heeft het voor het zeggen of Christus.

Als je tot zover hebt meegedacht, kun je vast wel gebieden opnoemen, waar de strijd tussen deze twee machten gestalte krijgt. B.v. d'e vervolging van de christenen, het insluipen van ketterijen in de kerk, abortuspraktijken, het onderwijs, de opvoeding, het huwelijk, de kommunikatiemiddelen. Probeer zelf de rij nog langer te maken. Je zult dan zien, dat de strijd zich op alle fronten voltrekt. Het is met recht een totale oorlog!

Je zult ook merken, dat er veel gebieden zijn, waar satan alleenheerschappij voert en waar een christen niet zijn kan: de wedstrijdsport, de amusementswereld. Daar komen wij alle dagen mee in aanraking, je moet wel blind zijn als je het niet ziet. Maar het ligt nog veel dieper. Want het gaat in deze strijd niet zozeer om gebieden, neen, het gaat om mensen, het gaat cm jou en om mij.

Is er bij ons een strijd tussen vlees en geest?

In Johannes 8 zegt de Heere Jezus tegen de Joden: „Ik ben van God uitgegaan , gij zijt uit de vader der duivel."

Zolang wij dit uitsluitend laten slaan op die hardnekkige Joden van toen, raakt het ons niet. Maar de Heere Jezus heeft met deze harde woorden ook onze afkomst getekend!

Zolang wij niet wedergeboren zijn, zijn wij vlees en in de macht van satan. Als de Heere Zelf niet in ons leven kwam met de doop, met Zijn prediking, met Zijn kloppen aan de deur van ons hart, met Zijn waarschuwing en nodiging, zou er bij ons niet eens sprake kunnen zijn van een strijd tussen vlees en geest. Ik hoop dat je nu scherper de strijd ziet tussen vlees en geest. Satan heeft ons vanaf de geboorte in zijn macht en hij doet zijn uiterste best om ons van God en Zijn dienst'af te houden. Satan heeft niet zoveel moeite met mensen, die nog nooit hebben gehoord van Gods liefde voor zondaren, hoe Hij Zijn Zoon zond om het verlorene te zoeken en vrede met God te schenken. Wel tracht satan te voorkomen dat het Evangelie hen zou bereiken. Vandaar dat in steeds meer landen de vrije verkondiging onmogelijk wordt gemaakt. Maar daar waar Gods nodiging klinken mag: „Wij bidden u van Christuswege, alsof God door ons bade, laat u met God verzoenen", waar christelijk onderwijs, jeugdwerk en christelijke barmhartigheid nog mogelijk zijn, daar zet satan alles op alles om de voortgang van het Evangelie te belemmeren. Daar woedt de strijd tussen vlees en geest op zijn felst, zowel van buitenaf als van binnenuit. Als je b.v. hoort van je verlorenheid in de zonde en schuld, van Gods ontzettende toorn over de zonde, dat er bij de Heere vergeving is voor de grootste der zondaren en dat Christus machtig is te verlossen, dan kan je dat raken. Het kan je dan gaan als die verloren zoon uit de gelijkenis. Maar dan komt satan met allerlei influisteringen, als: het is bij jou enkel angst voor je straf; ja, je zou wel bekeerd kunnen worden, als je maar echt van je zonden overtuigd was, als je maar meer met deze dingen bezig was; dacht je dat het voor jou kon? ; het is maar voor enkelen; dacht je dat de Heere van jou afweet? ; was je maar meer biddend werkzaam; het is meer een zaak voor ouderen, straks als je je plaats in de maatschappij hebt gevonden. Er valt nog veel meer te noemen, wat nog dieper gaat. Laten wij goed onthouden, dat satan allerlei middelen gebruikt, tot Schriftplaatsen toe, om ons als het kon van de Heere af te houden.

Verleiding

Satan komt vaak met verleiding, zodat ons hart met verkeerde dingen bezet is. Die kunnen zijn verkeerde vrienden, lektuur en muziek die niet deugen, en ons denken vergiftigen en in beslag nemen. De omgang tussen jongens en meisjes, verkering en huwelijk spelen een grote rol in het jonge leven. Wat kan satan dan inspelen op onze sexuele hartstochten en al vroeg grote schade toebrengen.

Verder is daar de eigen eer, de eerste willen zijn, een. goed figuur willen slaan, geaksepteerd willen worden of juist je tekort gedaan voelen. Het hele bestaan draait soms rond het eigen ik. En denk nu niet dat dit met de jaren beter wordt of dat dit binnen de kerk niet het geval is, want dat is helaas maar al te waar. Waar denk je dat de discipelen het druk mee hadden tijdens de laatste maaltijd met de Heere Jezus? Wie van hen de meeste was. Dat zal bij ons niet beter zijn.

Satan heeft nog veel meer pijlen op zijn boog. De lijst is gemakkelijk aan te vullen. Paulus waarschuwt ons dan ook, d.at de satan rond gaat als een briesende leeuw, zoekende wie hij zal kunnen verslinden.

Wat zou het vreselijk zijn als wij elkaar nu niet meer konden zeggen dan dit. Want dat zou betekenen dat de toestand uitzichtloos was. De Heere zou nooit de eer kunnen krijgen die Hij waardig is door ons toegebracht te worden en wij allen zouden in de eeuwige nacht wegzinken. Want God kan onze zonde niet ongestraft laten en wijzelf kunnen ons ook nooit uit de macht van satan en de zonde verlossen. Waar nog bij komt, dat al is het dat hij ons tracht te verleiden, dat wij maar al te gewillige volgelingen zijn.

Van onze kant is het dus volslagen uitzichtloos. Wij zijn uit vlees geboren en dus vlees, dat zich tegen de Geest verzet.

„Ontferm U mijner"

Maar nu heeft God Zijn Zoon gezonden, Die machtig is te verlossen. Dóden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord zullen hebben, zullen leven! Hij zendt boodschappers uit als een Paulus, met de opdracht om de mensen te bekeren van de macht van

satan tot God. Hij is de goede Herder, Die uitgaat om het verlorene te zoeken. Hij heeft de kop van satan vermorzeld en de hel zijn prooi ontnomen. „Wie is slecht, hij kere zich herwaarts." Roep met Bartimeüs: „Zone Davids, ontferm U mijner." Hij is machtig en gewillig te verlossen.

Als de Heere reeds met Zijn genade in Christus in je leven is verschenen — en waar dit het geval is, hoop ik dat je je daar nog dagelijks over verwonderen mag — weet je dat de strijd daarmee niet over is. O neen, lees dan b.v. Rom. 7 en 8, 7 : 23 - 24, 8 : 1. De Heere geve een mosterdzaadje geloof om daarmee van harte in te stemmen. Want het is zo waar wat in 1 Kor. 1 : 30 staat: Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen