HET GEWAAD VAN CHRISTUS
Onderzoekt de Schriften, toant gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. Joh. 5 : 39
Voor een goed verstaan van het Woord van God! is de leiding en het onderwijs van de Heilige Geest onmisbaar. Die Geest, Die, ook wanneer Hij werkt door middel van het Woord, geen andere is, dan de Geest, die Christus verheerlijkt.
Zijn indachtigmakend werk, Zijn leiden in alle waarheid, kortom, al Zijn arbeid, is daar op gericht. Ook Zijn werk in en door het Woord 1 .
De Reformatoren hebben er steeds op gewezen, dat er een nauwe band is tussen de Heere Jezus Christus en de Bijbel. Het Woord van God. is het gewaad waarin Christus tot ons komt en bij het lezen van de Bijbel gaat het er om, dat wij daardoor tot Hem komen.
Heel duidelijk heeft de Heere Jezus dat Zelf uitgesproken in bovengenoemde tekst. Woorden die dikwijls verkeerd worden uitgelegd. Want Chistus wekt-in Zijn gesprek met de joodse leidslieden de mensen niet op om de Schriften te onderzoeken. Niet, omdat dit niet noodzakelijk zou zijn, maar omdat ze dat al deden. Hoezeer de farizeën en schriftgeleerden zich met Mozes en de profeten bezig hielden, is wel bekend. De grote nauwgezetheid, waarmee deze mensen zich bogen over de heilige rollen, de grote eerbied, die zij hadden voor het Woord van God, kan ons alleen maar beschaamd maken. Maar, en dat is de grote fout die de mensen maakten bij hun onderzoek van de Bijbel, zij vergaten daarbij dat die Schriften getuigden van de Heere Jezus Christus. Tot Hém wilden zij niet komen. Zij meenden heit eeuwige leven in de Bijbel te vinden, zonder Jezus. Zij zochten het eeuweige leven in h.un bijbelonderzoek op zichzelf, terwijl de Schriften alleen maar gegeven waren om de weg te wijzen tot Christus en om de mensen tot Hém te brengen.
Daarom vinden wij in deze tekst niet een bevel tot bijbelonderzoek. Dat vinden we wel op vele andere plaatsen in de Schrift. Maar hier vinden wij het verschrikkelijk verwijt dat de Heere Jezus deze bijbelonderzoekers maakte. Ondanks het feit, dat de Schriften op Hem wezen, en van Hem getuigden, wilden ze tot Hem niet komen.
Wanneer we zoals de schriftgeleerden, zoveel in de Bijbel lezen, en we weigeren dan nog hardnekkig om als een verloren zondaar te buigen voor Hem, van Wie de bijbel getuigt, hoe groot moest-dan de dwaasheid van ons hart wel niet zijn. Het moet ons bij het bijbellezen gaan om de Chritus, want Hij alléén is de Weg, de "Waarheid en het Leven.
Vrijblijvend de Schrift lezen is niet mogelijk. Het stelt ons altijd voor de vraag: Wat dunkt u van de Christus?
En dan is alleen die mens zalig, die Hem. te voet valt en wie het om Hem te doen is. Terecht zegt dan ook Calvijn: „de Schriften moeten gelezen worden met die begeerte om Christus daarin te vinden. Wie van dit doel afwijkt , al vermoeit hij zich zijn ganse leven met leren, zal nooit tot de kennis der waarheid komen. Want wat wijsheid kunnen wij hebben buiten de wijsheid Gods? "
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979
Daniel | 24 Pagina's