JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

ALS JE VRIENDINNEN BENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALS JE VRIENDINNEN BENT

ons vervolgverhaal (1)

6 minuten leestijd

Net op tijd

„Liesbeth! Liesbeth!"

Drie stralende kleine gezichtjes verdringen elkaar voor het slaapkamerraam. Ze zwaaien en roepen tot het blonde meisje beneden op de stoep hen ziet, Gert jan, de grootste, roept: „Mieke komt zo, hoor, Liesbeth!" Ze verstaat het natuurlijk niet, maar ze wuift lachend terug. Iedere morgen, als ze hun zusje Mieke op komt halen voor school staan de kleintjes voor de ram.en te zwaaien.

De deur zwaait open en Mieke stapt haastig naar buiten. „Wat ben ik laat, " zegt ze met een kleur van 't haasten. Al pratend trekt ze haar jack aan.

„Kom maar gauw bij mij achterop, " zegt Liesbeth, „Anders moet je nog achterom voor je fiets". Ze begint al te rijden en Mieke springt op de bagagedrager.

„Ik ben natuurlijk weer véél te laat uit bed gekomen. Moeder had al twee keer geroepen, maar ik dacht: 't kan nog wel even, " vertelt ze onderweg.

„Nou, we halen het nog net geloof ik." Liesbeth hijgt van 't harde fietsen.

Ze naderen de school al en ze zien dat er nog groepjes jongelui op het plein rondslenteren. Als Liesbeth haar fiets in de stalling brengt, gaat de bel. Nét op tijd dus

„Dat is genoeg, " vindt Mieke lakoniek, „Iedere minuut, die ik in dit gebouw te veel door-

breng, vind ik verloren tijd". „Nou, nou..." puft Liesbeth.

„Ja, jij leert graag. Ik niet, dat weet je..." Ja, dat weet Liesbeth. Ieder jaar is Mieke nét met de hakken over de sloot. Liefst zou ze direkt van school af gaan en in een kindertehuis gaan werken.

„Dit is ] t laatste jaar, " troost ze.

„Laten we 't hopen, " zegt Mieke weinig optimistisch. Ze kijkt van opzij naar Liesbeths fijne, warm overbloosde gezichtje met de sprekende grijze ogen. Knap is ze, Liesbeth. En zonder in een spiegel te kijken, weet ze, hoe ze er zelf uitziet. Niet groot, niet klein, niet knap, niet lelijk, niet modern, niet ouderwets. Alleen maar gewóón. Soms zou ze net als Liesbeth willen zijn, niet zo een van twaalf in een dozijn. Ze zucht e-ven en probeert te denken aan wat haar vader pas zei: „Liesbeth is ook niet volmaakt, Mieke. Ze heeft geen gemakkelijk karakter, dat weet je. 't Gaat er maar om hoe je innerlijk er uitziet..."

Opeens stoot Liesbeth haar „I-Ié, een nieuwe, zeg!" aan.

Mieke schrikt op. O. ze ziet 't al. Bijna vooraan zit een nieuw meisje. Ze lijkt al iets ouder dan zij allemaal. Maar wat ziet ze er leuk uit! Of leuk... apart zou je beter kunnen zeggen. Ze draagt een wijde jurk met heel aparte motieven, 't lijkt wel gebatikt. Een donkere ceintuur strak om haar mid-

del en kousen in dezelfde kleur. Het dikke springerige haar draagt ze in een losse vlecht midden op haar rug. Als ik zo m'n haar deed, denkt Mieke, zag ik er hopeloos duf uit. Maar haar staat 't gewoon. Het meest opmerkelijke is haar gezicht. Het is een klein, bruindoorzond, expressief gezichtje, bezaaid met ontelbare sproetjes.

Liesbeth port Mieke in haar rug. „Artistiek, zeg, " fluistert ze.

Het nieuwe meisje

In de pauze proberen Liesbeth en Mieke een praatje te maken met het nieuwe meisje, dat Eveline Brands blijkt te heten. Maar een paar andere meisjes hebben haar al aangesproken. Tussen de middag is ze echter gelijk met hen in de. fietsenstalling. Liesbeth zoekt naar woorden om een praatje te maken. Maar naast haar hoort ze Mieke vriendelijk zeggen: „Moet je soms ook die kant uit? Dan kun je wel gelijk met ons mee fietsen".

De heldere bruine ogen van het meisje lichten op. „Graag, " zegt ze.

Met z'n drieën gaan ze door de zonovergoten straat. „Waar woon je? " vraagt Mieke belangstellend, „Zeker ook vlakbij, dat je tussen de middag naar huis gaat."

„In de Parklaan. We wonen hier nog maar pas".

„O, " zeggen Liesbeth en Mieke tegelijk. De Parklaan is één van de duurste straten van de stad met aan weerszijden prachtige villa's.

„We hebben een goeie klas, hoor, " zegt Liesbeth dan vlug. „Dat merk je nog wel".

„Och ja...". Eveline zegt het zonder veel animo. Ze ziet er opeens een beetje terneergeslagen uit, vindt Mieke. Ze zou iets hartelijks willen zeggen. Iets van: „Je kan gerust eens bij mij huiswerk komen maken." Maar een lichte schroom weerhoudt haar ervan. Is het misschien om die deftige Parklaanse villa, die wel met meelij op hun rijtjeshuis zal neerzien?

„Ik moet deze kant op. Tot vanmiddag, hoor, en bedankt. Ajuus!" Met een zwaai slaat Eveline een zijstraat in.

„Dag! Tot straks, " groeten Mieke en Liesbeth. Het korte eindje naar Miekes huis praten ze druk over het vreemde meisje. Liesbeth vindt haar leuk en a-part, en Mieke zegt: „Aardig is ze ook. Maar wel wat stil".

't Valt ook niet mee, voor 't eerst op een nieuwe school. Zouden we... zouden we eens vragen of ze ook eens bij ons komt om huiswerk te maken? Kunnen we 't met z ; n drieën doen. En dan nog gezellig wat kletsen" Mieke vindt het een goed idee. „Bij jullie is tenminste wat meer ruimte. Bij ons met al die kinderen..."

„En ik heb je pas nog horen zeggen, dat je 't enig vond „met al die kinderen"!"

„Vind ik ook, " beaamt Mieke weer grif en ze schieten in de lach.

„Bij jullie is tenminste vertier, " vindt Liesbetih en ze denkt aan al die jaren, dat ze bij Mieke komt. Mieke kan alles, mag alles...

„Dat wel, " zegt Mieke. „Maar met acht broers en zussen is het heus wel schikken".

„Je zeurt, vind ik!"

„Ja, ik geloof het ook... dat ik zeur, " zegt Mieke nadenkend.

Liesbeth laat er geen gras over groeien. Nog diezelfde week nodigt ze Eveline uit. Ze kunnen dan met Mieke die grote geschiedenisrepetitie doornemen.

Ook bij nadere kennismaking blijkt het meisje aardig te zijn, vinden ze. Liesbeth steekt de ene loftrompet na de andere uit over haar. Ze ziet er zo énig uit, ze is niks verwaand, ze is......

„Nou, nou, " tempert Mieke, als Liesbeth weer zo dweperig zit te doen. „Ze is ook maar een gewoon meidje, hoor!" „Gewoon? Ze is helemaal niet gewoon, dat is het juist, " haalt Liesbeth uit. Het steekt Mieke een beetje. Nee, denkt ze gebelgd, gewoon is Mieke alleen maar. Ze zegt niets, maar de hele weg naar school blijft ze stug.

Van de middag bij Liesbeth is voor haar opeens het mooie af. Het is er gezellig, o ja. En ze schieten lekker op met geschiedenis. Maar ze kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat zij er een klein beetje buiten staat. Het blijkt dat Eveline net als Liesbeth veel van muziek houdt. En dat onderwerp is onuitputtelijk.

(Wordt vervolgd)

Dordrecht

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1979

Daniel | 24 Pagina's

ALS JE VRIENDINNEN BENT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1979

Daniel | 24 Pagina's