JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

ONDER WELK TEKEN ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONDER WELK TEKEN ?

8 minuten leestijd

Voor hen die niet in de gelegenheid waren onze 32e hondsdag te bezoeken, willen wij in onze „Pagina's" een verkorte weergave van het gesprokene vermelden en daarbij zoveel mogelijk de sprekers aan het woord laten.

Openingswoord Ds. H. Rijksen

Aan het kruis heeft Christus uitgeroepen: „Het is volbracht". Da Heere Jezus zegt hier: HET is volbracht en bedoelt hiermee d : e dingen van Zijn Vader, waar Hij al over gesproken heeft als 12-jarige jongen in de tempel.

„Wist gij niet dat Ik moest zijn in de dingen Mijns Vaders? " De inhoud van het leven en sterven van de Heere Jezus was het doen van de wil van Hem door Wie Hij gezonden was. Het zijn ook de laatste gedachten van Christus.

De Vader droeg Hem op het offer voor de schuld te brengen. Het was dan ook uit liefde tot de deugden van Zijn Vader dat de Heere Jezus Zich liet doden. Hij droeg de schuld. En nu heeft Hij voleindigd hetgeen Hem opgedragen was: Hij is zonde geworden en heeft de vloek op Zich genomen.

Het is „volbracht". Het doel is bereikt. Er ontbreekt niets aan. Er hoeft van ons dan ook niets bij. Ons werk blijft onvoltooid; anderen moeten het van ons overnemen. Alleen Christus kan zeggen: „Het is volbracht". Veel mensen moeten zeggen: „Mijn leven is mislukt", maar Christus' leven is af, volbracht, voltooid.

Het IS volbracht. De hemel is geopend, evenals het Vaderhart, voor arme zondaren. Golgotha is echter ook een beginpunt. Christus gaat door Woord en Geest nu bouwen op het gelegde fundament.

Straks als Christus op de wolken des hemels wederkomt zal het klinken: „Het is geschied". Tussen dit eerste en tweede „Het is volbracht" van Christus liggen de eeuwen waarin wij leven. En nu is voor ons de grote vraag: „Mogen we deel hebben aan de zegen van het volbrachte werk van Christus en mogen we uitzien naar het tweede „Het is geschied"? " Er hoeft van ons niets bij, maar door het werk van de Heilige Geest in ons leven moeten we persoonlijk deel aan Christus en Zijn weldaden krijgen door een geschonken geloof. Het genadewerk in ons leven moet begonnen worden. Smeek daarom! De Heere wil er om gevraagd zijn, opdat Hij het ons doe.

Voor hen die niets hebben is dit zesde kruiswoord tot behoud. Daarvoor gaf de Middelaar Zich in de dood. En voor hen is alles volbracht, ook de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

„Het merkteken van het beest" Ds. A. Moerkerken

Om Openbaringen 13 : 16 waarin over het merkteken van het beest wordt gesproken, goed te verstaan is het nodig het hele hoofdstuk in grote lijnen te overdenken.

Hoofdstuk 12 eindigt met: „En ik stond op het zand der zee". Het is Johannes die in eenzaamheid zijn dagen op het eiland Patmos doorbracht. Hij mocht er echter veel leren. In Openbaringen worden de laatste eeuwen beeldend zichtbaar gemaakt.

Veel woorden hebben in dit boek een diepere geestelijke betekenis. Het woord „zee" betekent hier: volken of natiën. De wereld is als een golvende zee.

In het eerste vers ziet Johannes een beest uit de zee opkomen, een beest met zeven hoofden en godslasteringen op die hoofden. Dit beest is het rijk d'er mensen waar de satan een vrijwel onbeperkte heerschappij voert, het is als het ware de vleesgeworden duivel.

De duivel zelf wordt in Openbaringen voorgesteld. onder het beeld van de draak.

De draak, dus de duivel, gaf aan. dit beest zijn kracht en grote macht. Wij moeten het zien als een grote tegenkracht van Christus.

Vers drie vermeld de achtste kop van het beest, die verwond was en weer wordt genezen (zie ook hfd..st. 17 : 7, 8 en 11). Hierover zijn verschillende meningen. Een gevaar is die aktualistische exegese, die er in alle tijden is geweest en waar nu o.a. Hall Lindsay zich aan schuldig maakt. Het is de uitleg aan de huidige' tijd verbinden.

De verklaring van dr. K. Dijk is het meest aannemelijk. Hij wijst op de vermorzeling van de kop van satan, die echter nog een ogenblik grote macht krijgt, alsof bij nooit vermorzeld is geweest.

Deze achtste kop zou de antichrist kunnen zijn. We moeten hier heel voorzichtig in zijn. Er waren en zijn veel anti-christelijke stromingen, maar de achtste' kop is er nog niet geweest, want niemand heeft „de gehele: aarde" in zijn macht gehad.

Als de anti-christ komt zal d; e strijd alleen tegen de. heiligen zijn, tegen de Kerk (vers 7). Die tijd staat voor de deur. Calvijn zegt dat het de tijd zal zijn van de totale ineenstorting van d; e zichtbare kerk.

De regering van de anti-christ is anti-religieus en richt zioh dus tegen elke religie totdat alleen zijn eigen religie overblijft. Allen zullen hem aanbidden welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens des Lams.

In vers 11 lezen we over het beest uit de aarde. Het is de valse profeet die zich in dienst stelt van de anti-ohrist. Dit beest werkt op de achtergrond; het leert en verleidt o.a. via de kommunikatiemiddelen en het heeft hoornen gelijk aan des Lams hoornen, (het is dus een wolf in schaapsklederen) maar het spreekt als de draak.

Aan dit beest werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, om te maken dat het spreekt. Ook hierin is deze propagandist een imitatie van Gods werk (werken door woord en geest) en is een pseudoreligie.

„En het maakt dat het aan allen een merkteken geve" (vers 16). Aan allen, rijk en arm, klein en groot, vrije en dienstknechten.. Dan is er geen klassestrijd meer. Alles richt zich dan tegen de Kerk.

Het merkteken is een kenmerk van eigendom aan voorhoofd en rechterhand. I-Iet voorhoofd ziet op het denken, de rechterhand op het werken, de arbeid. Het beest zal de gedachtenwereld en het doen en laten bestempelen. Allen die niet tot de Kerk behoren vertonen dan in alles het patroon van het beest.

Het wordt in onze tijd mogelijk om de hele wereld te bereiken. De media (o, .a. radio en televisie) kunnen door de valse profeet gebruikt worden om te indoktrineren.

Ons denken wordt steeds meer beïnvloed.

Zij die dat merkteken, de naam van het beest of het getal van zijn naam niet dragen,

zullen niet kunnen kopen en verkopen; zij doen in de maatschappij niet meer mee. Dan krijgt Psalm 37 : 25b waarde voor hen: ik heb niet gezien de rechtvaardige verlaten, , noch zijn zaad zoekende brood”.

Met de naam van het beest wordt uitdrukking gegeven aan het wezen van het beest. Het getal van de naam. van het beest is 666. Het is het getal eens mensen en wijst op het uiterste waartoe, een mens in staat is. Het is wel veel, beangstigend veel, maar het komt nooit tot de zeven. Dat is een troost. Er staat zes maal in dit hoofdstuk dat er aan het beest werd „gegeven". God geeft het beest macht, maar het gaat. niet verder dan God toelaat. Geborgenheid in de veilige Schuilplaats is de enige troost.

Ds. Moerkerken eindigde zijn waarschuwende rede met de troostrijke woorden van Luther: „Hoe ook de satan woedt, zijn vonnis is geveld; één woord reeds doet hem vallen.”

„Hel merkteken van de doop" Ds. J. Driessen

Met de vraag naar de zin van ons leven begon Ds. Driessen zijn meditatie. Hij sprak o.a. het volgende:

In het paradijs had ons leven zin. Adam en Eva leefden tot eer van God. Maar na de val zijn we niet meer in staat tot enig goedi en geneigd tot alle kwaad. Heeft ons leven nu nog zin? Ja, opnieuw is er zin aan ons leven. Dat moeten wij altijd in het oog houden, ook bij de opvoeding van de kinderen.

Het Zaad van de vrouw zal Zijn volk verlossen van hun zinloosheid.

Met mensen die het teken van het beest dragen wordt door de Heere-een verbond gesloten wat door Hem. nooit verbroken zal worden. En wij mogen leven onder de bediening van dat verbond. Wij zijn afgezonderd en binnen de kring van het verbond gebracht.

Niet alle mensen zijn de genade deelachtig, maar door de doop heeft de Heere: een bijzonder recht op ons; opdat wij zouden leven tot Zijn eer. Onze naam» is genoemd .in verbinding met Gods Naam, met de naam van een Drieënig God. In de doop zegt de Heere tot ons: „U behoort uzelf niet toe, maar u behoort Mij".

De doop predikt ons de genade die Christus verworven heeft. Christus is gekomen om verbondsweldad'en te verwerven en toe te passen door de Heilige Geest.

Er is genade in Hem. We zijn geboren om zalig te worden, het is persoonlijk tot ons gezegd: „bekeert u en leeft!" En ziende op de rijkdom van de Goddelijke genadé-moeten we de hoogste verwachting hebben. Er is verwachting voor ons en ook voor onze kinderen, want God houdt Zijn verbond.

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1979

Daniel | 24 Pagina's

ONDER WELK TEKEN ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1979

Daniel | 24 Pagina's