JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

DE PALESTIJNEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PALESTIJNEN

9 minuten leestijd

Wat zijn Palestijnen?

Palestijnen zijn letterlijk alle inwoners van Palestina, zowel Jood als Arabier. De naam Palestina herinnert aan de tijd dat het Heilige Land in niet-Joodse handen was. We denken dan vooral aan dat gebied dat Engeland na de eerste wereldoorlog bestuurde en dat samenvalt met de huidige staten Israël en Jordanië. Zo gezien, zijn alle Israëliërs en Jordaniërs Palestijnen. De latere ontwikkelingen hebben deze visie feitelijk achterhaald: In dit gebied ontstonden eerst het koninkrijk Jordanië, een Arabische bedoeïnenstaat en later de Joodse staat Israël.

Als Palestijnen zien we dan ook tegenwoordig uitsluitend de oorspronkelijke Arabische bewoners van het huidige Israël én hun nakomelingen. Deze Palestijnen zijn in drie groepen in te delen:1. Die Palestijnen die binnen de Israëlische grenzen wonen, waarbij we vooral denken aan de Arabische bewoners van de z.g. Westbank en de Gazastrook. 2. De vele Arabische vluchtelingen uit Israëlisch gebied, die verblijf houden in vluchtelingenkampen in de aan Israël grenzende landen en die ook verspreid over heel de wereld leven. 3. De fedayien, de Palestijnse commando's, die in een soort niemandsland tussen de Arabische staten en Israël leven en — overkoepelend georganiseerd in de P.L.O. (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) — het meest op de voorgrond treden.

Palestijnse vluchtelingen

In eerste instantie was het Palestijnse probleem een vluchtelingenprobleem. Konflikten tussen aardse machten en machthebbers, politieke verschuivingen, e.d. plegen nog al eens over de ruggen van het gewone volk heen te worden uitgevochten. Zo werden vooral na de tweede wereldoorlog in de maalstroom van het oprukkende kommunisme en het zelfstandig worden van koloniën overal ter wereld groepen mensen losgerukt uit hun natuurlijk omgeving, verjaagd of gevlucht van huis, familie of land. We denken hierbij — om een paar sprekende voorbeelden te geven — aan de Zuid-Molukkers en, nog recenter, aan de vluchtelingen uit Zuid-Vietnam, die kennelijk overal te veel zijn. Meestal — wie beseft wat voor een zee van ellende er achter zo'n nuchtere konstatering schuilgaat? — gaat het als met bladeren die meegezogen worden door de storm maar toch wel weer ergens terecht komen. Vluchtelingen worden dan op den duur wel weer opgenomen in een gastvrij land. Soms gebeurt dat niet, óf omdat men dat zelf niet wenst (Zuid-Molukkers), óf omdat men eigenlijk nergens welkom is. Dat laatste was het geval met de Palestijnen. Israël wilde ze niet terug, de omringende landen — met uitzondering van Jordanië — weiger-

den ze in de eigen bevolking op te nernen. Zo bleef, buiten de mogelijkheid van emigratie naar niet-Arabische landen, slechts over te wachten, broedend te wachten op mogelijkheden tot terugkeer, een terugkeer die steeds minder waarschijnlijk werd. Het leven van deze vluchtelingen is niet alleen uitzichtloos, maar kenmerkt zich ook door miserabele levensomstandigheden. Opgepakt in vluchtelingenkampen, samengesteld uit krotterige noodwoningen, die steeds meer moesten dienen voor permanente bewoning, onder hygiënische wantoestanden, werkeloos en haveloos, werden de Palestijnse vluchtelingen overgelaten in een toestand van apathie, met als enige prikkel die nog in staat was de verdoving te verbreken de haat! Slechts de UNWRA (een hulporganisatie van de V.N.) trok zich hun lot aan via medische hulp en onderwijs. Dit gaf natuurlijk juist een nog duidelijker kloof tussen wat men wilde en kon én de werkloze uitzichtloosheid van de werkelijkheid. Zo werd in deze kampen de basis gelegd voor de uitbarstingen van geweld en terreur. Terroristen werden zo de fedayien, d.w.z. zij die zich opofferen, de enigen die een nieuw doel voor ogen stelden, die werkten aan de terugkeer.

Het ontstaan van het Palestijnse vluchtelingenprobleem

Wie is of wie zijn nu verantwoordelijk voor dit probleem? Het is immers een rechtvaardige zaak dat de schuldige voor een oplossing zorg moet dragen! Was dat maar een eenvoudig te beantwoorden vraag. Het officiële Joodse antwoord is een antwoord dat alle verantwoordelijkheid van zich afwijst en legt op de omringende Arabische staten. Men verklaart de vlucht van zo veel Palestijnse Arabieren door te wijzen op de oproep van de Arabische zendstations om te vluchten, met het dreigement ze anders als vijanden te beschouwen en de belofte van beloning bij de verwachte overwinning van de Arabieren bij hun aanvallen op de nieuwe staat Israël in 1948. Het officiële Arabische standpunt is een even eenvoudig de verantwoordelijkheid werpen op de Joden. Dan zijn al die Palestijnen gevlucht uit angst voor de agressie van hun Joodse buren, die hun woede koelden op onschuldige mensen. Zolang men zo zwart-wit blijft denken, komt men er natuurlijk nooit uit. De waarheid zal, zo als gewoonlijk, wel weer in het midden liggen. De Arabische zendstations hébben aangezet tot vluchten, maar hoeveel zijn er om die reden gegaan? Er is dooide radikale Joodse terreurgroep de Lechi een Arabische dorpje uitgemoord — in verband waarmee ook de huidige Israëlische premier Begin wordt genoemd —, maar zouden al die Palestijnen dat hebben gehoord en daardoor zijn gaan vluchten? Er zijn ook voorbeelden genoeg van bescherming die werd geboden, van overreding om toch te blijven. Hoevelen zijn zo maar in paniek weggevlucht voor het oorlogsgeweld, voor de nadering van soldaten uit béide kampen? Al dit touwtrekken om de schuldvraag lijkt steeds zinlozer te worden. Dit moeten we vaststellen: een groot deel van de Palestijnse Arabieren is gevlucht, weg uit Israël! Dat begon in 1948 bij de vrijheidsoorlog van de Israëli's, dat had een tragisch vervolg in 1967 bij de juni-oorlog, toen duizenden Arabieren over de verwoeste Allenby-brug vanuit de door Israël veroverde westelijke Jordaanoever verder vluchtten naar Jordanië, terwijl Israëlische militairen lachend toekeken en zonodig een handje hielpen. We weten maar al te goed dat het Palestijnse vluchtelingenprobleem bestaat, we weten nu ook dat het een gezamenlijke schuld is van Arabische staten, Israël en misschien ook wel van die paniekerige Palestijnse Arabieren; we weten meer: Israël weigerde ze terug te laten keren, de Arabische staten om ze op te noemen!

De Palestijnen en Israël

Natuurlijk heeft Israël voor de weigering de Palestijnse vluchtelingen weer op te nemen een goede reden. Als ze allemaal terugkeerden, kreeg Israël niet bepaald de meest vertrouwde elementen terug. Bovendien zou de Joodse meerderheid, overvleugeld door een groter aantal Palestijnse Arabieren, een Joodse minderheid worden. En welke staat steekt nu met open ogen zijn hoofd in de strop? Israël werd door de Arabische propaganda als schuldige voor alle ellende aangewezen en laadde zo de haat van de vluchtelingen op zich. Die haat uitte zich in voortdurend gestook, in gevechts-en terreurakties gericht tegen de staat Israël.

De Palestijnen en de Arabische staten

De Arabische staten hebben de Palestijnen altijd behandeld als een pion op het schaakbord in hun strijd tegen Israël. In hun persoonlijke haat, vooral gevoed door het gevoel van vernedering en minderwaardigheid na mislukte militaire akties, konden ze dit vluchtelingenvuurtje op het juiste moment altijd weer wat aanblazen als de tijd voor vergeldingsakties gekomen scheen. Hoe houd je echter, wat je zelf hebt aangestookt, in bedwang, zodat het geen uitslaande brand wordt? Hoe moet je b.v. - nu er verlangen naar vrede komt - die lastige Palestijnen kwijt zonder gezichtsverlies.

De Palestijnen begrijpen best hoe zij binnen de Arabische staten worden gezien als gevaarlijke radikalen, als een staatje in de staat. Ze willen dat ook zijn, omdat ze zich door die regeringen misbruikt, bedrogen en in de steek gelaten voelen. In september 1970 kwam het tussen het Jordaanse leger en de kommando's tot een burgeroorlog. De kommando's werden verdreven naar Libanon, waar de geschiedenis zich — met plaatselijke verschillen — lijkt te herhalen.

De Palestijnen en de wereld

De Palestijnen vragen aandacht voor hun probleem in de wereld. Hoe? Vliegtuigkapingen, gijzelingen en nu dan door een gematigd gezicht! Achter de Palestijnen met hun in oorsprong lokale problemen doemen de grootmachten op: de V.S., die rekening moeten houden met een machtige Joodse gemeenschap in Amerika en Rusland dat, terrein verliezend bij de Arabische regeringen, via de Palestijnse radikalen tracht te vissen in troebel water.

Het Palestijnse probleem als struikelblok op weg naar de vrede

Na de Grote Verzoendagoorlog, waar de Arabische staten geen al te gek figuur sloegen, lijkt met het wegenemen van een stuk minderwaardigheidsgevoel de bereidheid tot vrede van Arabische zijde te zijn gegroeid. Een erkenning van de staat Israël lijkt er nu wel in te zitten, maar de weg naar de vrede is nog erg lang en ook wel onbegaanbaar. Het belangrijkste struikelblok op die weg is het probleem van de Palestijnse vluchtelingen. De Arabische staten hebben de P.L.O. als enige vertegenwoordiger van de Palestijnen erkend. Israël wil niet met de P.L.O. onderhandelen. Men zegt: omdat het een organisatie van moordenaars en terroristen is; men zal vooral bedoelen: omdat de P.L.O. nog steeds weigert de staat Israël te erkennen en als einddoel heeft de vernietiging ervan. Toch zal er een oplossing moeten komen voor dit probleem, anders is er geen vrede mogelijk. Een oplossing zou kunnen zijn dat de Westbank weer bij Jordanië zou komen als speciaal Palestijns gebied. Dat is een oplossing die door de P.L.O. voorlopig fel wordt afgewezen, denkend aan september 1970. Een andere mogelijkheid zou zijn de Westbank te maken tot een Palestijnse staat, die echter zonder hulp van Israël weinig levensvatbaarheid zou bezitten. De P.L.O. wil dit hoogstens als tussenoplossing aanvaarden, tot heel Israël binnen het bereik komt. Voor Israël is het uiteraard ook geen prettig vooruitzicht een staat naast zich te krijgen, die een springplank is tot een verdere verovering.

Een oplossing is er niet te vinden, zolang er niet de wederzijdse bereidheid is in alle redelijkheid met elkaar te praten en — uitgaande van de gegroeide situatie — te zoeken naar de basis voor een blijvende vrede. Die vrede zal uit moeten gaan van twee — nu nog schijnbaar onverzoenbare — zaken: Er is geen vrede zonder de erkenning van de staat Israël, binnen verdedigbare grenzen. Er is geen vrede zonder dat de Palestijnen een menswaardig bestaan en zekere politieke rechten hebben gekregen. Uit dit dilemma schijnt voorlopig nog geen uitweg mogelijk. Voor het banen van nieuwe wegen is alleen Hij in staat „Die de harten der koningen neigt als waterbeken".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1977

Daniel | 20 Pagina's

DE PALESTIJNEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1977

Daniel | 20 Pagina's