JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

KRUISTOCHTEN GOD WIL HET!... WILDE GOD HET?..

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRUISTOCHTEN GOD WIL HET!... WILDE GOD HET?..

11 minuten leestijd

Voor deze geschiedenis moeten we een heel eind terug in de tijd. Bijna 1000 jaar geleden. Op een dag komt er een kluizenaar, een heremiet bij de paus. Zoals jullie weten is de paus het hoofd van de Roomse kerk. In die dagen, we schrijven ong. 1094, komt bij paus Urbanus II deze pelgrim: Peter van Amiëns. En wat hij dan vertelt aan Urbanus II doet deze van schrik bijna achterover vallen. Peter van Amiëns was van zijn pelgrimstocht teruggekomen uit het Heilige Land, en had in Israël alle bijzondere plaatsen bezocht.

En weten jullie hoe hij ze aantrof?

De Arabieren, die nu heer en meester waren in Palestina lieten nog wel Christenen toe tot de heilige plaatsen maar tegen betaling van een grote som geld.

Maar nu is er een wild volk gekomen: mannen met gele gezichten en scheve spleetogen en dat vol!k heeft Jeruzalem veroverd. Hun gevechten worden geleverd met een krom zwaard en zij strijden onder een banier (valg), waar een halve maan op geweven is.

En de heilige plaatsen zoals de resten van Dagons tempel, die door Simson. was verwoest, de spleten in de rotsen, die ontstaan waren door de aardbeving bij Christus' sterven, de boom waaraan Judas' zich waarschijnlijk aan opgehangen had en vele andere plaatsen, die verband houden met belangrijke personen! en gebeurtenissen uit Gods Woord, worden door deze wilde-mannen geplunderd en geroofd op een meer dan .gruwelijke manier.

Ja, maar, zegt misschien een aandachtige lezeres of lezer, wat heeft dat nu voor zin, dat men' die plaatsen in Israël bezocht? De mensen, die toen leefden zijn er toch niet meer, wat gingen ze daar nu eigenlijk doen? Luister maar!

Alhoewel er zeker ook irt die dagen mensen waren, die oprecht den Heere vreesden en zochten, moet ik tot mijin grote spijt zeggen, dat de meeste bewoners in West-Europa Rooms waren, met alle Maria-verering, reliquieën aanbidding, en pauselijke macht en heerschappij, die daar bij schijnt te horen.

En één van de grootste afgoderijen waren wel de bedevaarten naar het Heilige Land. Als je zo'n bedevaart maaikte, meisjes en jongens, was dat eien goed werk, je kreeg er zelfs de zegen op van de paus.

Ze gingen bidden op de gewijde, op de geheiligde grond in Bethlehem, op Golgotha, in Gethsémané; en alles wat maar herinnerde aan de tijd van de rondwandeling op aarde van de Heere Jezus werd meegenomen, tot de belachelijkste dingen toe: een oude lap, en een verbrokkeld stuk hout van een boom uit de hof van Gethsémané,

een splinter van het kruis van Christus en vullen jullie zelf maar andere voorwerpen in. Alles was even begeerlijk!

Zo ontstonden de leugens en het bedrog over deze zogenaamde reliquieën; een vodje zou één deel geweest zijn van het kleed van Jezus, en een doorn die in het hoofd zou. zijn geslagen bij Pilatus. Wat een afgoderij, wat een bijgeloof! Maar de paus wreef in zijn 'handen: goed. zo, laat ze maar gaan, de kerk wordt zo doende steeds machtiger.

Maar dat droevige verhaal van Peter van Amiëns , Wat nu? De paus geeft het zo maar niet op, dat begrijpen jullie natuurlijk ook wel. En al piekerend heeft hij zijn plan klaar gekregen. „Peter, jij moet een's goed luisteren. Jij moet me helpen! Palestina moet bevrijd worden van die woeste en barbaarse Turken en Seldsjoeken. Het moet en het zal gebeuren. Wil jij me helpen Peter? "

Natuurlijk helpt Peter. Hij trekt er op uit langs koningshuizen, kastelen, burchten, en spreekt met overtuigende, geestdrigtige enthousiaste stem, ook in kerken en op de markten'. Wat moet er gaan gebeuren? .

Een heilige kruisvaart naar Israël. De Turken en Seldsjoeken verjagen en de Christenen op de troon. Zo 'hoort het! En in geheel Europa groeit het verlangen om te vechten voor de „goede zaak".

Wij schrijven 1095:

Er is een zeer belangrijke vergadering, zelfs de paus en zijn aanhang, gevolg is aanwezig. Het is in het plaatsje Clermont, in het zuiden van Frankrijk, (opzoeken in de atlas). Als jullie deriken, dat toen alles nog geregeld moest worden', dan hebben jullie het wel mis. Alleen, de: laatste belangrijke punten moesten neg eens benadrukt worden. En daar izien we in gedachten de paus staan op een houten stelling, wegens het gebrek aan een grote vergaderruimte; op ontroerende wijze spreekt hij de menigte toe over de smart, pijn en het lijden van de Christerien in het oosten. Ze worden zelfs mishandeld en gemarteld

En wie in deze Heilige Oorlog sneuvelde verkreeg van de paus het paradijs. Dit lijkt misschien voor jullie wel veel op het Mohammedanisme, maar wel legde de paus er de nadruk op, dat het paradijs alleen voor die mensen gold, waar het hart. vol van berouw en boete was.

Dan nog komt het de paus niet toe om zalig te spreken of te verdoemen, dat komt alleen de Heere toe, is het niet zo? Nog meer beloften: aardse goederen, rijkdom, behouden van goederen voor hen die ter kruisvaart trokken. Ieders eigendom zou bewaard worden. En dan volgt het magistrale einde van zijn indrukwekkende rede: „Ieder verloochene zichzelf en neme zijn kruis op zich, opdat Christus zijn deel moge worden.

Dan breekt het oorverdovende lawaai los uit de monden van duizenden die daar samengekomen waren: „God wil het — God wil het! Deze leuze verspreidde zich in een snel tempo langs steden, dorpen en gehuchten. Het krijgsteken is al' van te voren gemaakt; een rood kruis, dat van oude lappen is geknipt siert de rechterschouders. Maar men is zo uitbundig en er zijn zovelen gekomen, dat ze kruisen te kort komen. Dat het gerucht zich snel heeft verspreid, blijkt wel uit het feit, dat de volgende dag al een bode komt uit Toulouse, (enkele dagreizen van Clermont verwijderd) om te melden, dat zijn meester Raimund van Toulouse ook mee zal gaan ter kruisvaart. God wil het toch immers!'

Wie gaan daar?

Voor sommigen duurden de voorbereidingen te lang, zij konden zich niet

meer bedwingen en gaan al vast vooruit. Langs velden en wegen, door dalen en over heuvels en bergen. Naar het Heilige Land! God wil het! De man verlaat zijn vrouw en kinderen, de monnik, en' de non het klooster, en de boer zijn vee en akkers. Alles voor de , , goede zaak". Vier groepen, die zo maar in het wilde weg op pad zijn gegaan, zonder voldoende orde bijten de spits af. Aan het hoofd van één dezer benden staat een zekere Wout-zonder-have; en Peter van Amiëns voert het gezag over een ander gedeelte. In het Rijnland in Duitslnad begon een vreselijke jacht op Joden; zij werden onbarmhartig geslagen, geplunderd en vermoord. Zij waren het toch die Christus hadden gekruisigd, en Hem als Zaligmaker verworpen hadden! Daar kwam nog bij, jongelui, dat zij juist het meeste geld bezaten. Roven maar, plunderen, moorden en doodslaan. God wil het! We strijden voor een goede zaak. Wilde God dat ?

De plaatsen Keulen, Mainz en Worms werden, het zwaarst getroffen. In Hongarije stalen de kruisvaarders koeien, want de honger was een grote vijand op hun tocht. De eigenaars worden, bij tegenstand, neer geknuppeld. Dit gedeelte onder leiding van Wout-zonder-have bereikte zelfs Constantinopel niet. Alleen de groep o.l.v. Pieter van Amiëns komt aan in de plaats die afgesproken was als verzamelpunt. Ze zijn berooid, vermagerd en bijna uitgehongerd.

Met inspanning van alle krachten staken ze over naar Klein Azië, maar daar wacht hun een nieuwe ontgoocheling: de Saracenen. Na een zeer zware strijd waar velen sneuvelden konden ze eindelijk eens een poosje op adem komen. Zo eindigden de 4 volkskruistochten in eert volkomen mislukking! Wilde God het?

1096: De eerste kruistocht:

Deze stond onder aanvoering van een' viertal heren: le Raimund van Toulouse. 2e Godfried van Bouillon en de 3e onder leiding van Bohemund van Tarente en Robert van Normandië. Het verzamelpunt was nog steeds Constantinopel, waar ook de zeel kleine resten van de volkskruistochten o.l.v. Peter van Amiëns wachten. De tocht gaat door Klein-Azië. Bij Byzantium wordt de eed gezworen aan de keizer: de zgn. leeneed. Verder, steeds verder gaan ze, totdat ze Dorlycum. bereiken; maar ook een Turkse leger. Het heeft er een ogenblik angstig voor hen uitgezien, want ze waren ver in de minderheid, maar op het beslissende moment komt de rest van het Kruisleger te hulp en wordien de Turken ter nauwernood verslagen. Niet alleen tegenspoed, ook hulp krijgen ze aangeboden en wel van Venetiaanse kooplui. En ook van een uit Nederland vertrokken zeeroversvloot, die het oostelijke gedeelte van de M-Z. Zee onveilig maakte. De piraten kregen diep berouw, legden de kruiseed af en waren bereid mee te strijden tegen' de Turken.

Antiochië, de stad in Syrië, waar de grote heiden-apostel Paulus, zijn werk begonnen is, wordt de volgende plaats, die de pelgrims veroveren moeten. Het wordt een beleg van 9 maanden, en de stad wordt slechts: na grote verliezen ingenomen. En dat nog wel door verraad. Zij zijn nu wel in de stad, maar zodra zij in de stad wat op adem zijn gekomen, nadert tot hun grote onsteltenis een Turks leger. De stad wordt omsingeld en de belegeraars worden nu zelf belegerd. De hongersnood eist zijn vele slachtoffers, en de dappere kruisvaarders willen zich aan de Turken overgeven dan „Een fantastisch verhaal" doet de ronde door de rijen van de totaal uitgeputte kruisvaarders. Een man, een zekere Bartholemeüs zegt, dat Hij de Heere gezien heeft in een visioen. En de Heere heeft hem een belofte gedaan. Wanneer iemand van de pelgrims in één van de kerken die Antiochië rijk is, een lans zou opgraven; de overwinning zou gewis zijn. Niet zo maar een lans, maar de lans waarmee de zijde des Heeren is doorboord. Met inspanning van hun laatste krachten gaan ze gravenl graven en ze vinden de heilige lans. En wat een wonder, ze herwinnen de moed, de zwaarden worden eens extra gescherpt, de zonden eerlijk opgebiecht, het Heilig Avondmaal gebruikt en zo trekken ze, met de „lans" voorop, ten strijde. De Turken verwachten geen uitval spoging, en terwijl de bevelhebber eerst zijn schaakpartij uit speelt, zijn zijn mannen reeds gevlucht. De uitgehongerde, doodvermoeide kruisvaarders doen zich te goed aan het vele voedsel, dat de Turken in de haast achter moetsten laten. Of dit verhaal waar is, weet ik niet, maar de overwinning op het 10 x sterkere leger van de Turken' was een feit.

De verovering van Jeruzalem:

De weg naar Jeruzalem kent geen hindernissen meer, en zo trekt dan, 3 jaar na het

vertrek, het sterk gedunde leger langs de kust naar het zuiden en op een vroege junimorgen van het jaar 1099 ligt de zo „beminde" stad voor hen. De tranen hebben hun vrije loop, de heilige grond wordt hartstochtelijk gekust, maar de eerste aanval op de muren v. Jeruzalem wordt wel afgeslagen.

Aan 3 zijden liggen rondom de muren diepe dalen, zodat slechts de noordzijde over blijft om te bestormen. Deze sterke, hoge en goed verdedigde muren zijn alleen met stormtorens te overmeesteren. Maar waar haal je hout vandaan in deze omgeving? Een paar oude, knoestige olijfbomen is hun schrale troost. Maar... de Venetiaanse kooplui zijn er ook nog! In de havenstad Joppe liggen enkele koopvaardijscheepjes, die gesloopt worden .en omgebouwd tot stormtorens. De valbrug v. d. stormtoren van Godfried wordt neergelaten en de pelgrims zetten hun eerste voetstappen op de heilige grond in Jeruzalem.

Duizenden en nog eens duizenden Mohammedanen worden op een vreselijke wijze vermoord. Godfried schijnt zijn gebed te hebben uitgesteld; het bloedbad was de beste wraak. Doch niet alleen de Muzelmannen, ook de Joden worden het slachtoffer. Als de razernij ten einde is, reinigen ze zich van het bloed en gaan blootshoofds en barrevoets naar de kerk op het graf van Christus om te danken te bidden en boete te doen. Wat een tegenstelling!

Onbegrijpelijk. Godfried aanvaardt zijn benoeming als „Beschermer van het H. Graf". Na een jaar sterft hij, en ook de aanspoorder van deze tochten: Urbanus II, zonder het bericht v. d. inname te ihebben gehoord, (hij stierf na 2 weken na de inname).

De kruistochten: Nog eenmaal zien we ze gaan. God wil het! is hun leuze. Wilde God het? vragen wij ons af. Ontkennend zal ons antwoord moeten zijn.

Want Jezus Christus is niet alleen gisteren en heden, maar ook aan alle plaatsen op deze wereld Dezelfde en overal even dicht bij Zijn kinderen.

Geen geweld door het zwaard, maar door Zijn Geest. Zijn Kerk is wel een strijdende Kerk, maar haar wapenen hebben een geestelijk karakter. Toch zijn de kruistochten een schakel in de ketting naar het glorieuse einde van Christus' wederkomst, dat zeker aanbreekt. Hoe is jullie verwachting voor Zijn Komst? Is het een gegronde verwachting?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1976

Daniel | 20 Pagina's

KRUISTOCHTEN GOD WIL HET!... WILDE GOD HET?..

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1976

Daniel | 20 Pagina's