KERKMUZIEK OP DE PLAAT
De kerk en de schone kunst der muziek zijn de beide zuilen' waarop de kerkmuziek, en het kerklied rust, gecomponeerd door musici die hun muzikale gaven in dienst der kerk hebben gesteld. Hierdoor is in , de loop der eeuwen een schat van kerkmuziek ontstaan. Deze kerkmuziek is een studie-en inspiratiebron geworden voor latere musici, waaruit weer kerkmuziek in nieuwe en eigentijdse vormen en klankidiomen werden geboren’.
In deze rubriek willen wij in 't kort een greep doen uit de kerkmuziek van twee bekende componisten, n.1. uit die van de oude meester Johann Pachelbel, en van de veel later levende componist Max Reger. Twee componisten die leefden in twee geheel verschillende muzikale stijlperioden, n.1. uit het bekende baroktijdperk, en de laat-romantiek.
Johann Pa.cehelbel die we naast Joh. Seb. Bach ook een meester van de orgelkoralen mogen noemen werd in 1653 te Neurenberg geboren.
Johann, uit een gezin van 14 kinderen, ontving een uitstekende muziekopleiding. In 1673, op 2CH'arige leeftijd dus, ging hij naar Wenen als leerling en assistent van de bekende Grganist Johann Kasper Kerll, de organist van de „Stephansdom" aldaar. Deze Kerll was zelf weer leerling gewesst van de in die dagen grote Italiaanse componsit Frescobaldi. Diens muzikale invloeden werden dus via Joh. Kasper Kerll op Pachelbel overgedragen. Daardoor leerde Pachelbel de zo bekende Italiaanse muzikale vormen kennen, zoals de canzone, de ricarcare, enz.
Doordat hij nogal eens van standplaats verwisselde leerde Pachelbel ook een andere in die dagen zeer bekende muzikale orgelstijl kennen, n.1. die van de Noord-en Zu"'d-Du.itse kerkmuziek. Deze beicle zeer bekende, en ook nu nog altijd waardevolle stijlen wist Pachelbel tot één te versmelten, een ontwikkeling in de kerkmuziek die later door Joh. Seb. Bach in de beroemde hoog-barokke orgelkunst tot een hoogtepunt werd gebracht.
In 1677 ging Pachelbel naar Eisenach als hoforganist aan de „Prediger Kirche". Hier kreeg hij als taak, zoals zijn benoemingsoorkonde het beschrijft, de koralen in te leiden, te begeleiden, en in de naspelen de melodie te laten voortklinken. Het is dus te begrijpen dat uit deze praktijk te Eisenach bepaalde vormen voor zijn orgelkoralen ontstonden, vormen die wij ook nu nog in eigentijdse kerkmuziek terugvinden. Wij denken in deze aan de koraal fuga-en fantasie, de prachtige koraalvariaties, en de orgelkoralen met een boeiende vormgeving. Deze stonden in het bewerken van de koraalmelodie in de polyfone stijl, een stijl dus, waarbij alle stemmen meer of minder melodisch zijn, en haar eigen waarde hebben, dit in tegenstelling tot de homofone stijl, waarbij de melodie de waarde heeft, gebouwd op een harmonische samenstelling van accoorden.
Pachelbel's kerkmuziek bezit deze boeiende vorm ook in fugatische, en stijl; in variatie techniek enz. canonische
Wij denken in deze aan zijn zeven bekende choralpartita's, in variatievorm gecomponeerd, zoals o.a. „Freu dich sehr, o meine Seele" en „Wat Gott tut, dat ist wohlgetan”.
Daarnaast zijn fraaie orgelkoralen, waarin wij kerkmuziek van een hoog gehalte aantreffen in stijl en vormgeving, door hem gecomponeerd, zoals bijv. „Vater unser im Himmelreich" (melodie Gebed des Heeren), Ich ruf' zu dir Herr Jesu Christ", „Durch Adams fall ist ganz verderbt", „Wenn wir in höchsten nöten sein"; „Aus tiefer not" (Psalm 130); „Es wolle Gott uns gnädig sein (Psalm 67) en „O Lamm Gottes unschuldig". Daarnaast de meer levendiger orgelkoralen op de prachtige melodiën van bijv. „Allein Gott in der Höh sei ehr", het bekende kerstlied. „Vom Himmel Hoch"; de prachtige bewerkingen op de zeer oude kerkliederen „Christ lag in Todesbanden", en „Komm Gott, Schöpfer, Heiliger Geist", en „Ein feste Burg”.
Wij nemen maar een greep uit de rijke kerkmuzikale erfenis van deze componist. Veel
van deze waardevolle fraai klinkende kerkmuziek van deze oude meester van de orgelkoraalkunst kunnen wij ook op de grammofoonplaat beluisteren.
Hier en daar zijn nogal wat opnamen met koraalmuziek van Pachelbel te beluisteren, die enige jaren geleden werden aangevuld met een zeer representatieve casette, uitgegeven door de bekende franse maatschappij „Erato", in de serie „Encyclopedie de 1’ Orgue”.
Deze uitgave van zes platen betekende een uiterst belangrijke en waardevolle aanvulling met fraaie opnamen', gespeeld door de niet minder bekende franse organiste Marie Claire Alain, wiens briljante spel door vele muziekkenners en - liefhebbers wordt gewaardeerd, gezien de grote belangstelling tijdens haar jaarlijkse orgelbespelingen in ons land.
Naast de opnamen van de grote en kleine orgelwerken van Pachelbel, vinden wij ook verschillende platen in deze casette waarop Marie Claire Alain de door ons naar voren gebrachte kerkmuziek vertolkt. Op deze platen zijn 35 van de ongeveer 80 koraalbewerkingen en 4 van de 7 koraalpartita's opgenomen. Voor deze opnamen koos Marie Claire Alain drie Zwitserse orgels uit, waarvan er twee aanmerkelijk groter zijn dan de instrumenten die Pachelbel bespeelde. Het grootste orgel is die uit de Stadskerk te Baden gebouwd in 1970 door de bekende Zwitserse orgelbouwer Metzier (o.a. de bouwer van het fraaie koororgel in cle St. Joriskerk te Amersfoort, en het grote orgel in de Jacobskerk te Den Haag), opname technisch zijn de platen m.i. zeer geslaagd. Het spel van M. C. Alain is zoals wij dat van haar gewend zijn; een stevige aanpak en een fraaie registratie-techniek.
Het enige bezwaar dat wij aan kunnen voeren tegen het spel, is dat van cle o.i. te hoge tempo's, die in cle vertolking van diverse orgelkoralen te beluisteren zijn. Daartegenover vinden wij ook in haar opnamen talrijke voorbeelden van bezonken orgelspel, die tijdens het beluisteren van cle verschillende gespeelde orgelkoralen 1 een groot muzikaal genoegen verschaffen. De casette is niet goedkoop, maar gezien de presentatie zeker haar geld waard. De prijs is ± ƒ 150, —.
Max Reger, de zoon van een eenvoudige dorpsschoolmeester werd op 19 maart 1873 in het kleine dorpje Brand in Beieren geboren. Reeds op 5-jarige leeftijd gaf zijn vader hem al het eerste orgelonderricht, en gezien zijn snelle vorderingen kwam hij als leerling terecht bij de in die tijd zeer bekende musicoloog Hugo Rumann. In zijn vrij korte leven (op 43-jarige leeftijd stierf hij) heeft hij als componist getoond een onuitputtelijke energie en een enorme muzikale inspiratie te bezitten gezien de nagelaten werken van hem, waaronder de nodige kerkmuziek.
In de periode vóór Max Reger was de ontwikkeling, en beoefening van de kerkmuziek in het slop geraakt. Bekend is, dat Reger, die zelf rooms-katholiek was opgevoed, grote waardering had voor het kerklied der protestantse kerken. Hij was het die de musici en organisten in zijn dagen toeriep: „Gij, protestanten w 7 eet helemaal niet, welk een schat gij in uw koralen hebt." Deze uitroep van hem was zeer op zijn plaats, daar in die dagen vele protestantse kerkmusici de prachtige melodieën van de kerkliederen gingen omvormen, of zich er in 't geheel niet voor interesseerden. De stijl en vormgevingen van cle uit clie dagen stammende kerkmuziek waren niet altijd van een gedegen gehalte.
Max Reger kwam echter steeds meer tot de erkenning dat slechts een uit Bach opbloeiende compositietechniek cle juiste schrede voorwaarts kon brengen, tot een weer juister inzicht in de kerkmuziek beoefening, en aan welke vormen en normen deze moet voldoen.
Dat was één van de redenen waarom Max Reger in zijn muziek zoveel op Bach teruggreep, en diens boeiende compositorische gaven als voorbeeld stelde. Als kind van zijn tijd, levende in de romantische periode, heeft hij blijk gegeven, dat cle romantiek een beter gehalte bezat, als clat men in zijn dagen „romantisch" ten toon spreidde, getuige zijn zeer fraaie harmoniek, en gedegen vormgevingen, in zijn muziek bijv. in zijn grote koraalfantasieën en koraalbewerkingen. Overbekend zijn Reger's dertig kleine koraal voorspelen opus 135a. Deze eenvoudige bewerkingen getuigen van een fraaie schoonheid en ingetogenheid, maar ook van bruisende levendigheid, waarin wij harmonische oplossingen vanuit muzikale spanningen, naar verstilde ontspanningen tegenkomen die wonderlijk mooi klinken.
Heinz Lohmann, een duitse organist, tevens Reger's vertolker bij uitnemendheid is bezig voor de duitse grammofoonplatenmij. „Da Camera Magna" de complete orgelwerken van Max Reger op de plaat vast te leggen; een' indrukwekkende onderneming’!
Tussen de nu reeds 8 verschenen platen treffen wij op de 4e plaat de genoemde 30 kleine koraalvoorspelen opus 135a aan, die door Heinz Lohmann worden gespeeld op het Veaderkirchenorgel te Düsseldorf. Al dadelijk weet Lohmann ons te boeien in het eerste koraal „Ach bleib mit deiner Gnade", een stukje van ingetogen schoonheid. Bruisend van leven klinkt het „Allein Gott in de Höh' sei Ehr", en rotsvast van opbouw het bekende Lutherlied „Ein feste Burg ist unser Gott" met de fraaie melodie in het pedaal, dus in de bas.
Ook het „Freu' dich sehr, o meine Seele", en' „Jesus meine Zuversicht", getuigen van een fraaie opbouw in harmonie.
Groots en breed klinkt „Nun danket alle Gott", Deze genoemde en daarnaast de andere koralen zijn stukjes kerkmuziek geworden van een hoge orde, door hun harmonische samenstellingen en mooie stijlvolle vormgevingen. De fraai gekozen registraties en tempi's, rnet daarnaast de prima opname, en het veelzijdige orgel werkten er aan mede dat deze plaat van een hoog gehalte is geworden. Voor ± ƒ20, — kunt u de gelukkige bezitter worden van deze kerkmuziek uit Regers laatste levensjaren, gedacht en geinspireerd vanuit de mooie koraalmelodieën.
Moge ook onze 150 psalmen met hun melodieën voor onze jonge organisten en musici steeds geweldige inspiratiebronnen blijven of worden, opdat daaruit geboren wordt kerkmuziek van een hoge orde, die ten' dienste staan mag voor onze kerkmuzikaie praktijken, alles gecomponeerd in de vormgevingen die ons door de groot-meesters zijn voorgehouden, en waarvan vele getuigen' van een eenvoud, die juist de schoonheid en degelijkheid uitmaakt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1974
Daniel | 24 Pagina's
