ONS LAND RONDOM....
WILLEM VAN ORANJE
WILLEM VAN ORANJE Het lijkt ons nuttig U de personen voor te stellen die in het voorspel van de tachtigjarige oorlog een dominerende rol hebben gespeeld. Wij willen beginnen met de hoofdpersoon in deze historie: prins Wil-
lem van Oranje. Willem van Oranje is in 1533 op het slot te Dillenburg geboren. Hij was het eerste kind uit het huwelijk van graaf Willem van Nassau en Juliana van Stolberg. Beiden waren reeds eerder gehuwd geweest en beiden hadden uit hun eerste huwelijk reeds kinderen: Juliana drie zoons en een dochter, Willem een dochter. Later zouden uit dit huwelijk nog vier zoons en zeven dochters geboren worden. Dit grote aantal kinderen, totaal zeventien, bezorgde graaf Willem de bijnaam , .de Rijke". Daar Willem de Rijke en Juliana van Stolberg Luthers waren, werd Willem protestants opgevoed.
Het huis Nassau had ongeveer 1400 een vertakking gekregen in de Nederlanden door het huwelijk van Engelbrecht van Nassau met Johanna van Polanen, erfdochter van Breda en vele andere heerlijkheden (bezittingen). Hun erfgenaam Hendrik van Nassau was een vriend van Karei V en werd stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hij trouwde met Claudia van Chalon, prinses van Oranje, waarna hij zich voortaan naar dat bezit in het verre zuiden van Frankrijk prins van Oranje noemde. Hun zoon AND RONDO en erfgenaam René van Chalon maakte een schitterende maar korte carrière: in 1544 sneuvelde hij, kin derloos, op slechts 26-jarige leeftijd, in de laatste oorlog tussen Karei V en de Franse koning. Zijn laatste wilsbeschikking was dat de thans elfjarige Willem van Nassau zijn erfgenaam zou zijn.
Aan het hof
Karei V, cl ie al deze bezittingen niet graag in protestantse handen zag, gaf verlof de erfenis te aanvaarden, mits Willem aan het hof te Brussel zou worden opgevoed in de roomse leer. De ouders hebben in deze kwetsende voorwaarde berust: de dynastieke belangen hebben zwaarder gewogen dan de godsdienstige. Men mag deze beslissing echter wel in het licht zien van het concilie dat spoedig zou worden samengeroepen om de geschillen op godsdienstig gebied te bespreken (het concilie van Trente, 1545—1563). Velen hadden hier positieve verwachtingen van en meenden dat de verzoening van roomsen en protestanten slechts een kwestie van tijd was. Door Gods voorzienig beleid is Willem, zoals eenmaal Mozes, opgevoed aan een vreemd hof, beiden om daar de nodige wijsheid en ervaring op te doen voor de zware taak die hen later wachtte: hun volk, Gods volk, te verlossen uit de tirannie van hun onderdrukkers.
Door zijn innemende manieren en schitterende talenten stond Willem welM.... dra in blakende gunst bij Karei V en de landvoogdes, Maria van Hongarije, In korte tijd verwierf hij diverse belangrijke functies: in 1555 werd hij kapitein-generaal van een grensleger, lid van de Raad van State en kreeg hij de hoge onderscheiding van ridder van de Orde van het Gulden Vlies. Vier jaar later werd hij stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.
Huwelijk
Op 13-jarige leeftijd sloot hij een rijk huwelijk met de even oude Anna van Buren, enige erfgename van haar vader, die een van 's keizers beroemdste veldheren geweest was. Hierdoor kwamen de heerlijkheden Buren, IJsselstein, Leerdam en Sint Maartensdijk in Zeeland aan het Huis van Oranje. Reeds na zeven jaar werd de huwelijksband door de dood van Anna ontbonden; uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren, o.a. de zoon Filips Willem.
Drie jaar later trouwde hij met de dochter van de Lutherse keurvorst van Saksen, Anna van Saksen.
Weelde.
In Brussel heeft Willem het leven geleid van zijn stand: vorstelijk, verkwistend, zonder veel levensernst. Iiij was bijzonder rijk met aardse goederen bedeeld: zijn jaarlijkse inkomen was driemaal zo groot als dat van Egmond, die in rijkdom op hem volgde, en zesmaal meer dan dat van de graaf van Kuilenburg, die in dit opzicht weer onmiddellijk na
Egmond kwam. Het hof van Breda, waar Willem na zijn huwelijk woonde, was zeer luxueus ingericht; men baadde er in weelde, men genoot er van overdadige festijnen die vaak eindigden in braspartijen. Toen Oranje zich eens tot drastische bezuinigingen genoopt zag, ontsloeg hij 28 koks tegelijk; de overigen bleken het werk nog heel goed aan te kunnen.
Het zou niet juist zijn deze jeugdzonden van de Vader des Vaderlands te verzwijgen of zelfs maar te verdoezelen. Des te groter moge onze bewondering en liefde zijn voor de man die, door de omstandigheden voor de keus gesteld óf zich gewillig aan de wil des konings te onderwerpen óf van al die rijkdom afstand te doen gelijk eenmaal een Mozes, het laatste gekozen heeft. Door deze keuze, waarbij hij niets te winnen maar alles te verliezen had, is hij na zo'n jeugd welbewust een middelbare leeftijd tegemoet gegaan vol zorgen en gevaren, een keuze die uitliep op een tragische dood.
Onderhandelen
Lang heeft die onbezorgde jeugd overigens niet geduurd. In 1559 zendt Filips II de jonge weduwnaar naar Frankrijk als onderhandelaar voor de vrede tussen Spanje en Frankrijk; daarna wordt hij er gijzelaar. Jaren later heeft Willem van Oranje beschreven, wat hem tijdens dat verblijf in Frankrijk wedervaren is.
Bij de vrede hadden Filips II en Hendrik II, cle koning van Frankrijk, zich voorgenomen krachtiger dan tot nu toe geschied was op te treden tegen de ketterij. Tijdens een jachtpartij nu in het bos van Vincennes rijdt koning Hendrik II naast Willem van Oranje. Ook de hertog van Alva maakt deel uit van het gezelschap. Na enige tijd brengt Alva het gesprek met cle koning op het komplot dat tegen de ketters gesmeed is. Later heeft Hendrik II er uitvoerig met de prins over gesproken. Willem hield zich toen alsof hij van het plan op cle hoogte was, waardoor de koning argeloos voortging. Toen de prins dit plan hoorde ontvouwen, zo verhaalt hij, had hij diep medelijden met zovelen die tot de dood gedoemd waren. Hij nam zich ernstig voor „zijn uiterste best te doen om het Spaanse gespuis uit het land te helpen verjagen." Hoewel hij zelf rooms-katholiek was, was hij diep begaan met het lot van velen, die om hun geloof tot pijnbank, galg en bi'andstapel werden veroordeeld. Vol edele verontwaardiging vraagt hij zich af waarom dit nodig is; in het graafschap Nassau, waar hij was opgegroeid, konden rooms en px-otestant toch ook in vrede samenleven? Daarnaast ergert hij zich aan het feit dat de Nederlanden vanuit Madrid op Spaanse wijze geregeerd worden. Wat hij wil is een nationale regering onder leiding van de Nederlandse adel en met medewerking van de Staten-Generaal, onder oppergezag van de koning; maar deze zal rekening moeten houden met 's lands vrijheden en rechten.
Straks zal Oranje de leiding van het verzet op zich nemen. Dit had Filips II reeds in 1559 begrepen, toen hij hem bij zijn vertrek cle woorden zou hebben toegevoegd die historisch misschien niet juist zijn, maar de situatie toch goed weergeven: „Niet de Staten, maar gij, gij gij!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1968
Daniel | 16 Pagina's
