Kerk, denk om dè schat
„De Nieuwe Leidse Courant" publiceerde op 5 augustus j.1. een interview met ds.
L. Kievit uit Leiden. Deze predikant hoort bij de Geref. Bond en was op 1G augustus 25 jaar predikant. In dat interview worden enkele zaken besproken waar we iets van kunnen op-
steken.
Voorzichtig met schat Waarom laat U de psalmen uitsluitend in de oude berijming zingen?
Ds. K.: „In het algemeen wil ik erover zeggen, dat wij met „de schat van de kerk" voorzichtig moeten zijn. Dat geldt voor de Schrift zelf, voor de belijdenis en ook voor de liederen. Als je die behoedzaamheid niet in acht neemt, loop je het gevaar dat één generatie teveel veranderingen te verwerken krijgt. Ik vind het bezwaarlijk dat, als een. berijming wordt aangehouden, terwijl de gemeente zelf er niet voldoende op is voorbereid, het oude psalmboek meteen maar dicht te doen. Het feit dat velen delen van de Schrift en van het psalmboek uit het hoofd kennen, noopt al tot omzichtigheid. De predikant moet met de gemeente zelf de weg naar vernieuwing willen gaan. Het moet haar niet worden opgelegd. Daarvoor zitten de dingen te diep. Het is zeker geen onverschillige zaak of de gemeente noch het lied noch de Schrift meer kent."
Bij de beantwoording van een andere vraag maakt de dominee de volgende opmerking:
„Voor de kerk acht ik het van wezenlijke betekenis, dat haar gereformeerde trekken worden bewaard. Het is vandaag nodig, erop te wijzen dat de belijdenis van de kerk meer spreekregel behoort te zijn. De zaak van zonde en genade moet in de prediking centraal blijven staan. Dat te bevorderen zie ik als de eerste taak van de gereformeerde stroming. Er is een aantal gemeenten in ons land die dit karakter de eeuwen door hebben bewaard. Het is dan ook niet zo, dat de Geref. Bond hiermee gekomen is. Het was er al. De bond appelleert de kerk alleen aan haar „oorsprong."
Geen apartje van ingewijden
„De moeillijkheid van deze tijd is, dat de kerk alles op één kaart zet: we moeten met onze boodschap uitgaan tot de wereld en daarvoor dienen wij heel wat op te offeren. Maar dat is eenzijdig. Het is ook onze roeping, de wereld binnen te leiden in het heiligdom. Het is weer een heenen-weer gaande beweging. Ook de jongeren zullen we vertrouwd moeten maken met bijbelse woorden, begrippen, voorstellingen, noties.
De gemeente moet ook een zekere inspanning kunnen opbrengen. Ik pleit beslist niet voor een kerk als een apartje van ingewijden, maar omgekeerd komt er toch wel een zekere inwijding aan te pas. De gemeente behoeft niet te worden gedwongen op haar tenen te gaan staan. Ik probeer het dan ook altijd zo eenvoudig mogelijk te zeggen, al ga ik er misschien soms te veel van uit dat de kennis in de gemeente al aanwezig is. Vaak blijkt het tegendeel waar te zijn."
Onkerkelijkheid.
„Aan die onkerkelijkheid heeft ook de kerk schuld.
Van sommige verhalen ben ik echt wel geschrokken. Neem die geschiedenis met de Armenkerk. Voor de armen die een uitkering van de diaconie genoten was de kerk aan de Lammermarkt bestemd. Ergens anders werden ze eenvoudig niet verwacht. En als ze zondags niet kwamen, verspeelden ze hun bijstand. Je kunt je dat moeilijk meer voorstellen. Die grieven werken nog steeds door. En dat kaartjesverkoop in de kerken voor een zitplaats. Dat is nog niet zo lang geleden afgeschaft.
Er gaat een generatie overheen cm wrok kwijt te raken." die
De kerk moet trouw blijven aan haar roeping. Middenin de wisselvalligheden. Ze moet de mensen de weg ten leven verkondigen en wijzen op de straf die volgt als we niet willen luisteren naar Zijn Woord, dat oproept tot bekering.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1967
Daniel | 16 Pagina's
