JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Eerst Gods Koninkrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerst Gods Koninkrijk

4 minuten leestijd

Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid en al deze dingen zullen U toegeworpen worden. Matth. 6: 33.

De Heere Christus geeft ons hier een hemelsche les, om niet de schatten der aarde te zoeken, doch die van boven zijn.

Wij zijn geneigd de aardsche dingen te zoeken, die dit leven betreffen. Dat komt, omdat wij door de zonde, door het verbreken van het verbond, dwaas zijn geworden en blind.

In de vorige verzen van dit hoofdstuk, vanaf vers 19, vinden we zoo duidelijk geteekend, dat ons hart daar is, waar onze schat is. Dan volgt in schoone bewoordingen, hoe over alles Gods zorg gaat. Wat moesten we toch reeds in onze jonge jaren die dingen der eeuwigheid zoeken, opdat onze kostelijke zielen zouden mogen geborgen zijn.

Want als wij met God in Christus verzoend en bevredigd zijn, dan zullen we ook dit alles recht verstaan, ook dat de heidenen al deze dingen zoeken, doch dat die Hemelsche Vader zeer wel weet, dat we al die dingen behoeven en ze ons toewerpt, als we eerst dat voornaamste zoeken.

Wij dragen een gouden kleinood om, een kostelijke ziel. En nu zegt de Heere: „Wat baat het u, al gewint U de gansche wereld en lijdt schade aan of van Uwe ziel."

Ons leven is kort en onzeker. In onzen tekst dringt de Heere aan met een heerlijke belofte. Kom, jonge menschen en allen, die dit leest; laten we dezen tekst eens kort inzien.

De vermaning is, om het Koninkrijk Gods te zoeken. Dit is het rijk der genade, waarvan Christus Koning is. Hij is dat in tweeërlei opzicht. 1e. Is Hij met den Vader en den Heiligen Geest Heere over alle schepselen. 2e. Als Middelaar is Hij Koning en Hoofd der kerk.

God heeft dit Koninkrijk Zijn Zoon verordineerd en Hem daartoe van eeuwigheid gezalfd. Onderdanen van dit Koninkrijk zijn de uitverkorenen, de geroepenen.

De goederen van dit Koninkrijk zijn duurachtig goed en gerechtigheid. Deze goederen alleen kunnen onze harten als schatkameren vervullen. We hebben hier dus alleen te denken aan dat genaderijk, waar Zondag 21 over spreekt in vraag 54 met het antwoord. Alleen dit Koninkrijk geeft vrijheid en vreugde. Jonge vrienden, leg hierbij eens de geheele wereld neer, o wat verdwijnt dan dit alles in het niet.

Ledeboer zegt het zoo mooi tot de jonge kinderen, doch het geldt ook ons allen:

„Die Jezus hier heeft tot zijn deel, al had hij ook op aard' niet veel is rijk genoeg, hij heeft een schat in Godes Rijk — de Hemelstad. Genade voor zijn schuld heeft hij om niet ontvangen, rijk en vrij om Christus' bloed aan 't kruis gestort waardoor de ziel gereinigd wordt. Wiens naam in 't boek des levens staat gewis, die niet verloren gaat.

Doch dit Koninkrijk moet gezocht worden en dit veronderstelt missen-zoeken-vinden.

Wij zijn dit verloren in het Paradijs. Zie Gen. 3 en Zondag 3 en 4. Zie ook de lessen van Hellenbroek hierover, als hij handelt van den val, de erfzonde en de dadelijke zonde. Dit is, m'n jonge vrienden het zoo waard, biddend onderzocht te worden.

Bid om zaligmakende kennis, want het zoeken naar dit Koninkrijk sluit een ootmoedig bidden in. Aan het al of niet zoeken van dit Koninkrijk hangt een eeuwig wel af, of een eeuwig wee. De heerlijkste tijd daartoe is de jeugd. Het zoeken hangt niet af van onze willekeur, neen, het is een Goddelijke eisch.

Gelukkig waar die eisch ook een gift wordt.

Door overwinnende genade verlieten de jongeren van den Heere Jezus hun netten, tolhuis of wat ook al. Het gaat met een kracht des Geestes gepaard, onwederstandelijk. Al is er strijd, spot en smaad aan verbonden, het is evenwel zoo zalig te zoeken en op Gods tijd te vinden.

En wat is nu de vrucht van dit alles? „A1 deze dingen zullen U toegeworpen worden".

Welke dingen zijn dat? Het zijn alle dingen, die ge noodig hebt voor dit en het toekomende leven. Het is de belofte des verbonds, die aan den eisch, van eerst Gods Koninkrijk te zoeken, vast zit.

Dit wordt zoo mooi gezegd in Zondag 9 en 10 en in Psalm 33: 10. Maar ik moet nu noodzakelijk eindigen. O, dat onze jeugd in haar geheel dit alles eens mocht verstaan.

God schrijve dit Woord eens diep in Uw aller hart. Onze jonge menschen zijn in deze dagen, in dezen droeven tijd, zoo overal heen verstrooid. Velen hunner dienen in leger en vloot hun vaderland, hier of in het verre Oosten.

En waar al onze jonge menschen leven in een ondergaande wereld, daar zij het Gods knechten en ambtsdragers, maar ook Zijn Volk en Gemeente gegeven bij den voortduur voor hen te bidden. Dit geve de Heere om Zijns Naams wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1946

Daniel | 8 Pagina's

Eerst Gods Koninkrijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1946

Daniel | 8 Pagina's