Torenbouw van Babel

De Bijbelstudie gaat over Genesis. Wist je dat het woord Genesis ‘oorsprong’ betekent? Naast de schepping (de oorsprong van de wereld) staan in Genesis 1 tot en met 12 nog drie voorbeelden van een oorsprong.

1. Hoeveel kun je er opnoemen zonder je Bijbel erop na te hoeven slaan?

Je weet dat de oorsprong van de verschillende talen volgde op de torenbouw van Babel. De mensen die voor de torenbouw de aarde bewoonden waren één volk en spraken één taal. Ze gebruikten deze taal niet alleen positief. In vers drie en vier lees je: Kom aan, laat ons tichelen strijken […] En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden! Ze maken elkaar enthousiast en beginnen te bouwen. En dit terwijl God hen uitdrukkelijk had bevolen dat ze de aarde moesten bevolken en niet op 1 plaats mochten blijven wonen (Gen. 8 : 17 en Gen. 9 : 1). Hier zie je hoe het denken van mensen een groep sterk kan beïnvloeden.

2. Waar proberen jullie elkaar voor te motiveren?

Vervolgens gaat God in vers 5-7 de zonden van de mensen bekijken en besluit Hij dat hun spraak verward moet worden. Als Hij dit doet moeten ze zich noodgedwongen gaan verspreiden zoals Hij hun eerder bevolen had!
In vers 8 lees je dan dat God hun spraak verwart. Als er naar stenen werd gevraagd kwam er leem. Of als er om leem werd gevraagd, kwam er iemand met een lunchpakketje omhoog. De mensen hielden op met bouwen en gingen op zoek naar mensen die nog wel dezelfde taal spraken. Nu de mensen elkaar niet meer verstaan trekken ze weg met de mensen die ze nog wel begrijpen. Zo wordt het bevel van God alsnog uitgevoerd! Misschien hebben ze nog wel een keer teruggedacht aan het bevel dat ze gekregen hadden.

In nog niet alle talen is Gods Woord beschikbaar of gepredikt. De zending heeft als doel om het Woord bij de mensen te brengen die andere talen spreken en misschien nog nooit van God gehoord hebben. Kijk voor meer informatie over dit werk eens op www.zgg.nl.

Abraham Hellenbroek

Abraham Hellenbroek stelt in zijn catechisatieboek de vraag: Waaruit weet men dat er een God is? Antwoord: Uit de Natuur en uit de Schriftuur. God was, is en blijft een God van Zijn Woord, de levende en sprekende God. Hij spreekt nog steeds door Zijn Schepping. Hij laat daarin Zijn grootheid zien (bijvoorbeeld Psalm 8). Ook gebruikt God de natuur om je dingen uit te leggen. Denk hierbij aan de gelijkenis van de zaaier (Mark. 4 : 1-20).

Opdracht

Zoek in de natuur eens naar iets waar God door wil spreken tot jou. Je kunt dan denken aan een bijzondere rots, een bloem, een boomblad of misschien wel een heel bos. Vraag maar of de Heere hiervoor je ogen wil openen. En vraag je vervolgens af: ‘Wat wil God daarmee zeggen?’ Is er een Bijbelgedeelte waar je aan moet denken?

3. Vind je dat God hier een passende en wijze straf geeft?

Tot op de dag van vandaag lijden wij nog onder de straf die God hier geeft. Het leren van vreemde talen is op school een standaard onderdeel van de lessen geworden, maar is uiteindelijk een gevolg van deze straf. Dat werpt wel een heel andere blik op die lessen! In het Nieuwe Testament zorgt God ervoor dat de taalbarrière die ontstaan was even niet gevoeld werd. Op het Pinksterfeest laat de Heere de apostelen in vreemde talen spreken, zodat alle mensen het wonder van Pinksteren kunnen horen (Hand. 2 : 1-13). Op die manier zorgt Hij ervoor dat zijn Woord in alle talen gehoord kan worden en er over de hele wereld mensen bekeerd kunnen worden. Wat een teken van Zijn almacht!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen