Altijd uitzicht

Tjonge, wat werden de eerste mensen toch oud. Iedere keer valt het weer op in Genesis: Adam 930 jaar oud, Noach 950 jaar, en Mozes –die veel later leefde– toch ook nog 120 jaar. Als je je van die leeftijden een voorstelling gaat maken, dan duizelt het je.

Toch staat er altijd iets achter bij die leeftijden in Genesis. Zoek het maar na, het refrein is steeds hetzelfde: “…en hij stierf.” Steeds weer. Bij Adam, bij Noach, bij Mozes. “…en hij stierf.”
Wat nu volgt is niet om je bang te maken, maar die drie woorden staan straks ook achter jouw levensgeschiedenis. En hij stierf. En zij stierf. Hoe dan ook. Er komt een eind aan. De dood is een vijand en blijft een vijand, voor iedereen. Maar als je geborgen bent in Christus, is sterven uiteíndelijk niet iets om bang voor te zijn: de heerlijkheid wacht! Leef je voor jezelf, dan is de duistere en onbekende dood terecht vreselijk angstaanjagend.

Waaróm is de dood eigenlijk zo angstaanjagend? Daar zijn verschillende redenen voor. Een van de meest belangrijke is wel het besef dat het leven na de dood niet stopt. Dat is een besef dat veel mensen in zich dragen, christelijk of niet. En veel mensen zijn er onzeker over. Wat zal er straks gebeuren? Weet jij het precies?

In de Bijbel gaat het óók over het besef dat het leven na de dood niet is afgelopen. Vooral het Nieuwe Testament spreekt er vaak over. Maar de onzekerheid die veel mensen hebben over wat er precies zal gebeuren, daar vind je in de Bijbel juist heel wéinig van terug. Integendeel, daar is het Oude Testament al duidelijk over: de dood heeft niet het laatste woord!

OPDRACHT
Zoek in je Bijbel de volgende teksten uit het Oude Testament eens op: Job 19 : 25, Psalm 73 : 24 en 26, Jesaja 25 : 8 en Jesaja 26 : 19. Probeer in één zin samen te vatten wat deze teksten allemaal samen zeggen. Deze teksten vertellen: ‘’mensen die de Heere liefhebben...’ ’ 

De Bijbel spreekt in deze teksten hoopvol over wat er na de dood gebeurt met mensen die de Heere liefhebben. Er klinkt een kalme zekerheid uit de teksten hierboven. Er is, kort samengevat, úitzicht! Hoe vreselijk de omstandigheden van het leven ook kunnen zijn. Denk maar eens aan Job. Maar ook hij kende dat uitzicht, over de grenzen van de dood heen. Dat uitzicht is er niet voor iedereen. Voor mensen die de Heere niet willen dienen, blijft de dood angstaanjagend. Voor hen wacht de eeuwige straf. Wat een ernstig verschil!

De vraag is nu: waar komt dat uitzicht op de heerlijkheid vandaan? Waarom kan de Bijbel daar zo stellig over zijn? Het antwoord op die vraag staat in 1 Korinthe 15 : 20 en 21. Zoek maar op. Omdat Chrístus is opgewekt uit de doden, zullen ook Zijn volgelingen uit de doden worden opgewekt. Dus: de opgestane Heere Jezus is Zelf het antwoord! In Hem is de opstanding vast en zeker.

Wisten de gelovigen dat ook al in het Oude Testament? Ja. Vast niet zo precies als wij dat nu weten door de complete Bijbel, maar ze wisten het met hun hart. Job, Asaf, Jesaja: zij kenden iets van wie Christus is. Ook zij wisten dat Zijn leven de dood overstijgt. Zoek de teksten uit bovenstaande opdracht er nog maar een keer bij. Ze zijn het waard om uit je hoofd te leren!

In het Nieuwe Testament wordt alles nog veel duidelijker. Dan komt de Heere Jezus Zelf, en Hij overwint de dood, zoals voorzegd. Het wordt Pasen. Alle twijfel verdwijnt als sneeuw voor de zon. De opstanding is een feit. En het is ook zeker dat de gelovigen zullen opstaan. Geloof je dat?

Stellingen
1. Iedereen is wel eens bang voor de dood.
2. Honderd procent zekerheid over wat er na de dood komt, bestaat niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen