JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amos

Aanwijzingen voor het gebruik

Deze Treffer gaat over de profeet Amos. Amos is een profeet uit Thekoa in Juda. Hij profeteert in het noordelijk tienstammenrijk Israël. Amos is een tijdgenoot van Hosea.
Amos is boer geweest voor hij tot profeet geroepen werd. Ook was hij kweker van moerbeivijgen. In zijn spreken tot de mensen gebruikt Amos veel voorbeelden uit de natuur.

Amos 1-6 bevat een samenvatting van de oordeelsprofetieën tegen de omringende volken, Juda en Israël.
Amos 7-9 beschrijft de vijf visioenen van Amos en de gevolgen daarvan. Het doel de profetieën is Israël het oordeel aanzeggen, vanwege al het onrecht dat onder een godsdienstige dekmantel begaan wordt.
De Heere zal slechts een klein deel van het volk sparen. Amos profeteert twee jaar voor de grote aardbeving. (ong. 762 v.C.)

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
- Opdracht ( in tweetal of groepje) voor beide groepen blz. 3
- Vraag voor beide groepen blz. 4
- Vraag voor beide groepen blz. 5
- Vragen voor beide groepen blz. 6
- Bijbelstudie blz. 8
- Bijbelstudie blz. 9
- Vragen voor +14 groepen blz. 10 en 11

Lezen: 2 koningen 13 : 1-9 (onderdrukking Israël) Lukas 18 : 1-8 (onrechtvaardige rechter) 1 Timotheüs 6 : 3-19 (verleiding van de rijkdom)
Zingen: Psalm 34 : 6,7,8, Psalm 72 : 7, Psalm 51 : 1, Psalm 146 : 5,6,7

Programmasuggesties

Doel van de schets
Het doel van deze Treffer is:
Pagina 3: De persoon Amos wordt toegelicht, informatie over tienstammenrijk
Pagina 4 en 5: De jongeren gaan nadenken hoe de Heere de zonde straft en overeenkomst met onze tijd.
Pagina 6: De jongeren denken na over godsdienst zonder hart en de gevolgen daarvan.
Pagina 7: De jongeren zien een gelijkenis over de straf op de zonde.
Pagina 8: De jongeren leren dat vragen om wegnemen van schuld belangrijker is dan wegnemen van straf.
Pagina 9: Jongeren zien dat de wet ons onze schuld aantoont.
Pagina 10 en 11: De jongeren moeten weten hoe het oordeel te ontkomen.
Jongeren leren hoe ze bekeerd moeten en kunnen worden.
Pagina 12: De jongeren lezen dat Amos afsluit met een belofte van hoop.

Idee voor de +12 groepen
- Opening
- Associatieopdracht: krantenknipsels over misdaad en opgelegde straffen, krantenknipsels over rijkdom en armoede door groepjes laten verzamelen op een papier. Groepjes schrijven hun korte reactie er bij.
- Inleiding door leidinggevende over Amos
- Pauze
- Beantwoording in groepen van de vragen naar keuze, maken van opdracht op pagina 3
- Sluiting

Idee voor +14 groepen
- Opening
- Begin in de grote groep of enkele kleine groepjes met de vraag of jongeren wel eens gestraft zijn.
Wanneer voor het laatst? Wat was de zwaarste straf? En vraag na de straf: was het terecht, dat je deze straf kreeg? Dit kan aansluiten op het spreken over het oordeel van God over onze zonden.
- Inleiding door jongere(n) over Amos
- Pauze
- Maken van geselecteerde vragen, opdracht op pagina 3 en wellicht wat langer stilstaan bij het thema ‘bekering’ op pagina 10-11
- Sluiting

Schets voor een inleiding
Het onrecht in de wereld
Het gevaar van rijkdom
Tekenen van Gods toorn
De bedoeling van Gods oordelen

Toelichting op de vragen

Toelichting bij pagina 3:
Lees eerst Amos 1 : 1 en Amos 7 : 14-15. Zet de gegevens die de jongeren nu te weten zijn gekomen over Amos onder elkaar op een bord. Een landkaart waarop het tienstammenrijk en het tweestammenrijk zijn aangegeven verduidelijken de situatie. U kunt dan ook de andere plaatsen die nog genoemd worden aanwijzen.
Daarna leest u het stukje ‘De persoon van Amos’.
Vervolgens behandelt u de opdracht. U kunt uiteraard ook een selectie van de teksten nemen. Wilt u ze allemaal laten opzoeken, verdeel de groep dan in kleinere groepjes van 2 of 3 personen die elk een tekst opzoeken en het beeld aangeven. Dan houdt u het tempo er meer in.
Lees tenslotte de schets van het tienstammenrijk en wijs erop dat het ook Israël genoemd worden, net zoals het tweestammenrijk ook Juda heet.
Vraag:
Je hebt de informatie over het tienstammenrijk gelezen. Zou het voor Amos een gemakkelijke opdracht zijn geweest om te gaan profeteren in Israël? Waarom vind je dat?
Antwoord:
Mensen die veel voorspoed hebben, lopen het risico God te vergeten of zelfingenomen te worden door te denken dat God wel erg tevreden met hen is, omdat ze zoveel voorspoed hebben. Wanneer je dan gewezen wordt op je zonden komt dat hard aan.

Toelichting bij pagina 4 & 5:
Als inleiding kunt u bijgevoegde kaart kopiëren en aan de jongeren geven met de volgende opdracht.
Opdracht
Lees Amos 1 en 2 : 1-5 Geef op de kaart aan met nummers in welke volgorde de Heere de landen noemt die gestraft zullen worden. Schrijf daarna onderaan op om welke zonde zij gestraft worden.
Het doel van deze opdracht is dat het de jongeren duidelijk wordt dat Amos eerst de zonden van de omliggende volkeren bestraft en dat het lijkt of Israël buiten schot blijft. Daarnaast moet ook duidelijk wor- den wat de Heere bedoeld met “om drie overtredingen en om vier…” De Heere wil daarmee zeggen dat de volkeren nog veel meer zonden hebben gedaan, maar dat Hij er maar één noemt. Daarna kunt u het stukje gaan lezen ‘Gods spreken voor het oordeel’.
Vervolgens stelt u de vraag aan de orde. Het moet de jongeren duidelijk worden dat de Heere roept door woorden, maar ook door daden. De daden van God bestaan uit zegeningen, gezondheid, voedsel, kleding, enz. maar Gods daden bestaan ook uit straffen: droogte of juist een overvloed aan regen, ziekte onder het vee. God spreekt ook als er iemand uit de naaste omgeving wordt weggenomen door de dood of ernstig ziek wordt. Pas wel op om dit niet te bestempelen als Gods straf op de zonde. Dat oordeel komt ons niet toe, denk maar aan de blindgeborene uit Johannes 9. Lees vervolgens het stukje ‘Gods spreken door het oordeel’.
Probeer daarna lijnen te trekken naar onze tijd. Onze tijd is ook een tijd van grote welvaart. We hebben alles wat we nodig hebben om te kunnen leven en nog veel meer dan dat! Daarnaast zijn er in ons land ook veel grove zonden. De volgende vraag gaat daar wat dieper op in. Voorbeelden zijn abortus en euthanasie, vloeken, ontheiliging van de zondag, geweld in woorden en daden, zonden tegen het zevende gebod, en hoeveel afgoden worden er in ons land niet gediend!
Het is niet de bedoeling dat de jongeren van deze dingen somber worden en gaan denken dat God dan naar hen ook wel niet zal horen. Bij de Heere zijn zondaren welkom die niet weten hoe ze verlost moeten worden van hun zonden, omdat Christus Gods toorn en vloek gedragen heeft.

Toelichting bij pagina 6:
Amos noemt nu de zonden van Israël. Een reeks van overtredingen volgt. De rechters zijn onrechtvaardig, de armen worden verdrukt, de zonde tegen het zevende gebod is groot.
Zelfs de heidenen spreken er kwaad van.
Vraag:
1. Merk je weleens dat mensen meer op jou letten dan op andere jongeren, omdat ze aan je zien dat je naar de kerk gaat?
2. Wat vind je ervan dat mensen jou strenger beoordelen op je gedrag dan anderen die niet naar de kerk gaan?
Antwoord: Reformatorische jongeren nemen nog een aparte plaats in binnen de maatschappij. Ze hebben vaak nog veel onderling contact en gaan naar christelijke scholen.
Maar hoe vallen de jongeren verder op?
Er kan bij niet-christenen wel eens wrevel heersen over de christenen. Als gekeken wordt hoe de christelijke partijen soms neergezet worden, vaak zonder oorzaak, dan worden individuen soms ook belasterd.
Als de irritatie komt omdat ze ons op geen fouten kunnen betrappen, dan is het mooi om dat te dragen. Maar hoe is het, als er gegronde redenen zijn om kritiek te hebben om leden van de Gereformeerde Gemeenten?
Dit moet het uitgangspunt zijn bij het beantwoorden van vraag twee.

Toelichting bij pagina 7:
De Heere gebruikt hier een bijzonder voorbeeld om aan te geven hoe het oordeel plaatsvindt. Het beeld van een volle oogstwagen. (Amos 2 : 13)
De Heere laat zien dat het oordeel niet te ontkomen valt. God straft niet alleen de heidenvolken, maar ook Zijn eigen volk. De verkiezing van God brengt niet alleen rechten met zich mee, maar ook plichten.
God brengt het kwade over ons, zodat we ons zouden bekeren en onze schuld belijden.

Toelichting bij pagina 8 & 9:
Kopieer Amos 7 : 1-9 op één pagina. Zorg ervoor dat er voor de tekst nog ruimte is om een paar woorden op te schrijven.
- Lees eerst vers 1 – 9 door. Laat een accolade zetten voor ieder visioen, zodat duidelijk wordt dat het om drie visioenen gaat.
- Laat bij ieder visioen Amos gebed onderstrepen. De jongeren moeten ontdekken dat Amos bij het derde visioen niets meer vraagt.
- Zet vervolgens bij ieder visioen een pijl voor de woorden die aangeven wat de Heere uiteindelijk gaat doen.
- Laat de naam van de Heere iedere keer onderstrepen en vraag de jongeren wat hen opvalt bij het schrijven van deze Naam. Maak het verschil in betekenis duidelijk tussen Heere (= de Eigenaar, de Schepper van ieder mens) en HEERE (= de Verbondsgod, de God Die Zijn Woord houdt en doet wat Hij beloofd heeft).

Vraag 1: Lees Amos 7 : 1-3. Wat laat de Heere hier aan Amos zien?
De Heere laat Amos de komst van een grote sprinkhanenplaag zien. Amos bidt een voorbede voor Israël en de ramp vindt niet plaats.
Amos bidt niet om het wegnemen van de plaag, maar om het wegnemen van schuld. Daar kunnen wij iets van leren.

Vraag 2: Wat zou jij vragen als je Amos was geweest?
De meeste jongeren zullen misschien antwoorden dat ze zouden vragen of de sprinkhanen niet komen zouden. We denken vaak eerder aan het wegnemen van ons ongeluk, dan onze relatie tot de Heere en onze schuld, die we zelfs van nature hebben.

Vraag 3: Lees Amos 7 : 4-6. Wat laat de Heere hier aan Amos zien?
Een grote afgrond (vers 4) kan verschillende betekenissen hebben. In dit verband is het het meest aan- nemelijk dat het wijst op het grondwater. Er dreigt dus zo’n grote droogte, dat de mensen zelfs niet meer bij het grondwater kunnen komen.

Vraag 4 & 5: Wat vraagt Amos na het zien van deze visioenen?
Zie mede antwoord op vraag twee. De voorspraak van Amos bevat het tegenovergestelde van de leiders van Israël. Zij beroemden zich om hun grootheid, Amos belijdt juist de kleinheid voor de Heere.

Vraag 6: Wat is in beide gevallen Gods antwoord op het gebed van Amos? Wat betekent dat? Kan God Zijn oordeel veranderen?
In het eerste visioen laat God Zich nog verbidden. In het tweede visioen stelt God het oordeel uit. Later laat God Amos zien dat Israël rijp is voor het oordeel.
Als de maat vol is, is er voor de onrechtvaardigen geen verzoening meer mogelijk.

Vraag 7: Lees Amos 7 : 7-9. Wat laat de Heere hier aan Amos zien?
Het beeld van een paslood is eenvoudig: het wijst elke afwijking aan. Het bewijst of een muur uit het lood is gezakt. Zo ja, dan kan er maar één ding gedaan worden: afbreken en opnieuw bouwen. Dit zou ten aanzien van Israël dan ook geschieden.

Vraag 8: In vers 7 lees je over een muur die naar het paslood gemaakt is. Een rechte muur dus. Wie wordt er met die muur bedoeld? En wat wordt er met het paslood bedoeld?

Vraag 9: Wat zal de Heere gaan doen met het paslood? (zie vers 8)
De Heere gaat het paslood stellen in het midden van Zijn volk. God gaat de norm van Zijn wet naast de daden van Israël houden.

Vraag 10: Ook de muur van ons leven is naar het paslood gemaakt. Leg dat eens uit.
De Heere heeft de mens geschapen naar Zijn beeld.
In ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Dat is Gods paslood geweest toen hij de mens schiep in het Paradijs: volmaakt. Je kunt naar de jongeren toe uitleggen dat wanneer de Heere Zijn paslood zou leggen naast het leven van Adam en Eva zoals ze leefden in het paradijs, Hij het volmaakt ‘recht’ bevonden zou hebben.

Vraag 11: Als de Heere het paslood in ons leven gaat stellen, wat zal Hij dan zien?
We kunnen het paslood van de Heere uitgedrukt zien in de 10 geboden. Na de zondeval blijkt dat als de Heere ons leven op gaat meten, de muur van ons leven scheef blijkt te staan.

Vraag 12: Met welke straffen dreigt de Heere? (vers 8 en 9)
Aan het volksbestaan van Israël zou een einde worden gemaakt, de ”heiligdommen” van Israël zouden verwoest worden en het huis van Jehu, waarvan Jerobeam II de derde afstammeling was, door het zwaard getroffen. Dit heeft ook plaatsgevonden. Zacharia, de zoon van Jerobeam werd, na een regering van zes maanden, doodgeslagen. Vraag aan de jongeren of ze ook wel eens bang zijn voor de straffen van de Heere. Laat daarbij zien dat God heidenen straft om hun zonden en misdaden. Zijn kinderen straft Hij om te kastijden met het doel om ze uiteindelijk dichter bij Hem te brengen. Over deze vragen leeft bij veel jongeren onduidelijkheid. Straft God willekeurig?
Waarom bepaalde mensen? Belangrijk is om op grond van de Bijbel leiding te geven aan deze vragen. In het Bijbelboek Job staan veel aanknopingspunten voor deze vragen.

Toelichting bij pagina 10 en 11:
Pagina 10: Op welke manier roept de Heere Nederland op om zich te bekeren?
Dit is een boeiende vraag om het gesprek over aan te gaan. Wat zien tieners nu als het spreken van de Heere in Nederland? En horen we in Nederland het spreken van de Heere nog wel? We lezen in 2 Kronieken 33 : 10; De Heere sprak wel tot Manasse en tot zijn volk, maar zij merkten daar niet op. Is het niet zo dat de Heere in Nederland ook nog steeds spreekt maar dat de Nederlanders weigeren Zijn spreken op te merken? Hoe gaan de jongeren daar zelf mee om?
Profeten worden niet meer gezonden. Spreekt de Heere tot het volk door de levenswandel van christenen in Nederland? En door de prediking, die in bijna alle delen van Nederland nog gebracht wordt elke zondag? Of is het alleen door ziekte en andere vormen van tegenspoed, zoals dierziekten, overstromingen, enz.? Herinneren jongeren zich 11 september 2001 nog?
En wat doen wij als christenen met biddag en dankdag?

Over bekering
Bekering is noodzakelijk. Iedere verenigingsavond weer moet de oproep klinken, maar ook hoe de Heere dit doet. Wat probeert de duivel veel onduidelijkheden en onwaarheden over de bekering onder jongeren te werken. Leg uit dat wie Hem nederig valt te voet, Hij hem zijn wegen zal leren. Bekering is van dood levend gemaakt worden. Leg dit uit met een voorbeeld. Denk aan het beeld van een mens die met de rug naar God toe staat en door Gods genade met het gezicht naar God toegewend word, zoals een zonnebloem zich richt op de zon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

Treffer | 16 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

Treffer | 16 Pagina's