JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik

27 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Treffer die voor u ligt gaat over Kerst. Een bekend onderwerp en niet gemakkelijk om er iets nieuws over te zeggen. Als invalshoek is gekozen voor de verkondiging van het evangelie vanuit diverse perspectieven. Het is in de Treffer als volgt verdeeld:
- In het Oude Testament is de komst van de Heere Jezus steeds weer aangekondigd. Als een rode draad loopt de belofte door het hele Oude Testament heen.
- Bij de geboorte van de Heere Jezus wordt deze blijde boodschap door de Engelen verkondigd. Wanneer de herders het hebben gehoord en gezien, worden ook zij verkondigers van deze blijde boodschap.
- Ook Simeon en Anna die reeds lang uitzagen naar Zijn komst, mogen Hem zien, Hem grootmaken en verkondigen wat zij hebben gezien.
- Ook de kerk heeft hierin een taak. De wereld verkondigt wat zij van kerst vindt. Eten, drinken en feest vieren. En tegelijk is er zo’n diepe eenzaamheid bij velen. Wat is de taak van ons, wat is de taak van de kerk hierin?
- Tenslotte komt het ook heel persoonlijk tot ons. Wat betekent kerst voor jou persoonlijk? Kun jij net als de herders ook getuigen, omdat je Hem zelf hebt gezien?

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
- Vragen voor beide groepen blz. 4 en 5
- Vragen voor +14 groepen blz. 6 en 7
- Bijbelstudie voor beide groepen blz. 8 en 9
- Vragen en stellingen voor beide groepen blz. 10 en 11
- Opdracht voor +14 groepen blz. 11
- Vragen voor beide groepen blz. 12

Lezen: Jesaja 11, Jesaja 53, Micha 5 en Lukas 2, Johannes 1
Zingen: Psalm 27 vers 7 Psalm 32 vers 19, Lofzang van Maria, Lofzang van Simeon en Lofzang van Zacharias

Programmasuggesties

Doel van de schets
Het doel van deze schets is om vanuit verschillende invalshoeken naar kerst te kijken. Jongeren zien dat Hij al lang beloofd was, dat de Heere Zijn belofte vervuld heeft, ook al leek het soms lang te duren. Dit was in het Oude Testament zo, maar ook voor Simeon en Anna die uitzagen naar Zijn komst. Het leert ons dat de Heere een Waarmaker is van Zijn Woord. Wat Hij belooft doet Hij!

Deze schets heeft ook tot doel te benadrukken hoe Zijn komst is doorverteld. Hier wordt de link gelegd naar het evangelisatiewerk. Wij hebben de Bijbelse boodschap niet voor onszelf te houden. Het is een opdracht van God om het door te vertellen. Door middel van opdrachten willen we jongeren laten nadenken wat dan het meest wezenlijke is om door te geven aan hun naaste. Zij worden zich er zo van bewust wat voor henzelf het belangrijkste is. Dat is tevens doel van deze schets: jongeren na laten denken wat kerst voor hen persoonlijk betekent. Gaat het bij ons zelf wel verder dan alleen al het uiterlijke en commerciële van kerst?

Idee voor beide groepen
- Opening
- Klankbord over ‘in het Oude Testament aangekondigd’ (pagina 4 en 5) door aantal jongeren. Laat een aantal jongeren vooraf de liederen oefenen met instrumenten. Zie voor meer informatie de toelichting bij pagina 4 en 5)
- Inleiding
- Pauze
- Bijbelstudie Simeon en Anna
- Evangelisatiefolder maken (zie pagina 11)
- Sluiting

Schets voor een inleiding:
- Hang vooraf een aantal folders op of stukken uit kranten waarin het gaat over het commerciële van kerst. Allerlei kerstaanbiedingen enzovoorts.
- Begin de inleiding met op deze folders terug te grijpen. Wat zou kerst betekenen voor de mensen om je heen die niet naar de kerk gaan? Laat de jongeren zelf opnoemen wat dan het kerstfeest inhoudt. Vanuit dit gesprek komt je op het belangrijkste van kerst, de geboorte van de Heere Jezus in Bethlehem.
- Dat deze komst allang is aangekondigd is uit het klankbord wat hiervoor gehouden kan worden (of na deze intro) duidelijk.
- Het is de blijde boodschap die verkondigd moet worden. Leg kort de link naar evangelisatie. De taak die de kerk hierin heeft in de wereld waarin wij staan en de kerstdagen voor velen niet meer dan veel uiterlijk vertoon is.
- Het kerstevangelie heeft al vaak geklonken. Neem de jongeren eerst mee naar Bethlehem, waar de engelen het ‘ere zij God’ hebben laten horen. Hoe de ene engel de herders de blijde boodschap bracht.
- Het teken wat de herders kregen, waar zij het Kind zouden vinden.
- Meer bijbelse voorbeelden van mensen die een teken kregen.
- Vertel de jongeren dat de herders zelf zijn gaan kijken en vanuit het feit dat ze het zelf hadden gezien nog beter konden vertellen wat er was gebeurd.
- De reactie van Maria op hetgeen zij van de herders hoorde.
- Leg de link naar het horen van de preek. Hoe is onze reactie. Wat doen wij met hetgeen we horen?
- Ingaan op de welmenende roeping van God die tot ons komt.
- Kom nu terug op het begin van de inleiding. Kerst is verworden tot een commercieel feest.
- Ook is er veel eenzaamheid, juist in deze dagen. Lees hierbij evt het verhaal van een zwerver voor. (zie toelichting bij pagina 10 en 11)
- Wat is hierin de taak van de kerk? Leg hier de link naar evangelisatie.
- Leg vooral de vraag aan het hart van de jongeren wat kerst voor hen persoonlijk betekent. Hoe leef je als jongere toe naar de kerstdagen?
Wat is voor jou belangrijk? Ken je er zelf iets van wat het is wanneer Hij geboren wordt in jouw hart? Behandel eventueel de mail van pagina 12 hierbij. Heb jij dat wonder ook beleefd ‘God geopenbaard in mijn vlees?’

Toelichting op de vragen

Toelichting bij pagina 3:
Deze Treffer gaat over de verkondiging van het kerstevangelie. In het oude testament wordt de komst van de Messias steeds weer aangewezen. Na Zijn geboorte verkondingen de engelen, de herders, Simeon en Anna wat hen van dit Kind is gezegd. De verkondiging van die boodschap staat centraal in de Treffer. De vraag komt ook tot ons wat wij met het kerstevangelie doen? Houden we het voor onszelf of willen we het ook tegen anderen vertellen? Belangrijkst is altijd of we zelf door genade Hem kennen.
In deze Treffer zien we ook duidelijk dat God Zijn belofte vervuld. De belofte gedaan aan Abraham, Izak en Jakob. De rode draad zal niet breken. Hij beloofde Hem aan Simeon. Zijn komst was niet onaangekondigd. En allen die het hoorden werden zelf weer verkondigers van dat Woord.

Deze eerste bladzijde is een inleiding, waarin neergezet wordt, hoe ‘de wereld’ verkondigd dat het kerst wordt. Het gaat vaak om veel uiterlijkheden. Maar het wezenlijke wordt vaak vergeten of men weet het niet eens meer.

Toelichting bij pagina 4 en 5
Op deze bladzijden gaat het om de rode lijn die er loopt door het Oude Testament naar de komst van de Messias. Reeds in het Paradijs heeft God beloofd Zijn Zoon te zenden. Al Zijn kinderen hebben hier naar uitgezien. Zij hebben de belofte van verre gezien, maar nog niet verkregen (Hebreeën 11). Een aantal van die voorbeelden wordt op deze bladzijden aangehaald. Hieronder wordt die beknopte informatie nog wat verder uitgewerkt:

Suggestie
Het is mogelijk om deze bladzijden als klankbord te gebruiken. De verschillende kaders kunnen worden voorgelezen. Laat na het stukje van Abraham bijvoorbeeld het lied ‘tel de sterren’ op instrumenten spelen.
Bij Jesaja ‘aan Babels stromen zaten wij terneer.’
Na Maleachi met de hele groep zingen Ps 98: (2 en) 4 ‘Hij komt, Hij komt om d’aard te richten.’ Laat dan ook bij elk gedeelte een bijbehorende tekst lezen.

Kader 1: Genesis 3:15 ‘Ik zal vijandschap zetten tussen u en deze vrouw, tussen uw zaad en tussen haar zaad. Datzelve zal u de kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermorzelen.’

Kader 2: Genesis 15: 5 en 6 ‘Toen leidde Hij hem uit naar buiten en zeide: Zie nu op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt. En Hij zeide tot hem Zo zal uw zaad zijn! En hij geloofde in de HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.

Kader 3: Genesis 49: 33 ‘Als Jakob voleind had aan zijn zonen bevelen te geven, zo legde hij zijn voeten samen op het bed en hij gaf de geest en hij werd verzameld tot zijn volken.’

Kader 4: 2 Samuël 7: 15 en 16 ‘Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken gelijk als Ik die weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen. Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht: uw stoel zal vast zijn tot in der eeuwigheid.’

Kader 5: Kader 6: Kader 7: Micha 5:1 ‘En gij Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda. Uit u zal mij voortkomen die een heerser zal zijn in Israël en wiens uitgangen zijn van ouds van de dagen der eeuwigheid.’ Jesaja 53: 3-5 ‘Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid (…) Waarlijk Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’ Maleachi 3: 1 ‘Ziet ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Die gijlieden zoekt, te weten de Engel des Verbonds, aan Dewelken gij lust hebt; ziet Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen.’

Vragen
1. Wat is Abrams reactie op Gods belofte van zo’n groot nageslacht? Abram wordt stil. God is zo groot en Abram klein. Hij spreekt niet meer over zijn zorgen. De sterren kan Abram nooit tellen. Zijn nageslacht zal een schare zijn die niemand tellen kan. In Genesis 13:16 wordt zijn nageslacht vergeleken met het zand aan de oever der zee. Ontelbaar! Abram telt nu niet meer, hij rekent niet, maar hij gelooft. Hij kijkt niet meer naar binnen, maar omhoog. Vers 6: ‘En hij geloofde in de Heere.’
2. Waarom zal deze belofte later zo bemoedigend voor Jozef en Maria zijn?
Jozef en Maria hebben deze profetie vast gekend. Toen het bevel van keizer Augustus kwam, moesten zij naar Bethlehem. Dat bevel kwam precies op het goede moment. God gebruikte Augustus om Jozef en Maria daar te brengen. Wat zullen ze zich verwonderd hebben over Zijn leiding in hun leven. Het ging precies zoals het volgens de profetie gaan zou. In Bethlehem zou de Messias geboren worden.
3. De Messias zou een aards koning zijn, dachten veel mensen. Ook wij hebben een beeld van wie God is. Wat is jouw beeld van Hem?
Als je Hem aan iemand die nooit van Hem heeft gehoord zou moeten omschrijven, wat vertel je dan?
Praat met de jongeren over het Godsbeeld dat ze hebben. Inventariseer welke eigenschappen van God ze opnoemen. Is het beeld wat ze hebben evenwichtig? God is barmhartig, liefde, lankmoedig, maar Hij is ook rechtvaardig. Al Zijn eigenschappen staan ook niet tegenover elkaar, maar ze horen bij elkaar, kunnen niet zonder elkaar. Wij mensen kunnen soms zo’n heel verkeerd beeld van God hebben. Jongeren krijgen er vast ook wel mee te maken. Er is zoveel ellende op de wereld. Al gauw wordt er gezegd ‘God is toch liefde? Waarom laat Hij dit toe?’ Mogelijk noemen ze meer voorbeelden waar ze mee in aanraking komen. Praat erover door met elkaar.

Toelichting bij pagina 6 en 7
Vragen
1. a. De herders kregen een teken. Weet je meer Bijbelse voorbeelden waar mensen een teken kregen?
Gideon – Richteren 6 : 36-40
b. Geeft de Heere nu ook nog wel eens tekenen?
We moeten letten op de leiding van de Heere in ons leven. Soms kan dat ook een teken zijn van welke weg we moeten gaan. De Heere geeft vaak nu geen bijzondere tekenen meer. Hij kan het wel en het kan ook wel gebeuren dat de Heere in heel bijzondere omstandigheden zo’n bijzonder teken geeft, maar Hij heeft ons vooral Zijn Woord gegeven. Daarin staat alles wat nodig is voor ons.
c. Mogen wij de Heere om een teken vragen?
Er zijn nog veel dagelijkse dingen waarin we ons vaak af kunnen vragen wat de Heere wil dat we doen zullen. Wij mogen Hem echter niet voorschrijven hoe we hier een teken voor willen hebben. Wel mag je vragen of de Heere je weg zo leidt dat het duidelijk voor je is. Je mag vragen of de Heere uit Zijn Woord wil bevestigen dat het goed is wat je doet. ‘Merk op mijn ziel wat antwoord God u geeft.
Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft!’ Voor ons geldt steeds “maak in Uw Woord mijn gang en treden vast.” Gideon vroeg een teken, maar toen hij het kreeg, had hij er weer één nodig. Vragen om een teken is echter niet onbijbels. Maar het moet altijd samen gaan met gebed.
2. Maria bewaarde deze woorden alle tezamen, overleggende die in haar hart.
Ze bewaart:
Het woord bewaren betekent letterlijk ‘bijeenhouden’. Lukas gebruikt dit woord ook in de bergrede waarin Jezus zegt dat beide, lederzak en wijn, behouden of bewaard worden wanneer men nieuw voegt bij nieuw (Lukas 5 : 38) Zo bewaart Maria al de woorden die ze net heeft gehoord bij elkaar.
Ze overlegt:
Eigenlijk voert ze een gedachtewisseling met zichzelf. Alles wat ze in haar hart heeft bewaard, brengt ze bij elkaar en ze overdenkt het. In Lukas 11 : 28 lezen we dat Jezus zegt tegen een vrouw die Zijn moeder gelukkig roemt: “Ja, zalig degenen, die het Woord Gods horen en het bewaren.”
3. a. Hoe ga jij om met wat je van Hem hoort in de preek?
Spreek met jongeren over de omgang met de preek. Hoe zit je onder de preek, wat doet de preek met je?
b. Ook jij wordt geroepen. De Dordtse Leerregels zeggen dat je ernstig, welmenend geroepen wordt. God roept je. Wat is jouw antwoord op Zijn roepen?
Hier kunt u met de jongeren doorpraten over hoe wij omgaan met het horen van Gods Woord. Telkens wanneer Zijn Woord open gaat, worden wij geroepen. De Dordtse Leerregels (hoofdstuk 3 en 4 para- graaf 8) kan hierbij besproken worden. Daar staat: Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtig in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is; namelijk, dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven de rust der zielen en het eeuwige leven.
God roept ons door Zijn Woord. En Hij meent wat Hij zegt, want Hij zegt ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.’ Zijn Woord is voor allen en dat is ook de grond om tot Hem te komen. De Heilige Geest trekt door het Woord tot Hem. De gelijkenis van de zaaier kan in dit verband ook aangehaald worden. Die gelijkenis laat ons zien dat het niet aan het Zaad ligt en ook niet aan de Zaaier dat niet alle zaad vrucht draagt. Het moet ons leren de oorzaak in onszelf te zoeken wanneer de preek vruchteloos blijft. God meent het als Hij roept. Hij is niet zoals mensen wel kunnen doen. Je iets voorhouden en als je het pakken wilt gauw weghalen. In Ezechiel 33 : 11 lezen we dat God lust heeft in de bekering van de goddeloze. Paragraaf 8 zegt het onomwonden en voor ieder begrijpelijk: De schuld van het vruchteloos blijven is niet in het Evangelie, noch in Christus, noch in God, maar... in degenen, die geroepen worden! En als het wel vrucht draagt? ‘Maar men moet het Gode toeschrijven…’ Dan is het geen gevolg van eigen keuze, geen reden in mensen, maar het welbehagen van God.

Toelichting bij pagina 8 en 9
Vragen
1. a. Vertel in je eigen woorden wat er in dit gedeelte over het leven van Simeon gezegd wordt. (zie Lukas 2 : 25)
- Simeon wordt uitvoerig beschreven. Van hem staat:
- Zijn persoonlijke verhouding tot God: Hij was rechtvaardig en Godvrezend.
- Zijn houding ten opzichte van de belofte: Hij verwachtte de vertroosting Israëls
- Een gunst die zijn deel is: De Heilige Geest was op hem
- En de openbaring die aan hem is gedaan: Hij zal de Christus des Heeren zien.
Simeons naam betekent: ‘verhoring’. Hij heeft in zijn leven uitgezien naar ‘de vertroosting Israëls’. Zijn gebed verhoord en mag hij het Kind Jezus in zijn armen nemen. Van de omstandigheden waarin Simeon leefde weten we niet veel. Vaak wordt er gesproken van de oude Simeon. Dit omdat hij zegt ‘nu laat Gij Heere Uw dienstknecht gaan in vrede.’ Zeker weten dat hij oud was, doen we echter niet.
Wel kun je hieruit afleiden dat hij nu bereid was om te sterven. Wel wordt van hem vermeld dat hij rechtvaardig en Godvrezend was.
Rechtvaardig: De rechtvaardige is de mens die zijn leven richt naar de wil van God. Rechtvaardigheid richt zich op de mensen.
Godvrezend: dit richt zich op God. Simeon neemt de wet des Heeren nauw. Dat is het tegenovergestelde van een slordig en onverschillig leven. Hoe nemen wij de wet van de Heere? In Simeons leven kon je zien dat Gods Wet voor hem belangrijk was. Het was de regel waarnaar hij leefde. Godvrezendheid en rechtvaardigheid gaan altijd samen.
b. Wordt dit getuigenis, dat zij rechtvaardig en godvrezend waren van meer mensen gegeven? Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat dat betekent. (Zie Genesis 7 : 1, Job 1 : 1, Markus 6 : 20, Lukas 1 : 6, Handelingen 10 : 22)
Genesis 7 : 1: Noach, Job 1 : 1: Job, Markus 6 : 20: Johannes de Doper, Lukas 1 : 6: Zacharias en Elizabeth, Handelingen 10 : 22: Cornelius.
c. Lees Prediker 7 : 20: ‘Er is geen mens rechtvaardig op aarde.’ Hoe kan dan toch van al die mensen uit vraag 1b gezegd worden dat ze rechtvaardig zijn?
Er is geen mens op de aarde van zichzelf rechtvaardig. Maar door Gods genade krijgen er mensen toch terug wat we door de zonde verloren hebben: kennis, gerechtigheid en heiligheid. Door wedergeboorte worden zij rechtvaardigen. Zij hebben vergeving van zonden en zij hebben van de Heere een recht verkregen op het eeuwige leven. ‘Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus.’ (Romeinen 5 : 1)
d. Wat betekent het dat de Heilige Geest op hem was? (vers 25) Zie ook 1 Korinthe 3 : 16. Van al Gods kinderen geldt dat de Heilige Geest in hen woont (1 Kor 3 : 16 ‘Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?). Die Geest woont in hen tot hun heiligmaking. Lees maar in de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 9 ‘de Vader is genaamd onze Schepper door Zijn kracht, de Zoon is onze Zaligmaker en Verlosser door Zijn bloed; de Heilige Geest is onze Heiligmaker door Zijn woning in onze harten.’ Op Simeon was de Heilige Geest ook als de Geest der profetie. Hem is een goddelijke openbaring gedaan. Hoe dat is gebeurd weten we niet. Bij de wijzen lees je dat het in een droom geweest is. Het woord ‘openbaring’ vind je ook in Hebreeën 8 : 5. Daar staat dat Mozes een openbaring aangaande de tabernakel ontvangen heeft.
2. a. Welke belofte had de Heere Simeon gegeven? (vers 26) En wat deed Simeon met wat de Heere hem had beloofd? De Heere had Simeon beloofd dat hij de dood niet zien zou eer hij de Christus des Heeren gezien zou hebben. Hij wist dat de dood voor hem nog niet komen zou. Van elk mens geldt dat er tussen hem en de dood maar één schrede is. Maar voor Simeon gold dat tussen hem en de dood nog de ontmoeting met Christus lag. Wanneer Simeon ging slapen, wist hij dat hij weer wakker zou worden, wanneer Simeon ziek werd, wist hij dat het nog geen sterven werd. Want hij zou Christus zien.
b. Geeft de Heere nog wel eens zulke beloften? De Heere geeft ons in Zijn Woord ook beloften. Wij mogen en moeten op die beloften pleiten. De Heere aan Zijn eigen woord houden. Hem Zijn eigen Woord voorhouden en smeken om de vervulling er van. Niet om ons, maar om Zijn wil. De Heere geeft ook wel mensen heel persoonlijk een belofte. Hij maakt daar altijd Zelf eerst plaats voor. Wanneer Hij door Zijn Heilige Geest in je hart gaat werken, wanneer je voelt dat je Hem mist en je kunt Hem niet meer missen, dan geeft Hij wel eens Zijn belofte. Wanneer dit zo is, heb je aan die belofte niet genoeg. Je kijkt er naar uit dat die belofte vervuld wordt. Dat je krijgt wat Hij je heeft beloofd. Wanneer Hij iets beloofd, komt Hij er altijd op terug!
c. Zoek Numeri 23 : 19 er eens bij. Wat heeft dit te maken met Simeon? Simeon zag uit naar de komst van de Messias. Hij heeft er op gewacht. Wachten is vaak niet gemakkelijk voor ons. Een tijd van wachten is een tijd van beproeving. Zou God wel aan Zijn belofte denken? Maar de Heere maakt Zijn beloften waar. Zie ook Numeri 23 : 19 ‘Zou Ik het zeggen en niet doen, spreken en niet bestendig maken?’
3. Probeer eens in je eigen woorden te zeggen wat vers 30 betekent. Wat is het ‘Uw zaligheid gezien?’ Simeon ziet de Christus, zoals het hem beloofd was. Hij had Gods Woord al. Het woord Zaligheid betekent ‘verlossing’ of ‘het heil dat God beschikt’ Dit Kind is de Zaligmaker, die de zaligheid brengt. Simeon zegt ‘Uw zaligheid gezien’ De Verlosser van zonde en schuld. Als je dat mag zien, begrijp je Psalm 36 ‘Hier weidt mijn ziel met een verwond’rend oog.
4. a. Welke uitspraak spreekt jou het meest aan? En waarom? Naar aanleiding van deze vraag kunt u met de jongeren doorpraten over het dienen van de Heere: ons kerkgaan, bidden, Bijbellezen.
Hoe doen we dat en waarom? Anna deed het niet alleen om haar plicht te doen, niet voor de vorm of omdat men dat nu eenmaal van haar verwachtte. Betrek als het gaat om het gaan naar de kerk hierbij ook zondag 38: ‘dat ik inzonderheid op de rustdag tot de gemeente Gods naarstig kome.’ Anna gaf zich over aan een leven van vasten en bidden (zie vers 37). Zij diende God met haar vasten.
De Farizeeën die vastten dienden zichzelf er mee.
b. Is het nodig om naar de kerk te gaan om te geloven of kan dat ook wel buiten de kerk? (zie ook Romeinen 10 : 14)
De Heere wil wonen en werken waar Zijn Woord en de sacramenten bediend worden. Romeinen 10 : 14 ‘En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?’ De Heere is Zelf niet aan de kerkdiensten gebonden, Hij kan zonder dat mensen naar de kerk komen ook werken.
Toch heeft Hij ons er wel aan gebonden. Romeinen 10 : 17 ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord van God.’
En wanneer je Hem kent, zal er ook een verlangen zijn naar Zijn huis. Psalm 84 is een duidelijk voorbeeld.
5. a. Wat houdt het in dat Anna de Heere beleden heeft?
Beleden: Anna heeft bekend dat Jezus de verwachte Messias was. Dit heeft ze niet voor zich gehouden, maar ze heeft het ook verteld. Ze kwam er voor uit.
b. Hoor jij die belijdenis nu nog wel eens? Zo ja van wie?
Praat er met de jongeren over of zij nog wel eens horen vertellen dat mensen Hem als hun Messias, hun Zaligmaker hebben leren kennen. Of kennen zij dit zelf?
6. Anna sprak van Hem tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.
a. Waarvan verlost Christus Zijn volk? Christus verlost Zijn volk van zonde en schuld, van dood en duivel, van hun eigen vlees en van alle ellende. Hij verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed. Zolang Gods kinderen nog op aarde zijn is de verlossing nog niet volmaakt. De oude mens in hen blijft leven. Maar wanneer zij sterven gaan worden ze voor altijd verlost van al het kwaad.
b. Naar wie is Anna toegegaan toen zij de Messias had ontmoet?
Anna is gegaan naar allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten. Er waren in Jeruzalem meer mensen die Zijn verlossing verwachtten, die wachtten op de komst van de Messias. Anna heeft deze mensen gekend. Zij hebben er vast met elkaar over gesproken.
En nu ze heeft mogen zien, moet ze het verder vertellen. Zij kan het niet voor zich houden, maar wil ook anderen laten delen in die vreugde. Het is goed als Gods kinderen met elkaar verbonden zijn.
We lezen het ook in het avondmaalsformulier ‘Daarbenevens dat wij ook door die Geest onder elkander, als lidmaten van een lichaam, in waarachtige broederlijke liefde verbonden worden…’

Toelichting bij pagina 10 en 11
Op deze bladzijden gaat het erom dat kerst is verworden tot een feest van enkel gezelligheid en sfeer. Veel mensen vinden kerst te commercieel geworden. Rond de kerstdagen worden er enorme hoeveelheden euro’s uitgegeven. Eten, drinken, kleding, versieringen staan centraal die dagen. Vorig jaar werden er rond de kerstdagen een record aantal pinbetalingen gedaan. Volgens Interpay, het bedrijf dat in Nederland het elektronische betalingsverkeer regelt, zijn er in 2005 op de vrijdag voor kerst bijna 8 miljoen betalingen met pinpas of creditcard gedaan. Nog nooit werd een zo hoog aantal betalingen per dag (7.931.281) gehaald.
Ook de zaterdag voor kerst is er flink betaald met de pinpas. Toen ging de pinpas of creditcard ongeveer 7,5 miljoen keer door een betaalapparaat. De dag voor kerst in 2004 werden 7,1 miljoen transacties uitgevoerd. Waar wordt dat geld zoal aan uitgegeven? Veel gaat er op aan versieringen, eten, drinken, kerstcadeaus. Jaarlijks worden er kerstmarkten georganiseerd. Mensen gaan er soms voor naar het buitenland om hun inkopen te doen.
Toch is heel veel gezelligheid niet meer dan uiterlijk vertoon. Juist de eenzaamheid is deze dagen groot.

De kerstgedachte van een zwerver

Dinsdag 27 december 2005 om 19.30 uur

Heerlen - Terwijl bijna alle mensen kerstavond thuis met de familie vieren, zwerft de dakloze Dries Droomen alleen door de uitgestorven Heerlense binnenstad. Op zoek naar een paar centen die hij bij elkaar kan bedelen. ,,Met Kerstmis word ik er extra aan herinnerd dat ik zwerver ben.’’

Dries zegt Kerstmis fijn te vinden, al heeft hij dan geen familie en een huis om het te vieren. ,,De mensen zijn met kerst veel opener. Mensen die je normaal straal voorbijlopen stoppen nu even en geven je wat geld. Ook doe ik vrijwilligerwerk in de kerk. Daar ben ik graag, want ik ben een gelovig mens. Er zijn vandaag drie missen, en ik maak de banken en kandelaars schoon. Het is er tenminste warm en de mensen in de kerk zijn goed voor me. Alsof ik nu net iets meer bij de gewone wereld hoor.’’

Maar niet alle mensen geven gul met de kerst. Dries loopt voor de Pancratiuskerk op een echtpaar van middelbare leeftijd af.
,,Meneer en mevrouw, allereerst een fijne kerst gewenst. Heeft u misschien iets over voor een dakloze?’’ De man en vrouw lopen zonder de zwerver een blik waardig te keuren door. Een kortaf ‘nee’ is alles wat eraf kan. ,,Oké, fijne kerstdagen nog’’, zegt Dries tegen het echtpaar.

Het is de vriendelijkheid die de zwerver typeert. Hoeveel mensen hem ook afwijzen als hij bedelt, hij wenst ze altijd netjes een prettige dag. ,,Je kunt ook kwaad reageren als mensen je niets geven, maar wat heb je daaraan. Dan weet je zeker dat ze je de volgende keer wéér niks geven. Nu heb je mensen die denken: oh, die was de vorige keer ook vriendelijk tegen me.
Niet om op te scheppen, maar ik ben een geliefde zwerver.’’

Totdat hij twaalf jaar geleden op straat ging leven, vierde Dries Kerstmis zoals alle anderen. En hij verlangt terug naar de kerst zoals hij die vroeger vierde. ,,Met Kerstmis word je extra hard met je neus op de feiten gedrukt. De mensen zitten lekker warm thuis, hebben het gezellig en eten lekker. Ik loop hier op straat te bedelen. Maar ik klaag niet. Ik heb met mijn vriendin een kamertje bij het Leger des Heils en we maken er een fijne kerst van.’’

Bedelen. Hoewel Dries een hekel aan het woord heeft draait hij er niet omheen. ,,Ik ben een bedelaar, daar komt het gewoon op neer. Je kunt ook zeggen dat je straatkrantenverkoper bent.
Ik heb trouwens veel liever dat mensen me gewoon geld geven, want op zo’n krantje verdien ik bijna niks.’’

Droomen is vastbesloten om zijn zwerversbestaan achter zich te laten en een ‘gewoon’ leven op te bouwen. Geleidelijk aan - momenteel maakt hij drie halve dagen per maand treinen schoon - probeert hij werk te krijgen. ,,Ik ben achtenhalve maand van de drugs af. Ze zoeken werk voor me, maar er is niets. Het is ook logisch, je neemt niet meteen een zwerver in dienst, ze kijken liever eerst de kat uit de boom. Maar ooit vier ik weer Kerstmis, zoals ik dat vroeger heb gedaan. Met mijn vriendin in een eigen huis.’’

Auteur: Frank Benneker
Bron: Dagblad de Limburger

Stellingen
Dit artikeltje gaat voor kerkmensen niet op. Bij hen gaat het met kerst wel om de geboorte van Jezus Christus
Je zou dit wel mogen verwachten. Als kerkmensen belijden we immers dat het daarom gaat met kerst. Maar bij hoe velen zou het na de kerkdienst ophouden? Vinden we met elkaar de sfeer tijdens de kerstdagen ook niet heel belangrijk? Misschien zijn kerstcadeaus of een kerstboom nog dingen waar de jongeren niet direct zich betrokken bij voelen.
Maar lekker eten doen we ook graag met kerst. Praat erover dat dit niet verkeerd is en dat het ‘kwaad’ ook niet zit in de dingen die we met kerst er bij halen. Maar hoe belangrijk vinden we het? Wat neemt tijdens kerst de hoogste plaats in je hart in? Is er dan nog wel zoveel verschil tussen kerkmensen en mensen buiten de kerk? Leeft dan de één het niet op deze, de ander op een meer ‘wereldse’ manier uit? Wat het overigens niet goed wil praten om er dan maar een grootst uiterlijk feest van te maken met kerst.
Het is de taak van de kerk om in de wereld duidelijk te laten horen wat de echte betekenis, wat het rijke wonder van kerst is.
Het is de opdracht van de kerk, van elk lid van de kerk om een lichtend licht te zijn. De wereld om ons heen moet aan ons kunnen zien Wie we dienen. Dat geldt ook rond kerst. Wij, die weten wat kerst inhoudt, die zelf met kerst dat het belangrijkste vinden, moeten onze medemens hier ook van laten weten. Hoe doe je dat? We kunnen het folderen rond kerst noemen. Vanuit het deputaatschap Evangelisatie wordt er jaarlijks ook rond kerst een folder gemaakt. De verschillende evangelisatiecommissies zorgen voor de verspreiding hiervan. In veel kerkbodes staat wel een oproep aan de gemeente om mee te doen. Hebben jongeren dit al eens gedaan? Daarnaast kun je ook juist rond kerst oog hebben voor je medemens die het moeilijk heeft. Zoek ze eens op of breng hen wat. En wanneer er aan je gevraagd wordt waarom jij geen kerstboom hebt, wat is dan je reactie? Kun je dan uitleggen waar het jou met kerst om gaat? Of als er aan jou gevraag wordt wat jij met kerst gaat doen, zeg je dan dat je naar de kerk gaat om het kerstevangelie te horen.
Durf je er dan over door te praten dat dat veel belangrijker voor je is dan al het andere? En is dit ook wezenlijk zo?

Opdracht:
Wanneer jij een folder moest maken om op straat uit te delen. Wat zou je er in elk geval in willen zetten?Wat vind jij het belangrijkste om door te geven aan de mensen in jouw straat?
Maak met een groepje zo’n folder.
Denk aan:
- aanspreken op belevingswereld
- geboorte van de Heere Jezus
- doel van Zijn komst heel eenvoudig uitleggen.
- Uitnodigen voor de kerkdiensten op kerst.

Toelichting bij pagina 12
Op deze bladzijde is een ouderling uit één van onze gemeenten gevraagd wat kerst in zijn leven betekent. In een mail is dit verwoord.
Laat jongeren het met elkaar lezen en een mail terugschrijven. Geef eventueel punten aan waar ze om kunnen denken. Welke vragen zou je willen stellen? Zijn er dingen die je herkent? Is er iets wat je niet begrijpt? Waar zou je nog meer over willen weten? Wanneer je als leidinggevende merkt dat het zo serieus opgepakt wordt dat het de moeite waard is om deze ouderling een antwoord mail te sturen. Stuur dan een mailtje naar info@jbgg.nl. Wij zorgen dat dat de mail op de juiste plaats aankomt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2006

Treffer | 16 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2006

Treffer | 16 Pagina's