JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijgaand ontvangt u de Treffer over de islam. Waarom dit thema? De actuele aanleiding zal duidelijk zijn: over weinig onderwerpen wordt deze jaren zóveel geschreven en gesproken dan over de islam en de dreigingen die daarvan uitgaan. Ook voor reformatorische christenen in Nederland, en misschien wel júist voor hen, heeft dit onderwerp grote impact. Van oudsher is de Nederlandse samenleving gebaseerd op de traditionele joods-christelijke waarden. Samen met het gedachtegoed van de Griekse en Romeinse cultuur hebben die waarden eeuwenlang de basis van onze maatschappij gevormd. Dat die joodschristelijke cultuur teloor dreigt te gaan door de opkomst van de islam, hoeft geen betoog. De islam is een heel andere godsdienst dan het christendom. Maar waaruit bestaan deze bedreigingen? Is geweld echt zo ‘ingebakken’ in de koran? En zijn er naast die bedreigingen misschien ook kansen, om te evangeliseren bijvoorbeeld? Hoe moeten we dat dan aanpakken? Belangrijke vragen die ook de meeste jongeren niet onberoerd laten. Immers, via school en allerlei informele contacten zullen zij in veel gevallen vaker in contact staan met de ‘nieuwe Nederlanders’ dan veel ouderen.
De actuele aanleiding vraagt vanzelfsprekend ook om een bijbels-theologische doordenking. Al is het niet eenvoudig om jongeren hiermee aan de slag te laten gaan, toch wil deze Treffer handvatten geven. Hoe moeten we vanuit de Bijbel tegen de opkomst van de islam aankijken? En welke consequenties heeft dat voor ons handelen? Moeten we met hen omgaan om juist om hen heengaan? Ook deze vragen komen aan bod.
Natuurlijk is een grote wereldgodsdienst als de islam met meer dan een miljard aanhangers in de verste verten niet uitputtend te beschrijven in een Treffer van deze geringe omvang. Omdat steeds is gepoogd vooral begrijpelijk te zijn, komen lang niet alle aspecten van de islam aan bod. Toch is geprobeerd het juiste pad van evenwichtigheid te vinden. Voor wie meer wil weten, is het niet altijd eenvoudig zijn weg te vinden in een veelvoud aan boeken en artikelen die over de islam verschijnen. Om die reden is hieronder een lijstje toegevoegd dat in elk geval een goede basis kan geven voor verder onderzoek.

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
Gespreksvragen blz. 5, 6, 9
Alternatieve werkvormen blz. 4 en 7
Bijbelstudie (voor de +14-groepen) blz. 10 en 11

Lezen:
• Johannes 14 : 1-14 (de uniciteit van de Heere Jezus)
• Genesis 21 : 1-21 (verdrijving van Hagar en Ismaël – moslims zijn óók het zaad van Abraham!)
• Handelingen 1 : 4-14 (zendingsbevel in vers 8 – nadruk op getuigezijn en evangelisatie onder moslims).

Zingen: Psalm 2 : 4 en 6, Psalm 68 : 16 en 17, Psalm 105 : 4, 5 en 6, Psalm 113 : 3 en 4.

Programmasuggesties

Doel van de schets
Het doel van deze Treffer is, zoals eerder verwoord in de inleiding, jongeren bewust te maken van de betekenis van de islam in Nederland én ze bewust te maken van de noodzaak dat óók moslims het Evangelie horen.

Idee voor de +12-groepen
- Opening
- Korte, interactieve introductie. Wie gaat wel eens met moslims om? En wordt er dan over het geloof gesproken? Hoe gaat dat dan?
- Inleiding door een leidinggevende over een aantal facetten van de islam (zie opzet voor een inleiding)
- Pauze
- Beantwoord in groepen de verschillende vragen op de pagina’s 4 t/m 9
- Plenaire bespreking van de vragen. Belangrijk is mogelijk om hier opnieuw het unieke karakter van de Heere Jezus als God én mens en daardoor als Verlosser te noemen.
- Sluiting

Idee voor de +14-groepen
- Opening
- Een of meerdere jongeren houden een korte inleiding over de islam in Nederland en de positie van de islam ten opzichte van het christendom. Je kunt bijvoorbeeld iedere jongere een zuil van de islam (zie pagina 12) laten uitleggen.
- Eventueel een korte tweede inleiding door een leidinggevende, waarin hij het relaas van de jongere(n) betrekt
- Pauze
- doe in groepen de bijbelstudie (pagina 10 en 11)
- Bespreek de vragen van de bijbelstudie in groepen. Er mag discussie zijn!
- Sluiting

Schets voor een inleiding
- Stap in met een actueel voorbeeld. Denk aan een krantenartikel over terreurdreiging of een bericht dat een imam weigert een vrouw de hand te geven. Kortom een bericht waarmee de islam of moslims in het nieuws zijn geweest.
- Vertel iets over het ontstaan van de islam. In het kort: De profeet Mohammed leefde in de 7e eeuw na Christus hij was iemand die zocht naar de echte godsdienst. Uit zijn omgeving kende hij joden en ook christenen, alhoewel die lang niet in alles de Bijbel navolgden. Hij vond geen troost in het christendom en jodendom. Toen kreeg Mohammed visioenen. Hij dacht dat ze van de engel Gabriël kwamen. In die visioenen kreeg Mohammed de hele koran voorgezegd, zei hij zelf. Hij onthield al die verhalen en vertelde ze door. Pas later, toen Mohammed niet meer leefde, zijn ze voor het eerst opgeschreven. De verhalen lijken vaak veel op die van de Bijbel. Ze zijn hier en daar veranderd, vaak wel op heel belangrijke punten. Omdat ze zoveel op de bijbelse verhalen lijken, denken veel mensen dat Mohammed de Bijbel heeft gebruikt voor zijn godsdienst.
- De rol die Allah, Isa (de Heere Jezus) en Mohammed spelen in de islam. De moslims belijden dat Allah hun God is en Mohammed zijn profeet.
- De vijf zuilen waarop de islam rust. In het kort:
Shahada – de geloofsbelijdenis. ”La ilaha ill-allah wa Mohammed rasoel Allah”, ofwel: Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn boodschapper.
Salat – de gebeden. Vijf keer per dag, op vaste tijden. In het Arabisch, met het gezicht richting Mekka. Schoenen dragen tijdens de salat is verboden.
Zakat – de armenbelasting. Een veertigste deel van het inkomen is bestemd voor de armen en voor de moskee. Daarnaast is er extra beloning te verdienen met de sadaqa, een extra maar niet verplichte belasting.
Saum – het vasten. De belangrijkste vastenperiode is de Ramadan, die begint wanneer de nieuwe maan te zien is (de sikkel, het symbool van de islam) en eindigt met het Suikerfeest (fitr).
Haddj – de bedevaart naar Mekka. Moet eens in het leven gebeuren, maar mag vaker. Het herinnert aan het offer dat Abraham (Ibrahim) bracht. Alleen wanneer je gezondheid of financiële situatie het niet toelaat wordt je van deze plicht ontheven.
- Geweld en de islam. Benoem dat de koran geweld niet afkeurt, maar dat de meeste moslims niet uit zijn op terreur. Toch is de kleine groep extreme moslims wel een probleem. Ze zorgen ervoor dat de westerse wereld inwricht.
- Rond af met verschil islam en christendom. Noem daarbij de belangrijkste punten:
- De Heere Jezus is waarlijk de Zoon van God anders had Hij nooit voor de zonden van Zijn volk kunnen sterven.
- Uit genade zalig worden. Niet door plichten of allerhande menselijke inzettingen.
- Het werk van de Middelaar. Zijn bloed wast en reinigt van alle zonden. En zal in de dag des oordeels zondaren die Hem hebben leren kennen in het leven vrij spreken. Niet de weegschaal van Allah, waarop alle dagen van het leven gewogen worden.

Toelichting op de vragen en opdrachten

Toelichting bij pagina 3
Op deze intropagina wordt een verhaal verteld van Mohammed. Deze pagina geeft iets weer van de sfeer waarin Moslims leven. Deze pagina kan gebruikt worden om met jongeren in gesprek te gaan. Bijvoorbeeld wat zijn jouw vaste momenten op de dag om te bidden? Of begrijp jij wat er in de kerk gezegd wordt? Of ben je al blij dat je er zit?

Toelichting bij pagina 4 en 5
Op deze pagina’s wordt aandacht besteedt aan de verschillen tussen het christendom en de islam. Met name het belangrijkste verschil, de Godheid van de Heere Jezus, komt aan de orde.

Opdracht
Probeer hieronder vijf overeenkomsten aan te geven tussen christenen en moslims. Denk goed na! Als je het erg moeilijk vindt, denk dan bijvoorbeeld aan de volgende trefwoorden: kledingstijl – eeuwigheid – armen – straf – homoseksualiteit.

Toelichting:
Dat orthodoxe moslims en christenen in veel media over één kam gescheerd worden, is niet terecht, maar op sommige punten wel te begrijpen. Er zíjn, zeker voor een buitenstaander aan wie de inhoudelijke verschillen vaak voorbij gaan, nu eenmaal de nodige overeenkomsten. Te noemen valt onder meer de manier van kleden van met name meisjes en vrouwen. Rokken, geen al te strakke shirtjes, niet te veel bloot, een hoofddeksel (al dan niet op zondag) kunnen bij punt 1 genoemd worden.
Bij punt 2 kunnen we denken aan de eeuwige bestemming van de mens. Zowel moslims als christenen geloven immers in een eeuwig wel en een eeuwig wee.
Verder, bij punt 3, is in beide godsdiensten solidariteit met minderbedeelden belangrijk. Moslims moeten verplicht armenbelasting afdragen; christenen hebben van de Heere de plicht gekregen voor de armen te zorgen.
Bij punt 4 valt te denken aan de realiteit van de hel, waar beide religies nog aan vasthouden. Maar ook valt te denken aan de angst om voor eeuwig gestraft te worden, omdat het is verdiend.
Tot slot, bij punt 5, kan gedacht worden aan de afwijzende visie op homoseksualiteit. God heeft man en vrouw geschapen, zij horen bij elkaar, en andere seksuele relaties zijn niet toegestaan, zeggen zowel orthodoxe moslims als christenen.

Opdracht
Zie je wel dat overeenkomsten vinden echt niet zo moeilijk is? Er zijn er genoeg! Maar laten we nu hetzelfde doen voor de verschillen. Noem er vijf. Kom je er echt niet uit, dan kun je weer aan een paar trefwoorden denken: Zoon van God – genade – verplichtingen – mogen doden – verlossing.

Toelichting:
Naast overeenkomsten zijn er tal van verschillen. Velen zullen voor zich spreken.
Bij punt 1: Moslims geloven weliswaar in Jezus, maar alleen als de profeet Isa. Gods Zoon kan Hij nooit zijn; God heeft volgens hen geen zonen of dochters; het is zelfs een zonde dat te denken. Daar ligt één van de belangrijkste breekpunten met het christendom. Een door God levendgemaakte christen lééft immers uit de kracht van de Zoon van God? Bij punt 2: Een ander zeer groot verschil is de verwerving van het heil. Een christen mag uit genade leren leven; hij kan en hoeft zelf niets aan zijn zaligheid te doen. Een moslim moet dat wel. Hij denkt aan allerlei zeer wettische voorschriften te moeten voldoen om daarmee zijn aandeel te verrichten. Verder hoopt hij op de barmhartigheid van Allah, maar zeker van zijn vergeving kan hij nooit zijn.
Bij punt 3: Zie ook de opmerkingen hierboven. Een moslim heeft tal van verplichtingen, zoals de eis om vijf keer per dag te bidden. Dit gebeurt niet uit liefde, maar uit slaafse vrees. Een christen echter mag Gods wet volbrengen als een liefdewet.
Bij punt 4: Hedendaagse christenen hebben begrepen dat de Bijbel geweld verbiedt. De Heere Jezus heeft ons dat voorgeleefd: als iemand ons slaat, moeten we hem zelfs de andere wang toekeren. Hebt uw vijanden lief, zegt Hij. In de islam ligt dat anders. Daar mogen ongelovigen of afvalligen in het uiterste geval zelfs gedood worden, zoals de Koran aangeeft. Daarmee is de islam een godsdienst die in zijn wortel gewelddadig is, in tegenstelling tot het christendom.
Bij punt 5: De verlossing in de islam is niet gestoeld op het werk van een Middelaar, maar op eigen verdiensten. Verder is de gelovige overgeleverd aan Allah. Op de oordeelsdag worden alle goede en verkeerde dagen gewogen: weegt de schaal met verkeerde daden het zwaarst, dan zal het hoogstwaarschijnlijk verkeerd aflopen. Wat een angst, wat een onzekerheid! Christus heeft gezegd dat Hij de Verlosser is; dat in Hem genade mogelijk is zelfs voor de grootste van de zondaren. Die verlossing kan ook in dit leven ervaren worden, inclusief de zekerheid die Hij wil geven. Ook op dit punt staat het christendom radicaal tegenover de islam!

Vragen
1. Christenen geloven in de Heere Jezus als Zoon van God. Waarom eigenlijk?
Het antwoord zal duidelijk zijn. De Heere Jezus Christus is de gezondene van de Vader. In Hem kunnen wij komen tot het Vaderhart van God. De Heere wil niet dat wij Hem dienen uit slaafse vrees, maar uit liefde. Die liefde van God de Vader tot Zijn volk is nergens meer geopenbaard dan in Zijn Zoon. “En Jezus riep, en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene, Die Mij gezonden heeft. En die Mij ziet, die ziet Dengene, Die Mij gezonden heeft” (Johannes 12 : 44 en 45).
2. Zou je je kunnen voorstellen dat het ook genoeg is als je alleen in de Vader gelooft? Waarom wel of niet?
Nee, want de Zoon is niet zonder de Vader en de Vader niet zonder de Zoon, en beiden zijn niet zonder de Geest. God is drie-enig. Jezus zegt dan ook: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader, dan door Mij” (Johannes 14 : 6). Wél kan het zo zijn dat in de beleving van iemand de Zoon heel ver weg kan zijn. Juist de Heere Jezus kan een verborgen Persoon zijn. Om die reden is het belangrijk om met deze vraag niet zozeer dogmatisch, maar vooral pastoraal om te gaan. Daarbij is het goed om steeds heen te wijzen naar de Middelaar. Niemand mag rusten voordat hij of zij kennis heeft van de Heere Jezus Christus, omdat in die kennis de grondslag ligt voor een gelovige.

Vraag
Lees de bekende tekst uit Johannes 3 : 16. Waarom heeft God Zijn Zoon wél overgegeven aan het kruis?
Omdat er voor de zonden betaald moest worden. Niet wíj kunnen betalen voor onze zonden; dat is onmogelijk geworden omdat we geneigd zijn tot alle kwaad. Maar Chrístus werd gekruisigd in de plaats van zondige mensen. De kruisiging was dan ook het ultieme bewijs van Gods liefde voor een zondig volk.

Toelichting bij pagina 6 en 7
Op deze pagina’s wordt ingegaan op het gewelddadige karakter van de Islam. En ook hoe zich dat verhoudt tot de zogenaamde wraakteksten in het Oude Testament. Veel jongeren denken bij Islam gelijk aan geweld en terroristen. Het is goed om hierover met hen in gesprek te gaan en waar nodig correctie te bieden.

Vragen
1. Ben jij wel eens bang voor moslimterrorisme? Wanneer?
Probeer deze vraag, die ongetwijfeld discussie oproept, plenair te behandelen vanwege het algemene en aansprekende karakter. Probeer vooral uit de groep zelf antwoorden uit te lokken op de vraag of angst nodig is. Het zou mooi zijn als het gesprek zodoende op een ongedwongen wijze op bijbels terrein komt: het is nergens echt veilig dan in Christus. En allen die op Hem mogen vertrouwen, hoeven ook geen angst te hebben voor terreur.
2. Zou je het moeilijk vinden een moslim in je vriendengroep te hebben? Waarom?
Ook hier geldt dat een open, plenaire behandeling de voorkeur verdient. Algemene antwoorden zijn niet te geven; het zal van de argumentatie afhangen. Een algemene lijn is wel dat het goed is jezelf niet op te sluiten in een bepaalde groep, maar ook met anderen contacten aan te gaan. Het beste voorbeeld daarvan geeft de Heere Jezus Zelf, Die niet schroomde om met hoeren en tollenaren om te gaan om hen de weg ten leven te wijzen.

Vragen
1. Je krijgt de mogelijkheid om eenmalig een briefje te schrijven naar Mohammed B., die levenslang in de cel zit na de moord op Theo van Gogh. Het briefje mag maximaal 150 woorden zijn. De voorwaarde is dat je ingaat op zijn daad en hoe jij daar tegenaan kijkt vanuit je levensovertuiging. Schrijf die brief.
Een goede optie kan zijn om de groep in kleine groepjes (twee tot vier personen) op te splitsen en per groepje één brief te laten schrijven. Zodoende kunnen alle briefjes (afhankelijk van de groepsgrootte) plenair worden voorgelezen, waarna een gezamenlijk gesprek kan ontstaan. Een ander alternatief kan zijn om te bespreken wat er in de brief moet komen te staan zonder de brief daadwerkelijk te schrijven. Een derde optie is de elementen die in de brief zouden staan op een sheet schrijven en deze te presenteren op een overheadprojector. (meer geschikt +14 groepen)
2. In een msn-gesprek kom je via-via terecht bij wat bedenkelijke ‘vrienden’, onder wie een paar extremistische moslims. Je raakt in gesprek over het gebruik van geweld tegen ongelovigen. “Het Oude Testament staat er vol van”, zegt één van hen. Hoe reageer jij? Schrijf hieronder je reactie.
Het is vrijwel onmogelijk om in kort bestek het geweld in het Oude Testament ‘goed te praten’. Dat is ook niet de bedoeling van deze opdracht, omdat eenzijdigheden dan op de loer liggen. Belangrijker is om erop te wijzen dat de Heere een heilig God is, Die zonden niet door de vingers kan zien. Om die reden hadden niet alleen oudtestamentische volkeren, maar hebben ook wij het oordeel meer dan verdiend. Maar wát een zegen dat de Heere ons ook het Nieuwe Testament gaf! Wij mogen het doen met het voorbeeld van de Heere Jezus, die ons oproept onze vijanden lief te hebben (Matthéus 5 : 44).

Toelichting bij pagina 8 en 9

Vragen
1. Vind jij het belangrijk dat christenen evangeliseren onder moslims? Waarom wel of niet?
Het is zonder meer van het grootste belang dat christenen evangeliseren onder moslims. Bij Zijn hemelvaart gaf de Heere Jezus aan Zijn discipelen de opdracht om de volken alles te onderwijzen wat Hij hen had onderwezen (Matthéus 28: 19). Die opdracht geldt ook voor ons, waarbij we ons er niet achter mogen verschuilen dat we zelf (nog) niet bekeerd zijn. Het moet tot een schuld zijn of worden dat aan ons de woorden Gods zijn toebetrouwd en we daar dan niets mee zouden doen. Er zullen dan moslims zijn die christen worden en ons voorgaan in het Koninkrijk der hemelen. Zie ook het verhaal van Karim en Fadila op deze pagina’s.
2. Zou jij met een moslim in gesprek durven gaan over het christelijk geloof? Waarom wel of niet?
Zie ook de toelichting bij de vorige vraag. Het kan goed zijn door te vragen hóe je het dan het beste aan zou kunnen pakken. En als jongeren het gesprek niet zouden durven aangaan, is het belangrijk door te vragen waar die angst dan zit. Vaak kom je toch uit bij schaamte. Alleen door het geloof in de Heere Jezus Christus kan deze schaamte afgeworpen worden. Paulus spreekt er van in Romeinen 1 : 16 “Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft”
3. Stel: je bent in gesprek met een moslim. Hij verwijt jou dat je in méér goden gelooft, omdat je niet alleen de Vader, maar ook de Zoon en de Heilige Geest aanbidt. Wat zeg je tegen hem?
Dit is een reëel scenario. In veel gesprekken met moslims zal het al gauw vastlopen op dit punt. De Drie-eenheid is een mysterie en dat zal het blijven. We hoeven daar ook niet precies de vinger achter te kunnen krijgen. De Heere laat immers in Zijn Zoon zien wie Hij wil zijn voor zondaren.

Toelichting bij Pagina 10 en 11
Lees Johannes 14 : 1-17.

Opdracht
Omschrijf in je eigen woorden de verzen 2, 6 en 16.
Deze opdracht geeft de jongere de gelegenheid diep tot zich te laten doordringen wát er nu eigenlijk staat. De verzen komen terug in de vragen.

Vragen bij vers 2
1. Wat zou het betekenen dat er in het huis van de Vader vele woningen zijn?
Het betekent in elk geval dat er in de hemel plaats is voor álle gelovigen. ‘Woningen’ kan ook worden vertaald met ‘verblijfplaatsen’. “Daar is ruimte genoeg niet alleen voor Mij, maar ook voor ulieden en voor alle gelovigen”, zeggen de kanttekeningen over dit vers. Met andere woorden: óók voor gelovigen die uit de moslimwereld worden getrokken. Wij mógen hen om die reden niet links laten liggen, omdat wij een boodschap voor hen hebben met eeuwigheidswaarde. We mogen bewogen zijn over hun zielenheil.
2. Zouden die woningen ook voor moslims kunnen zijn? Waarom wel of niet? Pak Joël 2 : 32 er maar eens bij.
Zie ook de toelichting hierboven. De schitterende tekst uit Joël zegt dat ál wie de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. De kanttekeningen zeggen: hetzij Joden of heidenen. Met andere woorden: de goede boodschap is niet alleen voor wie het Evangelie van jongs af heeft meegekregen, maar is bestemd voor de héle wereld! Daar hoort zeker ook de moslimwereld bij.

Vragen bij vers 6
1. Wie is God volgens jou?
In Christus openbaart God Zich hier als de weg, de waarheid en het leven. Het is goed om bij deze vraag zonodig uitgebreid stil te staan bij de godsbeelden die jongeren kunnen hebben. Deze kunnen soms ver verwijderd zijn van hoe de Bijbel over Hem spreekt.
2. Wat is de enige manier om tot de Vader te komen?
De Heere Jezus zegt hier Zelf dat Hij de weg is, dat wil zeggen: de enige weg. De Vader vraagt geloof in Zijn Zoon.
3. a. Zou de Heere Jezus alleen Zichzelf hebben bedoeld als Weg?
b. Hoe weet je dat?
Het antwoord moet hier bevestigend zijn. We weten dat onder meer uit het vervolg van het Nieuwe Testament, waar Paulus op veel plaatsen spreekt over de noodzaak om in Christus te geloven. Eén voorbeeld is 1 Korinthiërs 16 : 22: “Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; maranatha!”

Vragen bij vers 16
1. Wie is de andere Trooster, waar de Heere Jezus voor bidt?
Moslims wijzen bij deze tekst steevast op Mohammed. Zelfs de profeet Jezus zou zijn komst hebben voorzegd. Uit de context blijkt meteen echter heel duidelijk dat dit onmogelijk het geval kan zijn. Meteen in het volgende vers geeft de Heere Jezus uitleg over Wie Hij bedoelt: “Namelijk de Geest der waarheid, Welke de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.”
2. Is die Trooster al gekomen? Wanneer?
Een eenvoudige vraag: Ja, de Trooster is al gekomen, en wel op de Pinksterdag. Het is goed om, als daar de gelegenheid voor is, wat dieper door te vragen. Wat betekent het dat de Trooster gekomen is? En ben je daar zelf wel eens door getroost?
3. Hoe kun je de Heilige Geest ervaren in je eigen leven?
Een moeilijke vraag. Christenen kunnen door Gods genade niet alleen de Zoon kennen, maar ook de Geest. Het is echter niet zo dat een christen in zijn hart precies de weldaden van de Vader, de Zoon en de Geest moet kunnen onderscheiden; dat leert de Bijbel nergens. Wel kan vaak de aanwezigheid en bovenal de leiding van de Heilige Geest worden ervaren in gebeurtenissen in het leven van een christen. Deze vraag is meer geschikt voor oudere tieners.

Toelichting bij pagina 12
1. Sahada
Het Geloof begint met de Sahada oftewel de getuigenis: “Ashadou an La-ilaha Illallah wa ashadou ana Muhammadan Rasoulallah” Door dit te zeggen getuig je dat er geen God is dan Allah en Mohammed Sallalahu ‘alaihi wasalam zijn dienaar en profeet is. Alleen het uitspreken met de mond van deze getuigenis heeft geen waarde. Dit houdt in dat men de getuigenis niet accepteert door het enkel uit te spreken, maar dat men er met zijn hart in gelooft dat Allah een is en dat Hij geen deelgenoten kent. Hiernaast dient men er met zijn hart in te geloven dat Mohammed Sallalahu ‘alaihi wasalam zijn profeet is.

2. Salaat
Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. Voor zonsopgang, het midden van de dag, de namiddag, de avond en ‘s nachts. Volgens overleveringen krijgt hij die zijn gebeden in een moskee in groepsverband verricht, 27 keer de beloning van een gebed dat hij alleen uitvoert. Met een schoon lichaam, schone kleren en op een schone plek onderwerp je je aan je Heer met toewijding, in herinnering, dank en vragend voor vergiffenis. Er worden verzen uit de Koran gereciteerd met bepaalde fysieke bewegingen om je lichaam en geest te zuiveren en om zo gedurende de dag in direct contact te komen met je Schepper, Ontwikkelaar en Ondersteuner. Het gebed maakt je rechtvaardig, in en om je heen. Behalve de vijf tijden van de verplichte gebeden die over de dag en nacht verspreid zijn, zijn er de jaarlijkse feestgebeden, de wekelijkse vrijdaggebeden en de dagelijkse vrijwillige gebeden voor alle volwassen mannen en vrouwen. Al deze gebeden bestaan uit een verplicht deel en een deel naar keuze waarvan je de onderdelen met wat inzet gemakkelijk kunt leren en uitvoeren. Dit is je eeuwige bereidheid tot vrijwillige onderwerping aan Allah’s bevelen voor eigen bestwil zonder enige bemiddeling: Je hebt geen priester of monnik nodig om je gebeden te verrichten daar je in direct nauw contact met Allah bent.

3. Zakaat
De derde verplichte zuil is de armenbelasting (zakaat) en heeft invloed op het economisch welzijn en spirituele opleving van de mens. Het netto spaargeld van iedere moslim behoort niet alleen hem en zijn familie toe, maar eveneens de behoeftige, de armen en zes andere sociaal zwakkere groepen, zoals voorgeschreven in de koran. Dit wordt betaald uit 2,5% over de nettospaargelden met een limiet voor contanten, juwelen, voorraden enzovoorts, gedurende het jaar waarvan de afrekening plaatsvindt in de maand Ramadan. De zakaat zuivert je vermogen en helpt het vestigen van economisch evenwicht en sociale veiligheid. Moslimstaten zijn verplicht de zakaat te verzamelen en te verdelen, maar elders is het de plicht van de moslims zelf om deze zakaat gedurende het jaar te verzamelen en vervolgens te verdelen aan de zakaatgerechtigden. Behalve deze verplichte betaling moedigt Allah jou aan de behoeftige en de armen, uit Zijn vrijgevigheid die aan jou verleend is, te geven. Dergelijke liefdadigheid verdient volgens de koran de beloning van 700 maal of meer.

4. Sawm
In de Heilige maand Ramadan is het vasten vanaf zonsopgang tot zonsondergang verplicht voor alle mannelijke en vrouwelijke moslims. In deze maand onthoud je jezelf van eten, drinken en seks en vermijdt je onzinnig taalgebruik en slechte daden en wijd je jezelf aan gebed, recitaties van de koran en goede daden. Gedurende deze vastenperiode moet je rein zijn van zowel lichaam als geest. Dit is de maand van speciale zegeningen en vergiffenis van Allah. In deze maand werd het eerste vers van de heilige koran geopenbaard via de profeet Mohammed Sallalahu ‘alaihi wasalam. In de koran zijn bepaalde uitzonderingen gemaakt voor het vasten: Zieken, de reiziger of vrouwen met menstruatie, zwangerschap of borstvoeding gevende vrouwen hoeven niet te vasten. Het vasten is goed voor je gezondheid, een training voor je spirituele opleving, koesteren van een broederschapband voor alle mensen en moslims en een totale fysieke en mentale onderwerping aan de wil van Allah voor Zijn genoegen en bescherming. Aan het einde van de vastenmaand vieren moslims over de gehele wereld ‘Id-ul-Fitr’ (Suikerfeest) met gebeden en feestelijkheden.

5. Hadj
Het is de plicht van iedere moslim die volwassen is en bij zijn volle verstand, die rijk is en een gezond en krachtig lichaam heeft, eenmaal in zijn leven in de bedevaartstijd (de twaalfde maand van de islamitische kalender) naar de Ka’bah en de gezegende plaatsen eromheen op bedevaart te gaan. De bedevaart is voor de moslims een middel om zichzelf tot Allah te richten om vergiffenis te vragen voor al zijn zonden door Allah plechtig te beloven om in zijn verdere leven nooit meer slechte daden te doen. Een bezoek aan de heilige plaatsen versterkt de morele en religieuze gevoelens bij de mens. Sociaal gezien lijkt de bedevaart op een internationale congres waar allerlei mensen van verschillende nationaliteiten, kleuren en rassen bijeen komen.

Literatuur
1. Deputaatschap Evangelisatie Gereformeerde Gemeenten, “Mohammed of Christus“
2. James A. Beverley, “Wegwijzer over Islam” (Serie beknopte gids voor religies)
3. Colin Chapman, “Kruis en halve maan”
4. J. Waardenburg, “Islam. Norm, ideaal en werkelijkheid”
5. I. Glaser en Napoleon John, “Geliefde of gevangene”
6. H. J. Takken en N. M. Tramper, “Vreemde gasten”
7. “Prisma van de islam. Begrippen van A tot Z”
8. Johanna Al-Sain, “Mijn strijd voor Allah”
9. Johan ter Haar, “Volgelingen van de imam”
10. Annemarie Schimmel, “Het islamitische jaar. Kalender en feesten”
11. Jaap Beukema, “Een kerk bekent kleur”
12. Evangelie & Moslims, “Gezien of bekeken” (cd-rom)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Treffer | 16 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Treffer | 16 Pagina's