Inspiratie Van De Heilige Schrift
(Artikel 5 T/M 7 Van De Nederlandse Geloofsbelijdenis)
Aanwijzingen voor het gebruik a. De artikelen 5 t/m 7 van de n.g.b. Vooraf enkele keren rustig lezen.
a. De artikelen 5 t/m 7 van de N.G.B. vooraf enkele keren rustig lezen.
b. We moeten doordrongen zijn van het feit, dat vooral in deze tijd het belijden (en beleven) van "de volkomen en woordelijke inspiratie van de Heilige Schritft" van de grootste betekenis is, gezien vele dwalingen hieromtrent, als zou de Bijbel:
— een wel voortreffelijk, maar toch menselijk boek zijn zonder Goddelijke ingeving;
— slechts gedeeltelijk door de Heere zijn ingegeven;
— zuiver Goddelijk zijn zonder enige menselijke bijdrage;
— het boek zijn dat op een gegeven ogenblik Gods Woord kan worden.
c. De hieronder gegeven aantekeningen, die zeer veel en nauwgezette Bijbelstudie vragen, zijn uiteraard slechts enkele "hoofdlijnen", die ons de weg willen wijzen. Raadpleeg de Statenbijbel (met kanttekeningen). De belijdenis wil niet meer doen, dan in korte bewoordingen de leer deer Heilige Schrift als geloofsgetuigenis aan ons doorgeven.
d. Wie dit onderwerp voorbereidt, zal de genoemde literatuur moeten raadplegen.
e. We hebben ons onthouden van vreemde woorden, het opsommen van "soorten" inspiratie en van het bestrijden van dwalingen. Dat kan verwarring stichten.
1. 2 tim. 3 : 16
We gaan van deze voor ons onderwerp belangrijke tekst uit. "Ingegeven" (Grieks theopneustos = door God ingeademd, ingeblazen).
"Ingegeven" (Grieks theopneustos = door God ingeademd, ingeblazen). Paulus die zelf het onderwerp van deze theopneustos was, schrijft hier over de wonderlijke kracht, die in de schrijvers van de bijbelboeken werkte.
Hierdoor werden ze geleid en voor dwalingen bewaard, (zie 2 Petr. 1 : 20 en 21).
2. De volkomen en woordelijke inspiratie van de heilige schrift
Wij geloven, dat bij het schrijven van de oorspronkelijke teksten de Heilige Geest de Bijbelschrijvers tot in de keuze van de wijze waarop ze zich uit-drukten, geleid heeft en wel in de hele Bijbel van Gen. 1 tot en met Openb. 22 toe, zonder dat hun persoonlijkheid werd uitgeschakeld.
A. Volkomen inspiratie zo leert gods woord het zélf.
Zo leert Gods Woord het zélf.
Lees de teksten: 2 Tim. 3 : 16; 1 Thess. 2 : 13; Openb. 22 : 18,19; Matth. 5 : 18.
Alle nadruk valt hier op het ontvangen en het zuiver weergeven van wat de Heere wilde, dat opgeschreven werd.
Denk aan:
— Mozes: Ex. 24 : 4, 7 en 12; Ex. 34 : 27
— Bileam: Num. 22 : 38 en Num. 24 : 13
— David: 1 Kron. 28 : 19 en 2 Sam. 23 : 2
— de Psalmist: Ps. 119 : 42, 43, 86, 89, 96, 97, 142, 160
— Jeremia en andere profeten: Jer. 1 : 9 en 17; Jes. 6 : 7 en 9; Ezech. 2 : 7 en 8
— De Heere Jezus: Matth. 24 : 35
— Paulus: Hand. 24 : 14; Hand. 26 : 22; Rom. 15 : 4
— Johannes: Openb. 19 : 9; Openb. 21 : 5; Openb. 22 : 6
B. Woordelijke inspiratie
Let op! We spreken hier over de oorspronkelijke tekst (het Hebreeuwse Oude- en het Griekse Nieuwe-Testament) en uiteraard niet over de vertalingen. Wèl zullen de vertalingen zo getrouw mogelijk de juiste betekenis van de oorspronkelijke tekst moeten weergeven. We kunnen de woorden niet losmaken van de boodschap.
We kunnen de woorden niet losmaken van de boodschap. De woorden van de Schrift moeten dan ook uitdrukkelijk door de Heere ingegeven (ingegoten) zijn.
Iedere verandering van woorden houdt een min of meer grote afwijking van gedachten in. Christus heeft dan ook van Zijn Woorden gezegd, dat zij geest en leven zijn. (Joh. 6 : 63).
"Wij strijden om ieder woord van de Bijbel. Als ons de woorden van de Bijbel afgenomen worden, gaat de zuivere inhoud van "wat de Heere ons te zeggen heeft, verloren". (Aldus Spurgeon).
Eén voorbeeld. De Heere zegt: "Ik ben de God van Abraham..." D.w.z.: de aartsvaders leven nog, in de triumferende kerk Boven, (zie Matth. 22 : 32 in v.g. met Ex. 3 : 6 en Luc. 2 : 37 en 38).
Vergelijk zo ook: Matth. 22 : 45 en Ps. 110 : 1; Joh. 8 : 58 en Ex. 3 : 14. Lees ook eens: Jer. 1 : 7 en 9; Jer. 15 : 19; Jer. 26 : 2; Jer. 36 : 2; Ezech. 2 : 9; Ezech. 3 : 3 en 27.
Samenvattend, moeten we vaststellen: dat de betekenis van een tekst kan afhangen van:
dat de betekenis van een tekst kan afhangen van: — één woord
— één woord
— het enkelvoud of meervoud
— de tijd van het werkwoord
— de details (bijzonderheden) van een belofte
— punten en komma's
Zoek zelf voorbeelden.
3. De ingeving (inspiratie) en het bevattingsvermogen
Het is duidelijk, dat wat de Heere door Zijn Geest ingaf om te schrijven het bevattingsvermogen van de oude profeten dikwijls ver te boven ging. De Heilige Geest, die in hen werkte, hielp ze, op verbazingwekkende wijze te verkondigen:
— de tijd van Christus' komst op aarde (Dan. 9 : 22-27);
— de omstandigheden, waaronder Hij komen zou (zie de aanhalingen in Matth. 1 en 2 uit het Oude Testament);
— het lijden van Christus (Ps. 22 ; Jes. 53);
— de heerlijkheid van de opgestane Christus (Ps. 2; Ps. 110).
4. Geen vrijblijvende zaak
Het al of niet geloven in de volkomen en woordelijke inspiratie van de Heilige Schritf is geen vrijblijvende zaak. Ons eeuwig wel of eeuwig wee hangt er mee samen. Lees met aandacht Joh. 5 : 24! Zie ook Joh. 5 : 31!
5. Gespreksvragen
Het gaat hier om Bijbel-studie-, de Heilige Schrift verklaart zichzelf. Dat wist ook de opsteller van art. 5, 6 en 7 van de N.G.B., Guido de Brés.
1. Ga aan de hand van de volgende teksten eens na, welke kenmerken de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God draagt:
— 2 Tim. 3 : 16
— 1 Thess. 2 : 13
— Openb. 22 : 18, 19
— Openb. 19 : 9; 21 : 5; 22 : 6
— Jer. 1 : 7, 9; 15 : 19; 26 : 2; 36 : 2
2. Hoe is de verhouding tussen de prediking en het geïnspireerde Woord van God?
3. Maak duidelijk aan de hand van een tekst uit Romeinen 2 en Efeze 4 dat de zondeval de volkomen en woordelijke inspiratie van de Heilige Schrift noodzakelijk maakte.
4. Aan de hand van welke tekst(en) uit Romeinen 3 kun je zeggen dat wat de mens over God denkt nooit betrouwbaar is?
5. Probeer na te gaan, op welke bijzondere wijze de Heere over Zijn Woord heeft gewaakt.
a. in de Bijbelse tijd b. na de Bijbelse tijd.
b. na de Bijbelse tijd.
6. Literatuur
J. Calvijn: Institutie 1 vil 1 e.v.; l.vll.4. Uitg. Meinema, Delft.
Ds. G. H. Kersten: De Gereformeerde Dogmatiek, deel 1, blz. 29 e.c. 62. Uitg.: De Banier B.V., Utrecht.
Dr. H. Bavinck: De Gereformeerde Dogm., deel 1, blz. 301 e.v.
Ds. W. a Brakel: De Redelijke Godsdienst, deel 1. Het Woord Gods.
Ds. A. van Rotterdam: Sions roem en sterkte art. 5.6.7.
P. Kuijt: De Geref. Geloofsleer. Boekh. Smit, Gouda. P. Kuijt: Het ontstaan v. d. Bijbel.
P. Kuijt: Het ontstaan v. d. Bijbel.
Voor verdere studie:
Dr. A. D. R. Polman: Woord en Belijdenis deel 1, bid. 98-141. Eenvoudige verklaring van de Nederlandse geloofsbelijdenis. Uitg.: T. Wever, Franeker. Dr. A. Feenstra: Onze geloofsbelijdenis. Uitg.: Kok, Kampen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974
Salvo | 70 Pagina's