JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Verzoening.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Verzoening.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Inleiding.

De leer der verzoening staat sinds enige tijd weer in het centrum van de belangstelling. We kunnen denken aan de discussie n.a.v. Prof. Smits' beruchte uitspraak: „Geef mijn portie maar aan Fikkie", waarbij hij met het portie bedoelde het verzoenend lijden en sterven van de Heere Jezus! We kunnen ook noemen het in 1971 verschenen proefschrift van Dr. H. Wiersinga, waarin hij een zgn. alternatieve verzoeningsleer beschrijft, een leer waarbij het hart uit de bijbelse verzoening wordt gesneden.

Een van deze twee, of beide voorbeelden moet je zeker aan het begin van je onderwerp noemen, Misschien kun je de kranten en tijdschriften, waarin over Wiersinga's proefschrift wordt geschreven, nog achterhalen om de knipsels eruit te gebruiken op de verenigingsavond (prikbord). De kwestie-Smits ligt alweer een aantal jaren achter ons. Hiervan zijn de knipsels moeilijker bereikbaar.

Gelukkig heeft ons bondsbureau beslag weten te leggen op een groot aantal nummers van „in de rechte straat" (juni-nummer 1971), waarin zeer uitvoerig op vele aspecten van wiersinga's verzoeningsleer wordt ingegaan. Even een aanvraag en je krijgt een of meerdere exemplaren toegestuurd. Tenslotte: dit is een dogmatische schets. Het gaat er in de dogmatische schetsen om, wat hulp te geven bij het bestuderen van onze nederlandse geloofsbelijdenis. In déze schets willen we enkele kanttekeningen plaatsen bij art. 21 van de n.g.b. Het is eis om dit artikel alvorens aan het onderwerp te beginnen eerst eens enkele malen aandachtig door te lezen.

Naast artikel 21 N.G.B. gaan we ook uit van de zondagen 5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus, terwijl ook de Dordtse Leerregels niet gemist kunnen worden, gezien een uitspraak als in hfst. V, 7.

Voor de aanpak van dit onderwerp vind je wenken bij punt 7 van de schets.

2. Grepen uit de geschiedenis.

a) In de oude kerk neemt de bezinnig over de verzoening nog geen grote plaats in. De apostolische vaders en met hen de ware gelovigen weten zeker dat zij leven uit het verzoenend lijden en sterven van Jezus Christus. In de oude oosterse kerk leefde vooral de gedachte van Christus als Triomfator over duivel en dood. In de westerse kerk wordt vooral de rechtsverhouding tussen God en mens geaccentueerd. We horen dan o.a. de kerkvader Tertullianus spreken over het voldoen aan de beledigde God, het stillen van de toorn Gods, het verzoenen van God.

b) Anselmus (1033 - 1109): Deze middeleeuwse theoloog móet genoemd worden als we over de verzoening spreken. Hij schreef het beroemde Cur Deus Homo? (= Waarom werd God mens?) Bij de beantwoording wijst hij vooral op de ontzettende ernst van de zonde. Wij kunnen de verhouding met God nooit meer goed maken. Het recht is geschonden. God kan zijn recht niet ongedaan maken. Anselmus komt dan tot de meest bekende zin uit zijn geschrift: God moet óf de zonde straffen óf genoegdoening geven. Daarom werd God mens!

Toegegeven moet worden dat de redenering nogal koel klinkt. Velen verafschuwen Anselmus' verzoeningsleer, maar niet alleen om de koele toon! Men ergert zich aan het feit dat Anselmus de mens in zijn zwakste plek aantast: zijn schuld tegenover God!

De eerste die zich tegen Anselmus verzette was zijn tijdgenoot Abaelardus. Hij vindt dat Anselmus God als een wrekend Tyran voorstelt. De volle nadruk valt bij hém dan ook op de liefde Gods. Over de toorn van God over de zonde wordt nauwelijks gerept. Gods liefde wil wederliefde bij de mens wekken. Jezus' sterven is hét grote voorbeeld tevens van naastenliefde. Déze accentuering, waarbij zonde en schuld wordt verdoezeld, keert bij vele moderne theologen terug.

Dr. Wiersinga b.v. werd in een bespreking wel de moderne Abaelardus genoemd.

c) De Reformatie.

Luther heeft zijn schuld tegenover God als een ondraaglijke last gevoeld voor hij tot het licht kwam: de goddeloze wordt gerechtvaardigd door het geloof alleen. Al kunnen we niet zeggen dat hij de verzoening systematisch heeft doordacht. Hij heeft er ten volle uit gelééfd. De prediking van de verzoening door Christus staat bij Luther centraal.

Ditzelfde kan van Calvijn gezegd worden. In zijn Institutie gaat hij bovendien uitvoerig in op het werk van Christus (deel II, hfst. 15 t/m 17). Vooral wordt gewezen op Christus in zijn ambtelijk werk. Hij is de ware Priester. Zoals de priester in het Oude Testament verzoening deed over het volk (door bloedstorting!), zo doet ook dé ware Priester verzoening over Zijn volk, door Zijn eigen lichaam als offer te geven, waardoor de rechtvaardige toorn Gods verzoend wordt.

Zo heeft de nieuwe mens, het kind van God, een vrije toegang tot de Vader, door Christus.

Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis is ontstaan o.i.v. Calvijn. We vinden in het artikel over de verzoening de volle bijbelsreformatorische gedachte.

d) Moderne theologie.

Calvijn werd scherp aangevallen door Socinus. Vele theologen van onze tijd gaan nog steeds uit van zijn bezwaren. Prof. Polman heeft hun argumenten in zijn toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis als volgt gerubriceerd:

1. Het begrip satisfactie of genoegdoening is niet aan de bijbel, maar aan de rooms-katholieke boetepraktijk ontleend.

2. Het Oudtestamentische offer waarbij het offerdier, ziende op Christus, als plaatsvervanger gedood werd, is altijd verkeerd uitgelegd. De bijbel spreekt niet over plaatsvervanging. Het bloed waarmee God werd verzoend moet beschouwd worden als een heidense gedachte, ingeslopen in het Oude Testament..

3. Jesaja 53 spreekt niet over de plaatsvervanging; de lijdende Knecht des Heeren wijst alleen maar op het feit dat deze Knecht zich geheel met zijn volk vereenzelvigt, het volk vertegenwoordigt (representeert), zich solidair verklaart met het volk.

4. Dé fout van de reformatie was dat ze leert dat God wordt verzoend. Nee, zegt men, God verzoent: het initiatief tot verzoening gaat uit van Gód: er is maar één lijn: van God naar de mensen. Het gaat alleen om Gods liefde.

5. Het Godsbeeld van de reformatoren klopt dan ook niet. Er is in hun denken over God steeds een verhouding van liefde én toorn, barmhartigheid én rechtvaardigheid. Maar, zo zegt men alweer, de liefde Gods is allesoverheersend. Het sterven van Christus is geen straf op de zonde (een heidense gedachte!), maar Christus stierf om de mensen te laten zien hoe God het met de mens meende!

3. Enkele nadere punten.

a) de leer aangaande God: als hier verkeerde lijnen worden getrokken, als de liefde Gods alléén geldt en men doet alsof er in de Schrift nooit van de toorn Gods over de zondeschuld van de mens gesproken wordt, gaat men óók wat de leer der verzoening betreft, fout. We zullen beide lijnen, de rechtvaardigheid én de barmhartigheid, in gehoorzaam luisteren naar de Schrift moeten aanvaarden. Gods kind leert beide bevindelijk kennen toorn én liefde. Ellende, verlossing, dankbaarheid. Alleen zo wordt de vreselijke werkelijkheid van de zonde niet miskend. God kan de zonde niet klein achten. Elke zonde is een belediging van Zijn vlekkeloze heiligheid. God heeft ons volmaakt geschapen en daarom heeft Hij recht op ons.

b) Object of Subject? Object = voorwerp, subject = onderwerp. Het onderwerp is de handelende, het object is degene die de handeling ondergaat. Het gaat hier om de vraag of God Object of Subject van de verzoening is. Eenvoudig gezegd: gaat de verzoening alleen van God uit, is er de éne lijn van Gods liefde tot de mensen, of wordt God verzoend (door het zoenmiddel) met de mens?

De Schrift leert beide: de verzoening gaat zeker van God uit. Het is Zijn eeuwig welbehagen dat eeuwig Hem bewoog. Hij gaf Zélf het offer: Zijn geliefde Zoon. Maar de verzoening is tegelijkertijd ook op God gericht: God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede (vr. en antw. 12 H.C.). Hij eist ook het offer. Hier staan we voor de diepste kern: in Gods grondeloze barmhartigheid gaf Hij Zelf het middel waardoor aan Zijn oneindige rechtvaardigheid wordt voldaan. In het kruis van Golgotha vinden de rechtvaardigheid en de barmhartigheid elkaar.

c) Plaatsvervanging of vertegenwoordiging? Het gaat hier om de vraag of Christus in de plaats van Zijn volk ging staan of dat Hij Zich opwierp als de Vertegenwoordiger van de mensheid. We mogen niet het een uitspelen ten koste van het andere. Daaraan maakt de moderne theologie zich schuldig, wanneer eenzijdig de vertegenwoordiging van Christus wordt benadrukt. Daarmede vermijdt men het spreken van schuld, genoegdoening, toorn Gods e.d.

Er is zeker sprake van vertegenwoordiging. Zoals Adam de verloren mensheid vertegenwoordigt, zo representeert Christus, de tweede Adam, de nieuwe mensheid, het volk dat Hem is ingelijfd. Maar deze vertegenwoordiging is er via plaatsvervanging: Christus stierf de dood, onderging de straf die Zijn kinderen hadden moeten dragen. Hij ging in de- plaats staan van een vervloekte zondaar. Alleen langs déze weg is Hij de Representator, alleen zó is Hij solidair met Zijn kinderen.

d) Algemene verzoening? De Bijbel leert ons anders. De prediking van de verzoening houdt niet in, dat tot de mens gezegd wordt: „Gij zijt verzoend", maar is een ernstige roepstem zich tot God te wenden: „Laat. u met God verzoenen". Dit betekent niet dat wij zelf ook maar iets aan onze verzoening met God kunnen bijdragen, maar het is wel een ernstige, hartelijke vermaning om tot de Middelaar te gaan. Wee degene die geen gehoor geeft aan deze welmenende roepstem; hij zal door eigen schuld verloren gaan. Maar hij die door de Heilige Geest geleid, komt tot het zich laten verzoenen, zal leren dat Gód Zijn verzoeningswerk in hem begonnen is.

4. Besluit.

Het onderwerp van deze schets is een bijzonder belangrijk en tevens teer punt in de goddelijke leer. Het is de kern waar alles om cirkelt. Met iets van die teerheid die het onderwerp eigen is, zul je het ook moeten benaderen. Je mag niet „even gauw" een inleidinkje maken over de verzoening. Als het ergens geldt is het wel hier: biddend studeren. Je moet in je onderwerp nooit gaan „preken", maar hier mogen we elkaar de vraag wel voorleggen: spreek ik, praten we, onverzoend of verzoend over de Verzoening?

5. Literatuur.

a) Bij de schets.

1. Een uitstekend boek, dat intensief voor deze schets werd gebruikt is: „De prediking van de verzoening" door Ds. G. Boer, Woerden, 1968. Behoorlijk niveau, maar helder, zakelijk, bijbels.

2. De BBB-pocket: „Het evangelie van de Verzoening" door Prof. Dr. A. F. N. Lekkerkerker is, mits goed gelezen, voor een eerste oriëntatie wel bruikbaar.

3. We wijzen nogmaals op het juni-nummer van „In de Rechte Straat", 1971, dat over 't algemeen heel duidelijk geschreven is. Het is voor leden van verenigingen gratis verkrijgbaar bij het bondsbureau, Korte Bergstraat 16-11, Amersfoort, tel. 03490-11275. Voor niet-leden is de prijs ƒ 1,—.

b) Voor verdere studie:

4. De Institutie van Calvijn handelt in deel II, hfst. 15 t/m 17 over de persoon, het werk en de ambten van Christus, waarbij de verzoening uitvoerig ter sprake komt.

5. „Het werk van Christus", een dogmatische studie van Prof. Dr. G. Berkouwer. Dit in 1953 ver-schenen boek bevat een degelijk stuk over de verzoening, waarin de moderne theologie op dit punt met een beroep op Calvijn en Bavinck o.a. wordt afgewezen (in 1971 promoveerde Dr. Wiersinga bij.... Prof. Berkouwerl).

6. Gespreksvragen.

Voor de bespreking kan een keuze gemaakt worden uit de onderstaande vragen:

1. Vind je bezinning over de verzoening nodig? Beredeneren we alles niet teveel?

2. Waarom is de verzoening het centrale punt waar het om gaat? Of ben je het hier niet mee eens?

3. Kun je voorbeelden en teksten noemen uit de Schrift waaruit Gods initiatief tot de verzoening blijkt? Kun je datzelfde ook m.b.t. God Die verzoening eist?

4. God eiste in het Oude Testament het offer, maar stelde Zelf de offerdienst in. Zie je parallellen m.b.t de verzoening?

5. Wat zou de reden zijn dat vele theologen de toorn Gods verdoezelen?

6. Tegen de zondagen 5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus zijn nogal wat bezwaren ingebracht, omdat de opzet te verstandelijk-redenerend zou zijn. Kun je de Catechismus op dit punt verdedigen?

7. Wat zijn de gevolgen van een prediking waarin de algemene verzoening verkondigd wordt?

8. Wat vind je van een opmerking van Karl Barth: ,,De goddelijke liefde omspoelt Gods toorn?" Is dit hetzelfde of wezenlijk iets anders als datgene wat in deze schets over liefde en toorn werd opgemerkt?

9. Mag je stellen dat de Vader of de drieënige God Zelf geleden heeft aan het kruis?

10. Vraag je eens eerlijk af wat er in je omgaat als je leest: ,,lk bid u van Christus' wege, laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5 : 20).

11. Heeft de verzoening ook konsekwenties wat betreft het maatschappelijke en politieke leven (houding t.o. oorlogsmisdadigers b.v.)?

7. Wenken.

— Lees eerst de schets in zijn geheel door.

— Daarna de genoemde belijdenisgeschriften die over de verzoening handelen én de bijbelgedeelten of teksten die daarbij geciteerd en genoemd worden.

Verwerk deze gegevens in je onderwerp. De kern van de zaak is dan zeker genoemd.

— Tracht je daarna te verdiepen in de geschiedenis van het dogma over de verzoening (Ds. Boer of Prof. Lekkerkerker).

— Pas hierna krijgt het lezen van het juni-nummer van ,,ln de Rechte Straat" echt waarde.

•— Beslis daarna of je in je onderwerp meer van de historische kant wilt uitgaan, zoals in deze schets gebeurt, óf van de aktuele kant (Dr. Wiersinga). Voor het laatste biedt „In de Rechte Straat" overvloedig materiaal. Je zult echter tot de ontdekking komen dat de historische lijn nooit helemaal gemist kan worden.

— De volgende artikelen in „In de Rechte Straat", min of meer aansluitend bij de erachter aangeduide paragraafjes uit de schets, zijn voor ons

doel van het meeste nut:

* Onze schuld in de breedte - II, b

* Het Evangelie is niet naar de mens - III, c

* Aantasting van de kern van 't Evangelie - III,b

* Laat u met God verzoenen - III, d

* De vervloekte in onze plaats - III, c

* Prof. Berkouwer contra Dr. Wiersinga I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Salvo | 80 Pagina's

De Verzoening.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Salvo | 80 Pagina's