JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Waarom een Kerkorde?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarom een Kerkorde?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzing voor hel gebruik.

Deze schets is bedoeld als handreiking voor een gesprek op de vereniging over het waarom van een kerkorde. Daarop moet de nadruk vallen. Het is echt niet nodig om uitvoerig op de inhoud van de D.K.O. in te gaan. Dat kan later nog wel eens. Je zou het onderwerp bij te veel aandacht voor de bepalingen van de D.K.O gauw te uitgebreid en te moeilijk maken. Het gaat om een voor de meeste leden weinig bekende stof. Je zou je inleiding kunnen beginnen met iets te zeggen over het apostelconvent (Handelingen 15).

Dit schriftgedeelte zou trouwens ook als bijbels onderwerp behandeld kunnen worden. Op de verenigingsavond die daarna volgt, komt dan het onderwerp van de schets aan de orde.

1. Wat is een kerkorde?

Volgens art. 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis is de Christelijke Kerk een heilige vergadering der ware Christ-gelovigen, allen hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed en verzegeld door de Heilige Geest. Zo is de Kerk naar haar wezen een gemeente die uit genade en uit geloof leeft, maar ook een gemeente die een heilige vergadering is en dus een zichtbare zijde heeft. De ware gelovigen verenigen zich tot de bediening van het Woord en tot de bediening van de Sacramenten. Zij stellen zich persoonlijk onder de leiding van de ambten, die Christus in Zijn Kerk heeft ingesteld.

De kerk is dus een gemeenschap met een zichtbare openbaring; het is een rijk met een eigen openbaring. En gelijk er geen enkele aardse ge-meenschap kan bestaan zonder dat er rechtsregels zijn, zó kan ook de kerk als „heilige vergadering der ware christ-gelovigen" niet zonder rechtsregels zijn.

Het geheel van de voor de kerk geldende rechtsregels noemen we het kerkrecht. Het kerkrecht houdt zich bezig met de normen, die de rechtsverhoudingen in de gemeenten (kerken) regelen. Ook spreekt het kerkrecht zich uit over de normen, die bepalend behoren te zijn voor de rechtsverhoudingen tussen de burgerlijke staat en de gemeenten(kerken). De algemene rechtsbepalingen ontleent het kerkrecht aan de Heilige Schrift. Deze bepalingen worden door de bevoegde kerkelijke instantie, en dat is de Generale Synode, schriftelijk vastgelegd in een kerkorde.

Deze kerkorde dient om een goede gang van zaken in het kerkelijke leven te verzekeren en te bevorderen.

2. Is een kerkorde noodzakelijk?

In het Nieuwe Testament zijn er duidelijke aanwijzingen voor een vaste orde in de kerk. Sla eens na Hand. 16 : 4, 1 Kor. 14 : 40, 1 Tim. 3 : 15, 1 Kor 11 : 34b, Titus 3 : 10.

Aanvankelijk bloeide in het begin van het ontstaan van de Nieuwtestamentische gemeenten de gave des Geestes op bijzondere wijze, maar de Heere gaf van het begin af leiding der gaven door het ambt van apostel.

Weldra kwamen voor de tijdelijke en bijzondere ambten in de plaats de blijvende, gewone ambten van herder en leraar, ouderling en diaken. Vergelijk Efeze 4 : 11. Om de taak door de Koning van de Kerk aan hen opgedragen te kunnen volbrengen, was het nodig om onderling samen te komen en de beleidslijnen vast te stellen. Zo kwa-men de apostelen samen te Jeruzalem in het apostelconvent (Hand. 15) en later de gewone ambten in de kerkelijke vergaderingen om regels vast te stellen voor het handelen in de gemeenten zelf en voor het handelen van de gemeenten onderling.

Een kerkorde is ook noodzakelijk omdat de kerk in een aardse bedeling leeft, waarbij zonden de kerk zullen blijven aankleven. Daarom kan zij niet zonder recht en tucht zijn. Deze tucht is geen rechterlijke, maar een genezende, die tot doel heeft de zondaar terecht te brengen. Zo blijft een kerkorde en kerkrecht nodig voor het welzijn van de kerk. En zolang de kerk des Heeren nog niet in de hemel is zal dit altijd zo moeten blijven.

3. Hoofdkenmerken van het gereformeerde kerkrecht.

Het gereformeerde kerkrecht kenmerkt zich door:

— eerbiediging van het ambt aller gelovigen

— eerbiediging van de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk.

— instelling van de drie ambten: ouderling, diaken en predikant (in tegenstelling met het ambt aller gelovigen wel bijzondere ambten genoemd)

— het streven naar een zekere coördinatie (samenwerking en samenhang) in de vorm van meerdere vergaderingen (classes en synoden)

— het regelen van de verhouding van kerk en staat overeenkomstig de Heilige Schrift

De Gereformeerden - de calvinistische kerken - hebben er steeds de nadruk opgelegd, dat de heerschappij van het Woord Gods in de kerk gezag heeft. Alleen die kerkinrichting is de ware, die uit Gods Woord geput is en overeenstemt met de orde van de apostolische kerk.

De reformatie brak met de hiërarchie van de room-se kerk, omdat deze kerk naast Gods Woord ook de traditie erkent, waardoor de geestelijkheid de onfeilbare uitlegging van het Woord Gods zou bezitten. Aan deze twee bronnen, de Heilige Schrift én de traditie, ontleent de roomse kerk haar onomstotelijke grondwetten voor het kerkelijke en geestelijke leven. De gereformeerde kerken kennen echter geen onfeilbare uitleggers van het Woord Gods. De bedienaren van het Goddelijk Woord zijn ook leden van de gemeente en als zodanig ook onderworpen aan de kritiek van Gods Woord.

4. Independenten

Hebben de gereformeerde vaderen zich op grond van de Schriftuurlijke gegevens verzet tegen het papale of roomse kerkstelsel, dat aan de paus als hoofd van de kerk op aarde de hoogste wetgevende, rechterlijke en bestuderende macht toekent, zij hebben zich ook, van meet af gedistancieerd van het independentische kerkstelsel.

Het independentisme is een bepaald systeem van kerkrechterlijke opvattingen, ook wel aangeduid met de naam congretionalisme. Dit independentisme vond vooral in Engeland ingang, waar R. Browne als grondlegger moet worden aangemerkt. In de zeventiende eeuw kenden de independenten een bloeitijd. Sommigen hadden zelfs zitting in de bekende synode van Westminster (1643 - 1649).

Op deze synode hadden zij, ondanks hun geringe groep, een vrij grote invloed. De independenten kwamen op voor de onafhankelijkheid (independence), de „independente macht" van elke congregatie, d.i. een bepaalde groep gelovigen.

Het independentisme gaat uit van de volstrekte autonomie van de congregatie, die geheel vrij moet zijn en onafhankelijk van elk kerkverband en staatsgezag. Deze onafhankelijkheid geldt niet alleen bij het beroepen van de predikanten, maar ook voor de eredienst, de belijdenis en de tucht. Het bindend gezag van de meerdere vergaderingen (classes en synoden) mag niet bestaan.

De congregaties kunnen wel samenkomen in conferenties, doch deze kunnen hoogstens adviezen uitbrengen, die echter geen verplichtingen mogen zijn voor de uitvoering ervan. Volgens de independenten heeft Christus het gezag in de gemeente gegeven aan de individuele leden van de gemeente. Van een geestelijk gezag van ambtsdragers mag geen sprake zijn. Niet de kerkeraad regeert, maar de wil van de gemeenteleden. Geldigheid van de besluiten van de kerkeraad is afhankelijk van de toestemming van de gemeenteleden.

Ook zijn de independenten tegen elke bindende kracht van de uitwendige vormen in de eredienst en het kerkelijke leven. Van voorgeschreven formulieren met vaste formuliergebeden willen zij niet weten. Zelfs het gebed des Heeren is hiervan niet uitgesloten. Ook vaststaande kerkelijke feestdagen moeten worden afgeschaft. Als leden der gemeente mogen alleen gelovigen, n.l. degenen die de kenmerken dragen van een wedergeborene, worden toegelaten.

Het independentisme heeft echter geen oog voor het feit, dat Christus de leiding in de gemeente heeft opgedragen aan de ambtsdragers (Matth. 28 : 19, Joh. 20 : 21, Efeze 4 : 11). Ook is er geen oog voor de organische eenheid van de kerk, die een opdracht van Christus is (Efeze 4 : 16, Col. 2 : 19). De meeste kerken van de Baptisten in Engeland en ook in Amerika worden independentistisch geregeerd.

Sommige stromingen zijn in de leer calvinistisch, b.v. de Strict Baptists (de gemeenten van Philpot in Engeland), andere zijn de remonstrantse leer toege-daan. Ook in de huidige Pinkstergroepen wordt het independentisme als vorm van kerkregering gehandhaafd.

5. Het ontstaan van de dordtse kerkorde (d.k.o.)

De presbyteriale kerkorde (presbyter = ouderling) is door worsteling tot stand gekomen. Voor 1544 werkten in de gemeenten Lutherse, Erastiaanse en Doperse gedachten. Maar na 1544 komen er vanuit Londen en Oost-Friesland kerkrechtelijk meer andere gedachten ons land binnen. De synoden van Emden (1571), Dordrecht (1578), Middelburg (1581) en Den Haag (1586) stellen bepalingen vast, die een kerkelijk leven in meer gereformeerde zin mogelijk maken.

Maar ook werden er in deze tijd door de overheid in de verschillende provincies kerkelijke wetten opgesteld. Het doel daarvan was om de kerkelijke gemeenten onder de gewestelijke en plaatselijke magistraten te plaatsen. De geest van deze staatskerkenorden was Erastiaans, d.w.z. de gemeenten moesten geheel onder het gezag van de overheid komen. Vooral de remonstranten, zoals Hugo de Groot en Ds. Uytenbogaert waren hiervan voorstanders.

Maar de kerkelijke gemeenten hebben zich tegen dit streven van de remonstranten heftig verzet. Zij hielden vast dat Christus de sleutelmacht niet aan de overheid maar aan Zijn kerk zelf heeft gegeven. Op de grote synode van Dordrecht is deze strijd principieel niet geheel tot een juiste beslissing gebracht, daar in de Dordtse Kerkorde nog teveel zeggenschap aan de overheid werd toegelaten. Bovendien heeft de overheid de kerk in ons land bijna twee eeuwen lang verhinderd om in Generale Synode bijeen te komen. Ondanks dit alles kreeg de D.K.O. een bindende kracht, hoewel de D.K.O. niet officieel is geapprobeerd (goedgekeurd) door de Generale Staten en ook niet door enkele Provinciale Staten. Zo weigerden de Staten van Holland de approbatie, maar gaven wel toestemming aan de gemeenten om de D.K.O. te volgen. Voetius meende dat daarmede in wezen ook de Staten van Holland de D.K.O. toch approbeerden.

6. Het gebruik van de d.k.o. In onze gemeenten.

Op de eerste synode van de Christelijk Afgescheiden Gemeenten te Amsterdam werd de D.K.O. van 1618 - '19 aangenomen met uitzondering van die bepalingen, die macht van de overheid in de kerk toelaten.

Toen in 1907 er een samensmelting kwam van de Geref. Gemeenten onder het kruis met de Gereformeerde Gemeenten ontstaan uit het optreden van Ds. Ledeboer, werd op de synode van Rotterdam als artikel I van de Bepalingen vastgesteld:

„Als accoord van kerkelijke gemeenschap wordt aanvaard en blijve gehandhaafd de D.K.O., vastgesteld in de jaren 1618 - 1619, behoudens die artikelen die door verandering van de verhouding tussen Kerk en Overheid, of door het wegvallen der Waalse taal, niet meer van kracht zijn, van welke artikelen de kerken zelve aanwijziging doen zullen". Deze bepaling, die bevestigd werd door de synode van Middelburg, is nog steeds de leidraad ook voor het funktioneren van de D.K.O. in onze gemeenten.

7. Literatuur

Bij de schets:

1. Ds. K. de Gier: Toelichting op de D.K.O. in vraag en antwoord. Uitgave W. M. den Hertog, Utrecht, 1968.

2. Ds. Joh. Jansen: Korte verklaring van de kerk-orde. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen, derde druk, 1952.

Deze verklaring is afgestemd op de situatie in de Geref. Kerken, waar men sommige punten iets gewijzigd heeft. Daarmede moet bij het lezen wel rekening gehouden worden.

3. M. Golverdingen: Ds. G. H. Kersten: facetten van zijn leven en werk, uitgave Bond van Jeugdverenigingen der Geref. Gemeenten, Amersfoort, 1971, hfst. 3: Een kerk met orde (bij paragraaf 4 en 6 van de schets).

4. J. Segers: Kerken bij de Strict Baptists. Drie artikelen in „Daniël" van 14 mei, 11 juni en 25 juni 1971, 25e jrg. nr. 22, 24 en 25. (Bij paragraaf 4 van de schets. In deze artikelen vind je sprekende voorbeelden van independentisme)

Voor verdere studie:

1. Ds. G. H. Kersten: Kerkelijk handboekje. Uitgave N.V. De Banier, Utrecht. Hierin staat de D.K.O. en een aantal andere gereformeerde kerkorden uit de zestiende eeuw.

2. Dr. F. L. Bos: De orde der kerk, toegelicht met de kerkelijke besluiten uit vier eeuwen. Uitgave: Guido de Bres, 's-Gravenhage, 1950 (alleen antiquarisch verkrijgbaar).

3. Dr. H. Bouwman: Gereformeerd Kerkrecht. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen, 1e druk 1928/1934 2e druk 1970 (2 delen).

4. Prof. Dr. F. L. Rutgers: Kerkelijke adviezen. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen, 1921, 2 delen (alleen antiquarisch verkrijgbaar).

8. Gespreksvragen

1. Ga samen na waarom het kerkelijk leven niet zonder kerkorde kan zijn.

2. Wat zou je iemand, die tot de Pinkstergroepen behoort, antwoorden op grond van de Schrift, wanneer zo iemand betoogt dat kerkelijke besluiten, classes en synoden niet bijbels zijn?

3. Zou er verband kunnen bestaan tussen de opvattingen van de independenten en de verhoudingsgewijs zeer veel voorkomende scheuringen in plaatselijke gemeenten in die kringen? Zo ja, waarin zie je dat?

4. Welke principiële bezwaren zijn er tegen de z.g.n. „vrije gemeenten", die buiten elk kerkverband staan?

5. In de 17e eeuw benoemde de plaatselijke overheid of de ambachtsheer van een bepaald gebied vaak de predikant. Waarom is deze gang van zaken niet aanvaardbaar? Zoek vooral naar schriftuurlijke argumenten.

6. Soms hoor je wel eens de mening, dat de zichtbare kerk er niets toe doet. Alleen de onzichtbare kerk is belangrijk.

Hoe moeten we op grond van Gods Woord tegenover zo'n mening staan? Betrek bij je antwoord ook ambten, sacramenten, tucht, belijdenis. Je kunt daarom op zondag net zo goed naar een gezelschap gaan dan naar de kerk.

7. Waarom zou er in de D.K.O. bepaald zijn, dat alleen tot plaatsing onder censuur mag worden overgegaan met toestemming van de classis?

9. Wenk

Wanneer dit onderwerp op de vereniging wordt behandeld, is het bijzonder aan te bevelen dat de D.K.O. in de handen van de leden komt (doorgeven; in de pauze ter inzage leggen; enkele belangrijke artikelen op een bord schrijven in het vergaderlokaal of op een stencil zetten. Er zijn mogelijkheden genoeg).

Je vindt de D.K.O. in het Kerkelijk Handboekje van Ds. Kersten. Vroeger gaf ,,De Banier" de kerkorde ook uit in de vorm van een kleine brochure (niet meer verkrijgbaar).

Wellicht kun je die bij de kerkeraad te leen vravragen.

Het is zelfs te overwegen om de gehele D.K.O. op stencil te zetten en aan de leden te geven na behandeling van het onderwerp.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Salvo | 80 Pagina's

Waarom een Kerkorde?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

Salvo | 80 Pagina's