De verzoeking in de woestijn

Inleiding

Het is juist, in een schets als deze, aan de verzoeking van de Heere Jezus in de Woestijn aandacht te schenken. Wij leven immers in een wereld vol verzoekingen en verleidingen. Daarin zien we de macht die de satan (nog) heeft.

Laat ons echter zien op de Christus, die óók verzocht is geworden, maar niet is gevallen, doch staande bleef, ondanks al de vurige pijlen die de duivel op Hem afschoot.

Tijdstip

Wanneer vond de verzoeking van de Heere Jezus in de woestijn plaats? Zie Matth. 4:1: „Toen werd . . ." Zie het voorafgaande gedeelte Matth. 3 : 13—17. Daar lezen we, dat de Heere Jezus door Johannes de Doper werd gedoopt in de Jordaan.

God de Vader Zelf bevestigde die doop door een stem uit de hemel: „Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Welken Ik Mijn welbehagen heb". De Heere Jezus is toen gezalfd met de Heilige Geest en Hij kan dan ook nü Zijn ambtelijk werk beginnen (Bavinck). De verzoeking valt dus na de doop en het nederdalen van de Heilige Geest in de gedaante van een duif, maar nog vóór het publieke optreden van de Heiland.

Waar?

„In de woestijn" lezen we (Matth. 4 : 1, Luk. 4 : 1 en Mark. 1 : 12). Niet de woestijn rondom de Sinaï wordt bedoeld, maar waarschijnlijk is het dezelfde woestijn waar ook Johannes de Doper predikte. Dat is het land, juist ten noorden van de Dode Zee, rondom het zuidelijk gedeelte van de Jordaan. Eenzaam, arm aan regen, onvruchtbaar, bergachtig.

Verblijf in de woestijn

Een verblijf van 40 dagen. Het getal 40 komt, zoals we weten, meer voor in de Bijbel. Deze 40 dagen bracht Jezus vastend door. Trek een lijn tussen de twee oud-testamentische figuren, die dit ook deden (Mozes en Elia) én de Heere Jezus.

Een vastentijd van.,40 dagen is uitzonderlijk lang. De Heere Jezus vastte als mens. Ook Hij gevoelde normaal de behoefte aan spijs en drank. Nu echter niet. De reden? Zie Matth. 4:1, Mark. 1 : 12 en vooral Luk. 4 : 1 : de Geest leidde Hem weg, dreef Hem uit, Hij was vol des Heiligen Geestes. De doop, de Goddelijke bevestiging daarvan, gaf Hem zoveel vreugde, zoveel kracht, dat de behoefte aan voedsel wegviel. Zijn menselijk leven werd door God onderhouden.

Waarom vastte de Heere Jezus ? Tracht hier, m.b.v. het bovenstaande, nu zelf een antwoord op te geven. Maar na 40 dagen vraagt het lichaam zijn rechten weer: Hem hongerde ten laatste. Dat is een bijzondere kans voor de satan!

Wanneer verzocht?

Wannéér is Jezus verzocht door de duivel ? Gedurende de gehele 40 dagen of pas aan het einde hiervan? Lees de drie gedeelten over de verzoeking aandachtig na (Matth. 4 : 1—11, Mark. 1 : 9—13, Luk. 4 : 1— 13). Vanuit Mattheus krijgen we de indruk, dat de verzoeking pas aan het einde van de 40 dagen plaatsvond (Matth. 4:2 en 3). Markus en Lukas wekken echter de indruk, dat de verzoekingen 40 dagen lang plaatsvonden. Een (onoplosbare) tegenstelling? Neen! Het handboek van Stock en Renkema merkt op: „misschien trachtte hij (d.i. de duivel) in die tijd de Heiland door allerlei boze influisteringen tot kwaad te verleiden". In ieder geval: de satan sloop rondom de Heiland, wachtend op de gelegenheid, die hem, als verleider, ten bate zou komen.

De verzoeker

We bewijzen de duivel, de satan te veel eer, als we lang aandacht aan hem besteden. Tracht toch kort na te gaan, wat er in de Bijbel over hem gezegd wordt. Ga vooral na, met welke namen hij in ons schriftgedeelte en op andere plaatsen genoemd wordt (Matth. 4 : 3, 1 Thess. 3 : 5, Luk. 11:4, Luk. 22 : 31, Ef. 6 : 12, 1 Petr. 5 :8 e.a.) Zie evt. een concordantie. Laat het ons zijn tot lering: dat de satan machtig is, machtiger dan wij. Laat het ons brengen tot de bede: „Verlos ons van de boze".

De verzoekingen

Had de Heere Jezus deze verzoekingen nodig, om daardoor des te sterker te staan tegenover de aanvallen van de satan? Dus: om gestaald te worden in de geestelijke strijd? Neen! „Jezus' verzoeking was niet een krachtmeting met onzekere afloop" (Dr. H. Ridderbos). Maar de Heere Jezus, gedreven door de Geest, moet beginnen bij het begin. Daar, waar de eerste Adam de draad liet vallen, moet de tweede Adam, de Christus, haar weer opnemen. Dat is de wil des Vaders. Waar de eerste Adam onder de verleiding van de satan viel (en wij met hem!) moet de tweede Adam duidelijk laten uitkomen, dat Hij de Sterkere is, machtiger dan de satan, dat Hij niet zwicht voor welke verleiding ook.

De duivel tracht de Heere Jezus te verzoeken met geestelijke middelen. Neem de opmerking van Dr. H. Ridderbos ter harte, dat het in deze drie verzoekingen in diepste wezen gaat om het Koninkrijk en het Koningschap.

De duivel brengt de Heere Jezus niet aan het twijfelen met zijn woorden: „Indien Gij Gods Zoon zijt", maar hij wil dat de Christus reeds nü, nu Hij als een „gewoon mens" over de aarde gaat, de koninklijke heerschappij zal grijpen.

De duivel zegt als 't ware: „Betoon dan, dat Gij Koning zijt, het Koninkrijk bezit, maak dan van deze stenen brood, spring dan naar beneden, U als Koning zal niets overkomen, de engelen zullen U wel op de handen nemen". De satan wil, dat de Heere Jezus op Zijn koninklijke macht vooruit grijpt.

De eerste verzoeking (stenen in brood veranderen) wordt dan ook genoemd: de verzoeking van de macht. De tweede (het springen van de tinne des tempels) als: de verzoeking van het vertrouwen (Bavinck). Laat zien, dat de stenen U gehoorzamen moeten, laat zien, dat de engelen Uw bevelen moeten opvolgen! zo horen we satan sissen.

In de derde verzoeking (het vertonen van alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid) werpt de duivel het masker volledig af. Doe slechts één knieval voor mij, en alles is nu reeds van U. Ga toch niet de weg van het lijden, de weg van het kruis, wees niet zo dwaas, om langs die weg Koning te zijn. Kom, wees mijn compagnon, zie hoe heerlijk deze wereld is, die U zonder slag of stoot of kruis in de handen kan vallen.

Maar de Heere Jezus „bleef trouw aan het kruis" (Ridderbos) .

Hoe de Heere Jezus reageert

Volkomen bijbels! Leg daar in je onderwerp/inleiding de volle nadruk op. „Er is geschreven, er is wederom geschreven, daar staat geschreven" (Matth. 4:4, 7, 10; Luk. 4 :4, 8, 12). Jezus klemt Zich vast aan het Woord. Het Woord van Zijn Vader, van God, is Hem genoeg. De duivel werkt ook met schriftwoorden, maar rukt ze uit hun verband (bv. als hij Ps. 91 aanhaalt). De Heere Jezus hanteert de Schrift op de juiste wijze, nl. niet tot eigen voordeel, maar tot eer van God!

Al de teksten, die de Heere Jezus aanhaalt, zijn uit het boek Deuteronomium.

Ga dit eens na en zoek de vindplaatsen op! Juist dat gedeelte van Deuteronomium, waaruit de Heere Jezus citeerde, was aan alle Joodse kinderen onderwezen (Stock en Renkema). Let op het grote belang van een bijbels-gerichte opvoeding!

Tegen de werkelijk-bijbelse argumenten, die de Heere Jezus aanvoert, kan de satan niet op. „Toen liet de duivel van Hem af", hij week van Hem voor een tijd. Straks in Gethsemane en op Golgotha zal hij terugkomen; dan zal de voorlopige nederlaag van de duivel definitief worden. Dan is het: Christus — Triomfator! Jezus overwon iioor de weg van bei lijden te kiezen.

Waar Gods kinderen vielen en nóg vallen onder de verzoekingen, bleef Hij tot hun troost en tot redding van hun zielen, staande. Hij verkocht de zielen van Zijn volk niet aan de duivel (Ridderbos).

Dit is de grote troost voor alle (wankelmoedige) gelovigen. Maar ook, dat Jezus ons in alles is gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Breng het bijbelgedeelte van de verzoeking in de woestijn in verband met Hebr. 4 : 14-16, leg de nadruk op het 15e vers. Ga vandaar naar Jac. 4 : 7, want dat moet ook beklemtoond worden: de mens moet strijden tegen de duivel! Toch krijgt ons strijden pas echt zin, wanneer het plaats vindt in het licht van Hebr. 2:18: „Want in hetgeen Hijzelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij degenen die verzocht worden, te hulp komen".

Opmerkingen

1. De vele vragen, die opkomen bij het behandelen van dit bijbelgedeelte kunnen in deze schets moeilijk alle beantwoord worden. Dit is ook de bedoeling niet. Raadpléeg daarom een vertrouwde bijbelverklaring voor de nadere uitwerking en uitleg van de details. Daarin vind je bv. wel, welke berg waarschijnlijk bedoeld is, hoe we ons de tinne des tempels moeten voorstellen, enz.

2. De kwestie van de andere volgorde in Mattheus en Lukas behoeft geen problemen te scheppen. Mattheus geeft nl. hoogstwaarschijnlijk de juiste volgorde, terwijl Lukas ze meer naar hun karakter gerangschikt heeft.

Te raadplegen literatuur

1. Geschiedenis der Godsopenbaring, deel II, hel Nier/we Testament — Dr. J. H. Bavinck

2. Handboek voor de beoefening der Bijbelsche Geschiedenis, deel 11, het Nieuwe Testament — Stock en Renkema

3. Het verborgen Koninkrijk — Dr. Herman Ridderbos

4. De kanttekeningen behorende bij de Statenvertaling en een goede bijbelverklaring.

Discussievragen

1. Wat is de bedoeling van het vasten geweest, in het algemeen, en voor de Heere Jezus? Heeft het vasten ook voor ons nog zin?

2. Kon de verzoeking van de Heere Jezus bij Hem van binnenuit plaatsvinden ?

3. Hoe moeten we ons de satan tegenover de Heere Jezus voorstellen? In een lichamelijke gedaante of als een geest?

4. Waarom is de aanhaling van Ps. 91 : 11 en 12 door de satan verdraaid? De woorden kloppen toch precies met Matth. 4 : 6 en met Luk. 4 : 10 en 11?

5. Op welke manieren heeft de duivel het verlossingswerk van de Heere Jezus trachten te belemmeren? Zoek vb. zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.

6. Was de satan werkelijk zo machtig, als hij zich tegenover de Heere Jezus voordeed? Wat betekent het, dat hij de overste dezer wereld genoemd wordt?

7. Wat zie je in het feit, dat na de verzoekingen de engelen kwamen en Jezus dienden ?

8. Tenslotte: wat heb je nu uit deze geschiedenis geleerd ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen