De Zonde

De behandeling en bespreking van het onderwerp „de zonde" voert ons in de eerstel plaats naar de vraag: „wat is zonde".

Het gaat er bij de beantwoording van de vraag niet om wat wij voor zonde houden, of wat men voor zonde houdt, maar wat voor den Héére zonde is.

De Heere heeft in Zijn woord ons geopenbaard wat „zonde" is. In verband met de verschillende vormen, waarin de zonde zich openbaart, heeft de Heeré ook in Zijn Woord verschillende woorden willen gebruiken, om datgene wat in Zijn Oog zonde is ook als zonde te bestempelen.

Soms duiden die woorden op een verkeerd beginsel; soms doelen zij op verkeerde daden.

Wanneer in Rom. 8 : 7 gezegd wordt, dat het bedènken des vleses vijandschap is tegen God, en wanneer in Rom. 14 : 23 getuigd wordt, dat al wat uit het geloof niet is, zonde is, dan wordt het verkeerde beginsel, waaruit zondige daden voortkomen, voor ogen gesteld, opdat men tot de wortel van het kwaad afdale en niet slechts bij de „takken" der zonde zou blijven staan en menen, dat het terrein der zonde zich slechts tot verkeerde daden uitstrekt. Ongeloof aan het bestaan Gods; ongeloof aan de almacht Gods; ongeloof aan het recht van God om volmaakte onderwerping aan Zijn wil te eisen; ongeloof aan de wil Gods, om Zijn bedreigingen en beloften waar te maken en ongeloof aan Gods trouw tot vervulling van hetgeen Hij heeft gezegd ... de onwil om hetgeen de Heere behaagt te betrachten, de onwil om hetgeen de Heere haat te laten, en de lust tot het verbodene... zijn evenzovele zondige wortels waaruit zondige gedachte, woorden en werken voortkomen. Wanneer de Heere in Zijn wet gebood Hem lief te hebben boven alles en de naasten lief te hebben als zichzelf, dan heeft Hij daarmede ook uitgesproken, dat alles wat van de betrachting van Zijn gebod afwijkt, ongerechtigheid is. In 1 Joh. 3 : 4 staat, dat de zonde de 1 ongerechtigheid (= wetteloosheid, wetsverloochening) is.

Zowel het nalaten van het gebodene als het doen van het verbodene, is ongerechtigheid. De woorden, waarmee de Heere in Zijn woord de zonden aanwijst, spreken van afval, ontrouw, doelmissen, misdaad, misstap, afwijking.

Gods woord leert ons, dat de zonde is ontstaan in de engelenwereld (Joh. 8 : 44 en Judas vs 6), waarin sommige engelen het beginsel niet bewaard hebben, waarin de Heere hen schiep; en vanuit de engelenwereld is de zonde in de mensenwereld gekomen, zoals uit Gen. 3 blijkt.

Hoe de zonde kon ontstaan, is een mysterie voor ons. Zeker is, dat God de oorzaak van de zonde niet is, omdat Hij alle ongerechtigheid niet alleen haat, maar ook omdat Hij wegens Zijn Heilig Wezen geen zonde doen kan.

Doordat Adams zonde alle mensen wordt toegerekend (Rom. 5 : 12) worden alle mensen in zonden ontvangen en geboren (Ps. 51 : 7). De leer, dat alle mensen als een schoon blad papier ter wereld komen, is onbijbels, onjuist. Doordat wij „geboren" zondaren zijn, blijven zondige gedachten, woorden en werken niet achterwege. Niemand is zonder zonde; allen zijn wij zondaren voor God. Er is niemand rechtvaardig, niet tot één toe.

Het zondaar-zijn en het zonde-doen, stelt ons schuldig voor God en maakt ons het voorwerp van Zijn heilige toorn. Velen willen de zonde slechts zien als een kwestie van „zwakte", „ziekte", maar Gods woord leert ons duidelijk, dat de zonde ook schuld inhoudt, die om vergelding roept.

Dat de Heere de zonde haat en straft blijkt niet alleen uit Zijn Woord, maar ook uit de smartelijke weder- waardigheden van het leven. Toch zijn meerdere ot' mindere tegenspoed en meerdere of mindere voorspoed niet altijd tekenen van Gods toorn of gunst. De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus spreekt in dit opzicht heel duidelijke taal. Toch roept Gods Woord ons tot boete voor God, onder de prediking onzer zonden uit Zijn Woord en onder het ervaren van allerlei teleurstellingen.

Hoewel alle zonden een gruwel voor God zijn en alle zonden, op zichzelf genomen, dezelfde straf verdienen, toch spreekt Gods Woord van minder en meerder zonde (Joh. 19 : 11) en van meer en minder straf (Luk. 12 : 47, 48).

In Gods Woord lezen wij van vergefelijke en onvergefelijke zonden. Zonden kunnen slechts vergefelijk zijn op grond van Christus verdiensten en voorbede en niet op grond van het feit, dat wij uit onwetendheid of zwakheid zondigen, of op grond van door ons gedane boetedoeningen.

Slechts van de zonde tegen de Heilige Geest geldt, dat daarvoor geen vergeving is, noch in dit leven noch in het toekomende leven. Over die zonde lezen wij in Math. 12:31; Hebr. 6 : 4—6; en 1 Joh. 5 : 16. Het is een willens en wetens, met plezier zondigen om het Werk Gods tegen te staan, de Heere te tergen en de zaak van Gods koninkrijk afbreuk te doen.

Diskussievragen:

1. Is de kennis der zonde alleen uit de Wet Gods of ook uit het Evangelie? Zie Rom. 3 : 20 en Rom. 7 : 7.

2. Kan er ook sprake zijn van een „zondigen tegen het Evangelie" ? Zie Hebr. 10 : 28—29.

3. Kan of mag bij de beantwoording van de vraag „wat is zonde" ook de stem van het geweten en de traditie als norm dienen?

4. Kan het zijn, dat er iets voor de ene mens zonde is en voor de andere niet? En zo ja, welke maatstaf moet er dan worden aangelegd voor de beantwoording van de vraag of iets „zonde" is? Zie Rom. 14 : 15 en 23.

5. Geldt de uitspraak „wien het zonde is, dien is het zonde" en „een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd" (Rom. 14 : 5) ten aanzien van alle terreinen des levens ?

6. Gods Woord roept tot boete. Waardoor ontstaat deze? (zie Joh. 16 : 8—11) Waarin bestaat de ware boete? (Zie Jes. 58:1—10 en 2 Kor. 7:8—10). Wat is de betekenis en waarde van de boete voor God ? Wat is de betekenis en waarde van de boete voor de naasten ?

7. Zijn alle mensen verantwoordelijk voor al hun zonden? Zijn er ook graden van verantwoordelijkheid bijv. i.v.m. onwetendheid, zwakzinnigheid, aanleg, enz?

8. Kan iemand uit onwetendheid of zwakheid de zonde tegen de Heilige Geest bedrijven?

9- Is er voor alle zonden, waaronder men gebukt gaat, vergeving? (Zie 1 Joh. 1 : 9)

Bronnen:

Bijbelse encyclopedie (Dr. Grosheide)

De Gereformeerde Dogmatiek, Ds. G, H. Kersten

Dogmatiek, Dr. A. G. Honig

en andere dogmatische werken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen